Zomercolumn: Niets is wat het lijkt (Ierland)

gemeenschap1

In de zomer van 1998 vertrok ik als Eirenevrijwilliger naar Belfast. (Eirene is een oecumenische, internationale vredesorganisatie.) Het conflict in het noorden van Ierland kostte vrijwel dagelijks mensenlevens. De communiteit waar ik de eerste twee jaar woonde, de Columbanus Community in Noord-Belfast probeerde op haar eigen wijze haar steentje bij te dragen aan het vredesproces. De communiteit was opgericht door de (in 2011 overleden) Jezuiet Michael Hurley.

De ‘Irish School of Ecumenics’ is eveneens door hem in het leven geroepen: oecumene was zijn passie. Ik woonde in de communiteit met drie Rooms Katholieken, een Anglicaanse en twee Quakers. Alleen al het feit dat wij in een huis woonden wekte verbazing, vooral bij ‘buitenlanders’, want “in Ierland maken Katholieken en protestanten toch ruzie?” Nee, dus! Het ging niet over theologische verschillen; niemand werd vermoord omdat hij Maria vereerde of omdat zij de moederkerk had verlaten. Het conflict ging over ethniciteit, over wat er in de geschiedenis is gebeurd, wat er is misgegaan.

Ik wist niet zo veel van het conflict voordat ik me voorbereidde op Belfast. Ik had gehoord van Ian Paisley en van de IRA en verder liet ik me verrassen. Als ik iets heb geleerd in Ierland dan is het wel dit: niets is wat het lijkt. Op mijn tweedehandsfietsje reed ik door Belfast en maakte afspraken met allerlei mensen: geestelijken, jongerenwerkers, politici. Ik verzamelde alle verhalen, alle indrukken en realiseerde me hoe complex het conflict was en dat het werken aan vrede en verzoening een zeer lange adem vraagt. (Het is een mooi ’toeval’ dat ik dit schrijf aan de vooravond van het feest van de gave van de Geest of Adem van God.)

De Columbanus Community organiseerde stiltedagen en lezingen en het huis stond ook open voor gasten die ons leven een tijdje wilden delen. Drie keer daags troffen we elkaar in de kapel en elke dag, behalve zondag, werd de Maaltijd des Heren gevierd. Michael hield zich (uiteraard) aan de regels van zijn kerk en dit betekende dat we niet samen het Brood konden delen. Wanneer Michael of een RK priester voorging, 

HurleyDe communiteit werd opgericht door de (in 2011 overleden) Jezuïet Michael Hurley.

bleven de protestanten zitten; wanneer de voorganger uit een van de protestantse kerken kwam, bleven de Katholieken zitten. Zo waren we ons elke dag pijnlijk bewust van de scheiding die er (nog) bestaat. Er waren voorgangers die geen voet over onze drempel wilden zetten, laat staan voorgaan in een viering, omdat ze tegen de oecumene waren. Aan de andere kant waren er progressieve protestanten, die moeite hadden met het feit dat we niet samen het Brood deelden en vonden dat een communiteit als de onze een voortrekkersrol zou moeten spelen. Ik vond het een lastige kwestie; uiteraard hield ik me aan de regels maar tegelijkertijd voelde ik ongeduld en was en ben ik van mening dat de scheidslijnen tussen de kerken mensenwerk zijn, niet Gods wil. Maar intussen zijn ze er…

‘Peaceline’

gemeenschapEen deel van de Currach Community: het eerste huis aan de andere kant van het hek in de ‘peaceline’.Mijn vrijwilligerswerk bestond uit verschillende taken: boodschappen doen voor de communiteit, meedraaien in de gebedsdiensten, gastvrouw zijn. Daarnaast werkte ik een paar keer per week in een communiteit in een ander deel van Belfast: de Cornerstone Community aan de Springfield Road in West Belfast. Ook hier woonden mensen uit verschillende kerken samen in een huis maar dit huis was niet – zoals de Columbanus Community – gelegen in een mooie wijk, maar stond aan de zogenaamde ‘peaceline’: de muur die ook vandaag nog de ‘katholieke’ en ‘protestantse’ wijken van elkaar scheidt. De Cornerstone Community organiseerde in een kerk allerlei vormen van buurtwerk: ‘cross-community’ jongerenwerk, lunches voor ouderen, een creche, een inloophuis, enz. Na het jaar vrijwilligerswerk ben ik in Belfast gebleven en ben (verder) theologie gaan studeren. Na twee jaar verhuisde ik naar de Currach Community, om de hoek bij Cornerstone.Ik had de Dominicanes, Noreen Christian, al leren kennen en ik wilde graag wonen in een arbeiders (of werklozen) wijk.

