De herdenking van 500 jaar Reformatie is in volle gang. Een diversiteit aan initiatieven leidt tot samenkomsten van allerlei soort. De Raad van Kerken in Fryslân en de Diocesane werkgroep voor oecumene van het bisdom Groningen-Leeuwarden organiseerden op 14 juni ook een bijeenkomst ter gelegenheid van de herdenking van de Reformatie.
Er werd gekozen voor een mini-symposium. De inhoudelijke invulling ervan richtte zich op het vieren van wat sinds de Reformatie weer aan eenheid bereikt is. In het bijzonder in de laatste vijftig jaar.
De eerste van vier inleidingen werd verzorgd door de preses van de generale synode van de Protestantse Kerk, Ds. Karen van den Broeke. Zij gaf een overzicht van 50 jaar oecumenische samenwerking en zag die natuurlijk niet los van het aanstaande zeventigjarig bestaansjubileum van de Wereldraad van kerken. Daarna belichtte Ds. Margarithe Veen, voorzitter van de Raad van Kerken in Fryslân, de oecumene in het noorden van Nederland anno nu. De directeur en studiesecretaris van de Katholieke vereniging voor oecumene, Drs. Geert van Dartel, sprak over Doopsel en Avondmaal/Eucharistie. Nog in 2012 werd een proces afgesloten dat leidde tot wederzijdse dooperkenning tussen weer meer kerkgenootschappen. Met anderen kwam het tot een verdere verkenning en een verwoording van wat zodoende aan begrip gewonnen was. Onlangs waren er de verkenningen die vertrokken vanuit de beleving van Eucharistie/Avondmaal. Als laatste sprak prof. dr. Peter Ben Smit. Hij is oudkatholiek priester. Zijn onderwerp was de toekomst van de oecumene: hoe nu verder? Hij schetste hoe de kerk als verzoende gemeenschap onmogelijk zonder oecumene kan bestaan. Het mini-symposium werd besloten met een korte oecumenische gebedsviering waarin zegen werd gevraagd over de voorliggende weg die we willen gaan als een pelgrimage van gerechtigheid en vrede.
Bijpraten
Een van de redenen om voor deze opzet te kiezen was de wens een brede groep belangstellenden bij te praten over waar we als christelijke denominaties momenteel staan op onze weg naar eenheid. De kennis daarover is, zo meen ik helaas te moeten constateren, in bredere kerkelijke kring eigenlijk heel gering. Wat dat betreft kent de oecumene niet alleen verschillende ‘snelheden’ maar a prima vista ook welhaast tegengestelde richtingen. Terwijl er landelijk en zeker ook op wereldschaal met dikwijls veel elan energie wordt gestoken in de weg naar eenheid die de oecumene is – en er ook mooie vruchten mogen worden geoogst – lijkt het beeld van de betrokken parochianen en gemeenteleden, maar niet zelden ook van hun voorgangers, veeleer dat de oecumene als weg naar eenheid is stilgevallen en vermoedelijk een zachte dood gaat sterven. In de ogen van niet weinigen werd wat in de oecumene van dorpen en steden als goed werd ervaren, van hogerhand de das om gedaan. Tijdens het genoemde mini-symposium werd het door verschillende sprekers en deelnemers aangehaald. Het heeft hier en daar de zuurtegraad doen stijgen en daarmee een gezond klimaat voor een vruchtbare receptie van wat er te vieren valt, aangetast.
Vier aandachtspunten
Van harte hoop ik dat de vele aandacht die de herdenking van de Reformatie krijgt dit negatieve beeld aan de basis zal doen kantelen. Mij dunkt dat daartoe een viertal zaken bijzondere aandacht behoeven.
