De kerken van het Midden-Oosten lijken momenteel wel medische troepen in oorlogstijd. De regio wordt verscheurd door machtstrijd en geweld en sommige landen zijn letterlijk in slagvelden veranderd. Kwetsbare groepen, zoals kinderen, worden zwaar getroffen door het geweld. Aan natuurbescherming komen overheden en andere groepen al helemaal niet toe, zoals de nijpende watercrisis laat zien. Wat is de roeping van de kerken in deze situatie? Hoe werken zij samen? Komen ze nog aan reflectie toe? Of is het vooral pompen of verzuipen?
Oecumene in een tijd van oorlog
Oecumenische samenwerking zou het eerste slachtoffer van oorlog en geweld kunnen zijn. Want wordt interkerkelijk beraad en samenwerking niet vaak als een luxe beschouwd, waar je ook buiten kunt als zich meer urgente zaken aandienen? Bovendien zijn de alternatieven voor oecumenische samenwerking aantrekkelijk. De kerken hebben aanzienlijke noodhulpfondsen ter beschikking gekregen. Het is vereleidelijk om af te zien van samenwerking en door middel van deze fondsen vooral de eigen instituten te versterken.
Gelukkig lijkt de voortdurende nood in het Midden-Oosten de kerken dichter bij elkaar te brengen. Net zoals de Tweede Wereldoorlog de kerken in Europa dichter bij elkaar bracht en duizenden werden geholpen via de oecumenische hulpdiensten, zo zijn de kerken van het Midden-Oosten vandaag ook nauw betrokken bij oecumenische netwerken voor noodhulp en ontwikkeling.
Mede dankzij de steun van internationale partners speelt de Middle East Council of Churches (MECC) een sleutelrol in coordinatie en samenwerking. Na enkele jaren door een lastige institutionele periode heengegaan te zijn, heeft de MECC zijn plaats in het hart van de kerken en in de frontlinies van de noodhulp weer ingenomen. De algemene vergadering van 2016 was daar een teken van. De noodhulp wordt uiteraard voornamelijk verleend in partnerschap met de lidkerken.
Uniek is dat in de MECC niet alleen de orthodoxe en de protestantse kerkfamilies deelnemen, maar ook de katholieke. Dat maakt de MECC feitelijk de breedst-oecumenische organisatie ter wereld. De huidige algemeen secretaris is dr. Michel Jalakh, een monnik en priester in de Maronitische Kerk, een van de geünieerde kerken.
Oecumenische noodhulp
Hoewel de MECC vooral probeert om de lidkerken te ondersteunen en hun capaciteit te vergroten, kan de organisatie niet aan de zijlijn blijven als het gaat om noodhulp. Zo heeft de MECC zich in Syrië beziggehouden met drinkwatervoorziening, voedselpakketten en voorlichting met het oog op hygiëne en gezondheid, vooral onder schoolkinderen. Door de oorlog zijn vele Syriërs verstoken geraakt van schoon, veilig drinkwater. De MECC is daarom actief betrokken bij de distributie van water, waterresevoirs en filters. In samenhang daarmee wordt aan jonge kinderen persoonlijke hygiëne onderwezen.
De MECC werkt nauw samen met de ACT Alliance, een coalitie van kerken en christelijke noodhulp- en ontwikkelingsorganisaties. De leden van de ACT Alliance zijn zonder uitzondering betrokken bij de Wereldraad van Kerken (WCC) en/of de Lutherse Wereldbond (LWF). De coalitie werkt volgens oecumenische principes en ondersteunt waar mogelijk regionale en plaatselijke oecumenische organisaties.
Kinderen en water. Het is geen wonder dat dit belangrijke thema’s zijn in de noodhulp van de MECC (en van de leden van de ACT Alliance). Want zorg voor kinderen en waterbeheer behoren op dit moment tot de grootste uitdagingen in deze regio. Natuurlijk is de lijst met urgente zaken nog veel langer. Er staan ook dingen op als democratie, gezondheidszorg, gelijkberechtiging van vrouwen, afvalverwerking en de strijd tegen corruptie. De schrijnende situatie waarin veel kinderen verkeren en de diepe watercrisis maken deze twee echter buitengewoon dringend. Daarom ga ik op beide onderwerpen nog iets dieper in.
De kinderen van het Midden-Oosten
Veel kinderen groeien op in een onveilige omgeving en hebben geen toegang tot goed onderwijs. Een van de redenen daarvoor is de alarmerende bevolkingsgroei in deze regio. Zelfs in de landen die het zwaarst getroffen zijn door oorlog en terrorisme groeit de bevolking snel. De bevolking van Irak is ondanks het voortdurende geweld stug doorgegroeid en wordt op meer dan 35 miljoen geschat. Volgens sommige schattingen is de Syrische bevolking geslonken van 23 miljoen in 2011 naar 17 miljoen vandaag, met name vanwege emigratie. In de decennia voor de oorlog was er echter sprake van zeer snelle groei die zich naar verwachting ook zal doorzetten. Bijna de helft van de Syrische en Iraakse bevolking is onder 21 jaar!
Ook de Syrische vluchtelingengemeenschappen laten een snelle natuurlijke aanwas zien, tot grote zorg van gastlanden als Libanon en Jordanië. Kinderen die in de vluchtelingenkampen geboren zijn, kennen geen andere realiteit. Er dreigt een ‘verloren generatie’ van honderdduizenden Syrische kinderen op te groeien.
