Op oecumenisch gebied heeft paus Franciscus in enkele jaren tijd veel in beweging gebracht. In het oog springen vooral de grote en soms onverwachte ontmoetingen met belangrijke leiders van andere kerken: de ontmoeting met de Russische patriarch Kyrill op Cuba (september 2015), de oecumenische dienst in het Zweedse Lund bij gelegenheid van 500 jaar Reformatie (oktober 2016) of meer recent het bezoek aan de Koptische paus Tawadros II in Caïro (mei 2017).
Dergelijke oecumenische ontmoetingen hebben een grote symbolische betekenis. Ze onderstrepen de verbondenheid tussen de kerken en zijn uitdrukking van het verlangen de band van de kerkgemeenschap volledig te herstellen. Tegelijkertijd echter is iedereen zich er van bewust dat er op de weg naar eenheid nog grote blokkades zijn. De oecumenische gesprekken zijn op grenzen gestoten waaraan men bijna niet meer voorbij kan komen.
Christenvervolging
Paus Franciscus lijkt daar niet door geplaagd te worden. Misschien omdat hij een andere invalshoek belangrijker vindt. Kardinaal Kurt Koch, zijn naaste medewerker op oecumenisch gebied, getuigde daarvan in een radio interview in maart 2015. ‘Wij begrijpen elkaar goed’, zei kardinaal Koch. ‘Paus Franciscus heeft hart voor de eenheid van christenen. Het samen-op-weg gaan, het samenwerken en het samen-getuigenis-geven vindt hij heel belangrijk. Wat hij daarbij steeds weer benadrukt is de oecumene van het bloed. 80% van alle mensen die om geloofsredenen vervolgd worden, zijn christen. En ze worden niet vervolgd omdat ze katholiek, orthodox, protestant of pinksterchristen zijn, maar omdat ze christen zijn. (…) Het bloed dat vandaag vergoten wordt, dat is iets dat verenigt. Deze oecumene van het bloed – paus Johannes Paulus II sprak eerder al over de oecumene van de martelaren – behoort voor mij tot innigste kern van alle oecumenische inspanningen.’
Inderdaad, de oecumene van het bloed is een vast en steeds terugkerend onderwerp in de gesprekken en toespraken van paus Franciscus. De eerste keer dat hij er over sprak was bij de ontmoeting met de Koptische paus Tawadros II op 10 mei 2013 in Rome. Hij noemde het toen ‘de oecumene van het lijden’ en zei daarover: ‘zoals het bloed van de martelaren een krachtig en vruchtbaar zaad was voor de Kerk, zo kan nu het delen van het dagelijks lijden een effectief instrument van eenheid worden. En dit is in zekere zin ook van toepassing op de bredere context van de samenleving en de relaties tussen christenen en niet-christenen: uit het gedeelde lijden kan met Gods hulp vergeving en verzoening opbloeien.’
Interview
In een exclusief interview met de Italiaanse journalist Andrea Tornielli (december 2013) gebruikte paus Franciscus de term ‘oecumene van het bloed’ voor de eerste keer: ‘Ja, oecumene heeft voor mij prioriteit. Vandaag is er een oecumene van het bloed. In sommige landen worden christenen gedood omdat ze een kruis dragen of een Bijbel hebben. En voordat ze gedood worden vraagt niemand of ze anglicaan, luthers, katholiek of orthodox zijn. Hun bloed is vermengd. Voor degenen die doden, zijn we christen. We zijn verenigd in het bloed ook als we niet in staat zijn geweest de noodzakelijke stappen naar de eenheid tussen ons te zetten. En misschien is de tijd er ook nog niet rijp voor. Eenheid is een gave waarvoor we moeten bidden.’
In dit interview vertelt paus Franciscus ook hoe hij zich een katholieke pastoor uit Hamburg herinnert die zich eind jaren tachtig inzette voor de zaligverklaring van een katholieke priester die door de Nazi’s was omgebracht omdat hij catechese gaf aan kinderen. Toen hij ontdekte dat een Lutherse predikant om dezelfde reden was omgebracht, ging hij terug naar zijn bisschop en zei: ‘Ik wil hier alleen maar mee doorgaan als ik me voor beide zaken mag inzetten en niet alleen voor de katholieke priester.’ ‘Dit is wat met de oecumene van het bloed bedoeld wordt’, zei paus Franciscus. ‘Het bestaat vandaag ook. Je hoeft alleen maar de kranten te lezen. Degenen die christenen doden, vragen niet naar het persoonsbewijs om te zien in welke kerk iemand gedoopt is.’
Koptische martelaren
Vanaf 2014 wijst paus Franciscus in zijn toespraken veelvuldig op de oecumene van het bloed. Hij brengt het onder andere ter sprake in ontmoetingen met de Armeense Katholikos Karekin II (8 mei 2014), de Katholieke Charismatische Vernieuwing (31 oktober 2014) en de oecumenisch patriarch Bartholomeüs (30 november 2014).
Als op 15 februari 2015 bekend wordt dat 21 Koptische christenen door IS op het strand nabij Tripoli (Libië) op gruwelijke wijze zijn onthoofd, spreekt paus Franciscus onmiddellijk zijn afschuw daarover uit. Tot een delegatie van de Kerk van Schotland zegt hij de volgende dag: ‘Ze zeiden alleen: “Jezus, help me”. Ze werden vermoord alleen omdat ze christen waren. Het bloed van onze christenbroeders is een getuigenis dat ons oproept. Het doet er niet toe of zij katholiek, orthodox, koptisch of luthers zijn, ze zijn christen. En het bloed is hetzelfde. Hun bloed belijdt Christus. Indachtig onze broeders die gestorven zijn omdat ze in Christus geloofden, vraag ik elkaar te bemoedigen om verder te gaan met deze oecumene, die ons kracht geeft, deze oecumene van het bloed. De martelaren zijn allen christen. Laten we voor elkaar bidden.’
Sindsdien is de situatie van christenen in het Midden-Oosten er niet beter op geworden. Op Palmzondag, 9 april 2017, kwamen bij aanslagen van IS op Koptische Kerken in Tanta en Alexandrië 36 mensen om het leven. Eind april was paus Franciscus zelf in Egypte voor een broederlijke ontmoeting met paus Tawadros II. In de gemeenschappelijke verklaring lezen we onder andere:
‘De tragische ervaringen en het vergoten bloed van onze gelovigen, die vervolgd en vermoord werden alleen omdat ze christen waren, herinnert ons aan de oecumene van de martelaren, verenigt en bemoedigt ons op de weg naar vrede en verzoening’. (…) ‘Opnieuw zijn de martelaren onze gidsen. In de vroege kerk was het bloed van de martelaren het zaad van nieuwe christenen. Laat in onze dagen het bloed van zoveel martelaren het zaad van de eenheid onder alle leerlingen van Christus zijn, een teken van gemeenschap en vrede in de wereld’.