Als eerste het doen toenemen van het besef dat oecumene zich altijd afspeelt op verschillende niveaus. De inhoud van het oecumenische gesprek op wereldniveau is niet gelijk aan dat in de steden en dorpen. De eerste vermag tot conclusies te komen die kerkgenootschappen, bijvoorbeeld leerinhoudelijk, dichter bij elkaar brengen. Daar is niet op die manier sprake van wanneer op plaatselijk niveau gelovigen elkaar ontmoeten. Naar mijn idee zou de plaatselijke oecumene zich ook niet daarop moeten richten. Wat hun namelijk onderscheid van elk ander niveau van oecumenische inzet, is de samenleving die ze samen vormen. Zeker nu de verzuiling voorbij is gaan de gelovigen van de diverse denominaties in dezelfde plaats of regio doorgaans of anders steeds meer naar dezelfde winkels, werkgevers, sportclubs, verenigingen, scholen en zo meer. Daar vormen zij als christenen de frontlinie van de christenheid vanwege de vanzelfsprekende ontmoeting met heel de samenleving die al lang niet meer christelijk is. Wat dat betreft ondergaan zij ook allen de invloed van dezelfde dominante cultuur met bijbehorende denkwijzen. Hoe in die context daadwerkelijk christelijk te leven? Wat behelst dat dan precies? Vanuit welke bronnen doe je dat? Met welke motivatie? Wat brengt daarbij vreugde, wat geeft verdriet of maakt boos dan wel onzeker? Die vragen zouden plaatselijk de meeste aandacht mogen hebben. Vanuit die invalshoek als christenen elkaar steeds beter leren kennen, steeds meer ondersteunen en meer uitdagen om het evangelie te leven daar waar men is, zou wel eens een bron van inspiratie kunnen zijn voor wie op andere niveaus zich voor de eenheid inzetten. Terwijl omgekeerd de vruchten van bijvoorbeeld de assemblee te Busan of de bereikte dooperkenningen in 2012 weer meer moed zouden mogen schenken aan de basis. Voorwaarde is dan wel dat men van elkaar weet wat er aan vruchten van de oecumene te ontvangen en te vieren is. Dat men wederzijds herkent en erkent dat al die vormen van oecumene onontbeerlijk zijn.
Het tweede betreft het verder zoeken naar een ars celebrandi voor met name de plaatselijke oecumene. Mijn indruk is dat de dikwijls onuitgesproken evaluatie na een oecumenische viering deze is: de deelnemers uit de protestantse kerken stellen met meer of minder genoegen vast dat het eens een echt andere viering was, terwijl de katholieken het gevoel behielden bij een protestantse dienst te zijn geweest. Veelal voelden allen zich in meer of mindere mate ontheemd. Een gezamenlijke oriëntatie op de kunst van het vieren zou soelaas kunnen bieden. Wat zijn waarom de kenmerken van goede christelijke liturgie? Waar is die op gericht en hoe krijgt dat uitdrukking? Liturgie is expressie van de vierende gemeenschap, maar leeft van impressie: het biedt ruimte voor Iemand anders om aan ons goed te doen. Het schenkt ons Iemand door, met en in Wie de eenheid geschonken wordt. Het gezamenlijke (liturgische) gebed lijkt me een voorwaarde voor oecumene. Laten we er mogelijk nog meer dan nu daarom zo werk van maken dat het naast de eigen meest vertrouwde liturgische traditie als het ware een tweede thuis biedt voor allen die in Christus geloven.
Als derde wil ik de pelgrimage van gerechtigheid en vrede noemen. Hierin zouden beide voorgaande punten wel eens heel goed samen kunnen komen. Het ontdekken van deze pelgrimage en daarin samen optrekken, maakt de weg die de oecumene zelf is concreet. Niet in de laatste plaats daar waar parochies en gemeenten die samen gaan. Bovendien verbindt het de oecumene als project aan zijn diepste doel, namelijk de missie van de Kerk: de verkondiging van het Rijk Gods.
Als vierde en laatste nog dit. Begrijpelijkerwijs richt de oecumene en de reflectie daarop zich momenteel vooral op wat zich laat duiden in de begrippen Rome en Reformatie. Het zou echter niet terecht zijn de oecumene daartoe te versmallen. We mochten, bijvoorbeeld, de oosterse kerken al niet vergeten, nu ze als gevolg van migratie in grotere getale ook in onze contreien gevestigd raken mag dat natuurlijk helemaal niet meer.
Terugleiden naar het fundament
De herdenking van vijfhonderdjaar Reformatie komt op een bijzonder moment in de geschiedenis van het christendom in de Lage Landen. Zo goed als alle christelijke kerken in onze omgeving hebben te maken met krimp en niet weinigen worstelen met de moeilijkheid jongere generaties het voortouw in het kerkelijk leven over te dragen. De oecumene als weg naar eenheid, de herdenking van vijfhonderd jaar Reformatie en de noodzaak te zoeken naar hoe meer dan nu jong en oud elkaar kunnen aanspreken met het Evangelie, leiden de kerken terug naar het fundament van hun bestaan. Mij lijkt dat we daar, daarheen en daardoor niet alleen Christus mogen ontmoeten en elkaar als ledematen van zijn Lichaam, maar ook begeesterd worden om tegelijkertijd zowel Christus’ Kerk te zijn als het hier op aarde steeds meer te worden. Semper reformanda.
foto’s
– vic. drs. Arjen Bultsma
– Mini-symposium 14 juni 2017 in Heerenveen (foto: Dick Vos)