Hoe kunnen de landen van het Midden-Oosten zorg dragen voor scholing voor zoveel miljoenen kinderen? En hoe kunnen die kinderen werk van betekenis vinden als zij eenmaal van school afkomen? Gebrek aan perspectief was een van de krachten die de Arabische Lente ontketende. Mohammad Bouazizi, de jonge Tunesiër die zichzelf in brand stak, was een goed opgeleide jonge man die geen kansen zag voor zichzelf en zijn familie. Antwoorden zijn geboden!
Waterbeheer
Waterbeheer is, zoals bekend, een zorgpunt in de hele regio. Zelfs het land waar ik woon, Libanon, is niet in staat om voldoende water naar de huishoudens te krijgen, ondanks de besneeuwde bergen en de nooit opdrogende riviertjes. In de zomer en het najaar rijden vrachtwagens met water af en aan naar de huizen, omdat het waterleiding bedrijf maar mondjesmaat water verschaft. De meeste huishoudens kopen drinkwater in flessen, omdat het kraanwater ook nog eens onveilig is. Door het overmatige gebruik van grondwater is niet alleen de waterspiegel, maar ook de waterkwaliteit gedaald. De rivieren zijn sterk verontreinigd. Rioolwater wordt nauwelijks gezuiverd. De nationale, regionale en plaatselijke overheden maken nauwelijks beleid om de situatie te verbeteren.
De situatie in Libanon lijkt slecht, maar in landen als Syrië en Irak is deze nog veel zorgelijker. Daar heeft namelijk een veel kleiner deel van de bevolking aansluiting op waterleidingen en is riolering en waterzuivering een nog veel grotere zorg. In de hele regio is een groeiend gat tussen wateraanbod en gebruik. De recente berichten over het mogelijke instorten van de Assad-dam na bombardementen illustreerden de impact van de oorlog op de toch al kwetsbare watervoorziening in de regio.
Oecumenische theologische reflectie op de praktijk
Kerken en oecumenische instituten kunnen weinig verandering brengen in zaken als waterbeheer en het lot van kinderen, zo lijkt het. Toch is theologische reflectie op deze onderwerpen van groot belang.
Het risico in het Midden-Oosten vandaag is dat de kerken en de oecumenische instanties zich zo overweldigd weten door de turbulente tijden, dat ze aan reflectie niet meer toekomen. Fr. Jalakh geeft toe dat er momenteel inderdaad weinig tijd overblijft voor bijvoorbeeld ecclesiologische bezinning, terwijl dat wel hard nodig is.
Toch probeert de MECC om mensen af en toe uit de praktijk van de noodhulp en het ontwikkelingswerk te halen om samen, in een oecumenische setting, te reflecteren op het werk. Vorig jaar najaar nam ik deel aan een door de MECC belegd seminar over diaconaat en capaciteitsopbouw, waarin volop plaats was voor theologische reflectie. De deelnemers kwamen uit het hele Midden-Oosten en vertegenwoordigden alle MECC lidkerken.
Een goed voorbeeld van oecumenische reflectie op water is de campagne ‘zeven weken voor water’, die jaarlijks in de vastentijd wordt gehouden. Dit is een initiatief van het Oecumenische Waternetwerk (ENW). In 2016 was de campagne gericht op de situatie in Israel-Palestina. Wekelijks verschenen op de website van de WCC meditaties over water in dit gebied, onder meer van de hand van Fr. Jalakh. De Lutherse Bisschop Munib Younan merkte in zijn overweging op dat ‘ons geloof ons leert dat water een gave Gods is die wij met heel de schepping moeten delen’. Rabbijn Awraham Soetendorp riep op tot gezamenlijke bescherming van de waterbronnen en sprak de hoop uit dat water Israelis en Palestijnen zal verenigen.
Diepere bezinning nodig
Meer en diepere theologische bezinning is echter nodig, zowel op het oecumenische vlak als in interreligieuze gesprekken. Want veranderingen in levenspatronen beginnen met een omslag in het denken. Of, om het in de taal van de Bijbel te zeggen, met een omkering van de geest, metanoia.
Dat geldt ook voor onderwerpen als water en de plaats van kinderen in het Midden-Oosten. Met name dat laatste is een gevoelige kwestie, niet alleen op religieus, maar ook op politiek vlak. Want een demografisch overwicht geeft macht! Het is dus lastig om dit ter sprake te brengen.
Als het gaat om bevolkingsgroei, dan ligt de sleutel tot verandering vooral bij moslimgemeenschappen en bij moslimleiders. Een onderwerp dat niet langer gemeden mag worden is het groeiende probleem van kindhuwelijken. In vluchtelingengemeenschappen is dit een zeer prangende zaak. Zo lang mogelijk onderwijs bieden aan zo veel mogelijk kinderen, ook de meisjes, is een belangrijke stap in de goede richting.
Ook de kerken en oecumenische organisaties zouden er goed aan doen theologische reflectie op bevolkingsgroei, gezinsplanning, ouderschap, onderwijs en de rechten van kinderen te stimuleren. Veel kerken zijn actief betrokken bij onderwijsprojecten voor kansarme kinderen. Maar er zijn hierover nog te weinig oecumenische, laat staan interreligieuze gesprekken. Begrijpelijkerwijs, maar te vaak worden de kerken afgeleid door het strijdgewoel en alle gevolgen.
Wilbert van Saane is studentenpredikant aan de Armeense Haigazian University in Beiroet. Hij is uitgezonden door Interserve in samenwerking met Kerk in Actie en de GZB.
foto’s:
– Wilbert van Saane
– Kinderen op de vlucht
– Dr. Michel Jalakh