Politiek en theologie

Ondertussen gebeurde er heel veel in politiek opzicht: na het eerste jaar, dat bijzonder gewelddadig was, kwam de IRA met een bestand en een tijd later volgden de ‘loyalisten’ (loyaal aan de Britse kroon). Ik was zo opgewonden dat dit allemaal gebeurde terwijl ik hier woonde en feliciteerde mijn medestudenten die ochtend met het bestand. (Ik studeerde met enkel protestanten, dus het was ‘hun kant’ die nu ook de wapens besloot neer te leggen!) Ze keken me aan, alsof ze water zagen branden, niemand leek mijn blijdschap te delen en we gingen over tot de orde van de dag: een college over koning David. Tijdens de hele studie theologie kwam het conflict geen enkele keer ter sprake; ik verbaasde me daarover en het maakt me ook heel kwaad. Als theologie niet ook te maken heeft met ons leven en met wat we elkaar aandoen, dan gaat het nergens over! Bij ethiek werden onderwerpen als euthenasie en abortus aangedragen…

De kerken die het goed deden waren de kerken die vertelden dat je “Jezus moet kennen als je persoonlijke redder” en dat je dan verzekerd bent van een plaats in de hemel. Ik heb af een toe een dergelijke kerk bezocht: ik werd er niet blij van. Wel werd ik blij van protestanten en katholieken die hun nek uitstaken, die geheime besprekingen voerden met politici en ’terroristen’ om het vredesproces vooruit te helpen. Zonder Father Alec Reid van het Clonardklooster (redemptoristen) b.v. zou vrede vandaag nog een droom zijn.

Op een van de bijeenkomsten, waar Sinn Fein politici voor het eerst mochten spreken voor een gemengd publiek (en dat was heel wat: de politieke tak van de IRA!) zat ik naast een Jezuiet, die net in Belfast was aangekomen. Hij hoorde de politicus in een adem zeggen dat hij katholiek en atheist was. De Jezuiet hapte naar adem en zei: “Maar dat kan niet! Het minste wat je van een Katholiek mag vragen is toch wel dat hij/zij in God gelooft!” Ik vond zijn reactie grappig: het grappige van die Ieren is, dat dit in Belfast dus wel kan. Want ‘katholiek’ betekent niet dat je praktiserend RK bent, maar dat je een verenigd Ierland wilt, de Britten er uit! Vandaar dat ik het woord ‘katholiek’ (en ook ‘protestant’) tussen aanhalingstekens zet wanneer het gaat om het conflict in het noorden van Ierland. Het gaat niet om verschillende geloofsopvattingen; de Ieren zijn niet zo dom dat ze elkaar daarom in de haren vliegen. Het gaat om de vraag of dit stukje van het eiland bij Engeland moet blijven of deel moet gaan uitmaken van de republiek Ierland.

Je wordt bescheidener

Het belangrijkste dat ik in Belfast heb geleerd: conflicten zijn enorm complex, omdat mensen complex zijn. Luister naar de persoonlijke verhalen en je begrijpt waarom iemand doet wat hij/zij doet. Ik heb een man zien en horen huilen in de pub, vertellend over hoe voor zijn ogen zijn vriend werd doodgeschoten. “Ik zei tegen hem: ‘het komt wel goed, het komt wel goed’ maar ik heb gelogen, ik wist dat het niet goed kwam.” Zoveel onrecht, zoveel verlies en daarom, omdat het niet wordt verwerkt, zoveel geweld. Oog om oog. Zie dat maar eens te stoppen; ga zelf in de schoenen staan van mensen die dagelijks te maken hebben met gweld en je wordt bescheidener. De zanger Christy Moore zingt in een van zijn liedjes: “Only the very safe, can talk about wrong and right, of those who are forced to choose, there are some who choose to fight.” Ook daarover heb ik me boos gemaakt: over het oordeel van de ‘very safe’. De mensen die in villa’s woonden en het hadden over de paar ‘cowboys and indians’ die de boel verstieren. Mensen die zichzelf ver verheven voelden, een beter soort mens en geen enkele bijdrage leverden aan een oplossing van het conflict. Natuurlijk: geweld moet een keer stoppen, het leidt alleen maar tot meer ellende maar ik begrijp het wel wanneer mensen geen andere uitweg zien. De huilende man in de pub en zoveel anderen: ze hebben me geleerd niet te geloven in ’terroristen’. Terroristen zijn mensen die zich gedwongen zagen een keer te kiezen, te kiezen voor geweld. Ik geloof dat er veel Etty Hillesums nodig zijn in deze wereld, op al die plekken die in brand stonden of staan. Mensen die willen luisteren zonder oordeel, mensen die een ‘pleister op vele wonden’ willen zijn.