Mijn oecumenisch werk in België speelt zich zowel in de academie als in kerkelijk verband af en beide aspecten vloeien naadloos in elkaar over. Ik zou niet zinvol over oecumenische kwesties kunnen doceren of publiceren indien ik niet tegelijk zeer actief zou zijn in nationale en internationale dialogen.
Binnen de Belgische kerkprovincie is Mgr. Bonny bisschoppelijk referendaris voor oecumene. Ik assisteer hem als voorzitter van het bureau van de nationale commissie voor oecumene. Dit bureau brengt de verantwoordelijken voor oecumene van de verschillende bisdommen samen, evenals de coördinatoren van de commissies die de dialoog met de Verenigde Protestantse Kerk in België (VPKB), de Orthodoxe Kerk, de Anglicaanse gemeenschap en de Joodse gemeenschap in België onderhouden. Het bureau werd aangevuld met oecumenespecialisten uit de katholieke universiteiten en de gemeenschap van Chevetogne. Tijdens de bijeenkomsten wordt niet enkel over de lokale werking uitgewisseld, maar ook over belangrijke ontwikkelingen op internationaal vlak.
Jaarlijkse studiedag
Onze belangrijkste taak is de organisatie van een jaarlijkse studiedag, die tegelijk onze algemene vergadering is. De studiedag doet jaarlijks een ander bisdom aan. Telkens werpen een Rooms-Katholieke, Protestantse, Anglicaanse en Orthodoxe spreker een licht op het gekozen thema.
Terwijl vorig jaar uiteraard de 50ste verjaardag van het decreet over de eenheid centraal stond, wordt tijdens de komende 49ste algemene vergadering, die op 28 november e.k. in Gent doorgaat, nagedacht over een bijzonder delicaat en actueel thema: ‘De relaties tussen de kerken en de staat: de casus van het godsdienstonderwijs in België’. We kijken zeer uit naar het hoofdreferaat van dr. Pantelis Kalaïtzides, een Orthodoxe leek met een zeer open geest die directeur is van de Volos Academy en dit jaar onderzoeksfellow is binnen mijn Centrum voor Oecumenisch Onderzoek te Leuven. Als voorzitter van het bureau ben ik ook één van de 3 Rooms-Katholieke leden van het Overlegorgaan tussen de christelijke kerken in België, waar de reeds genoemde kerken deel van uitmaken, evenals de Federale Synode van Protestantse en Evangelische Kerken in België, met een statuut van waarnemer.
Receptie van internationale dialoogteksten
Zelf ben ik ook co-president van de dialoogcommissie met de VPKB. Daar hebben we de gewoonte met een groep van katholieke en protestantse theologen de belangrijke internationale dialoogteksten te bespreken en te ‘vertalen’ naar de context van onze lokale kerkgemeenschappen. Zo probeer ik bij te dragen tot een betere receptie van het werk van de The Church: Towards a Common Vision (2013) – van de Commissie voor Geloof en Kerkorde, één van de belangrijkste organen binnen de Wereldraad van Kerken te bevorderen. Ik ben jullie vereniging dan ook zeer dankbaar voor een vertaling in het Nederlands te hebben gezorgd: Deze consensustekst werd gedetailleerd besproken binnen de dialoog met de VPKB in België. In maart jongstleden vond aan de VU in Amsterdam een studiedag hierover plaats waar ik met de Leuvense studenten van het mastercollege over ecclesiologie en oecumene aan deelnam.
internationale dialoogcommissies, wat ik als een belangrijk desideratum ervaar. Tijdens de laatste jaren probeer ik vooral de receptie van het consensusdocument over de kerk –Tenslotte verzorg ik samen met mijn collega Leo Koffeman een themanummer over hetzelfde document van het Utrechtse tijdschrift Exchange: Journal for Ecumenical and Missiological Research, het geesteskind van één van mijn oecumenische mentoren, wijlen Anton Houtepen, dat in het najaar bij Brill verschijnt.
Dialoog WCRC en RKK
Toen ik zo’n 6 jaar geleden de vraag kreeg om deel uit te maken van een nieuwe fase in de dialoog tussen de World Communion of Reformed Churches (WCRC) en de Rooms-Katholieke Kerk, was ik hier zeer dankbaar voor. Je ervaart dan aan de lijve dat het proces om tot een betekenisvolle consensustekst te komen geen sinecure is. Binnen deze dialoog hopen we in het symbolisch belangrijke jaar 2017 een nieuwe dialoogtekst aan te bieden, die de volgende werktitel meekreeg: Justification and Sacramentality: the Christian Community as an Agent for Justice. Tegelijk zou deze dialoog ook een intern dialoogproces moeten ondersteunen binnen de WCRC om zich rond hetzelfde tijdstip aan te sluiten bij de ‘Gemeenschappelijke verklaring over de rechtvaardigingsleer’, een mijlpaal in de dialoog tussen katholieken en lutheranen die niet zonder moeite in 1999 tot stand kwam. Dit voorjaar mocht ik de vermoedelijk laatste plenaire bijeenkomst in de huidige fase van de dialoog in Gent organiseren.
Bezoek Patriarch van Constantinopel
Het absolute hoogtepunt voor de oecumene in België tijdens het afgelopen jaar was het bezoek van de Patriarch van Constantinopel, Zijne Alheiligheid Bartholomeos I. Ik was hier zeer nauw bij betrokken, zowel omwille van mijn academisch als mijn kerkelijk werk voor de oecumene. De patriarch aanvaardde immers in eerste instantie de uitnodiging van de universiteit die hem reeds in 1996 het eredoctoraat had verleend, om de openingslezing te houden van een congres over vergoddelijking in oost en west.
De oecumenisch patriarch werd ook door de koning en de minister van buitenlandse zaken ontvangen en had de gelegenheid honderden Orthodoxe gelovigen te begroeten tijdens de goddelijke liturgie die zijn bezoek aan België afsloot. Onuitgegeven tijdens dit bezoek was een werkbijeenkomst van de bisschoppenconferentie van de Belgische kerkprovincie van de Rooms-Katholieke Kerk en van de Orthodoxe bisschoppenconferentie in de Benelux. Ik was ook zeer dankbaar dat de patriarch de uitnodiging aanvaardde een oecumenisch colloquium bij te wonen, waarin de rol van de Orthodoxe waarnemers tijdens het Tweede Vaticaans Concilie werd bestudeerd. Omwille van de aanwezigheid van het wereldwijde hoofd van de Orthodoxe kerk tekenden vele Orthodoxe geestelijken uit binnen- en buitenland present en kregen hierdoor de kans een grotere betrokkenheid bij de oecumene te ontwikkelen.
Peter De Mey is professor voor Rooms-katholieke ecclesiologie en oecumenica aan de Katholieke Universiteit Leuven (Publicatielijst).