Met open vizier de dialoog aangaan

Huijgen13

De herdenking van vijfhonderd jaar Reformatie roept allerlei gemengde gevoelens op. In historisch licht heeft de Reformatie veel goeds gebracht, door Luthers nieuwe concentratie op het Evangelie en de genade van God in Christus. Tegelijkertijd is de geschiedenis van de kerken van de Reformatie er een van repeterende breuken geworden, waardoor de eenheid van de kerk (en dus van het getuigenis in de wereld) verbrokkeld is geraakt. Intussen is de historische afstand voelbaar: wij leven na de Verlichting, in een postchristelijke cultuur waar het seculiere de norm is geworden.

Graag stip ik een paar punten aan die me voor de herdenking van de Reformatie van belang lijken.

Schuld en genade

Allereerst de oerervaring van Maarten Luther, die de stoot gaf tot de Reformatie in de zestiende eeuw: alleen door Gods gerechtigheid die als een geschenk mijn deel wordt, word ik gered – en dan ben ik ook zo vrij als ik maar kan zijn. Dat accent op Gods genade lijkt mij nog altijd van onopgeefbaar belang. Tegenover de gedachte van de maakbaarheid van mijn eigen identiteit en in weerwil van postmoderne discoursen van authenticiteit, is het leven een geschenk van God.

Luther benoemde eerlijk onze schuld en schaamde zich niet voor het woord ‘zonde’. In later eeuwen is die schuld in het gereformeerd protestantisme helaas inktzwart en fatalistisch ingevuld en werd ‘zonde’ al te snel moraliserend ingezet, maar in de grond van de zaak gaat het hier om iets geweldig bevrijdends. Wij mensen hoeven onze schuld niet te verstoppen, te verdringen, te maskeren. Wij zijn schuldig. Merkwaardig genoeg is onze samenleving zeer met schuld gepreoccupeerd, zowel financiële als morele schuld, er is grote aandacht voor ieder die zich slachtoffer voelt en niemand kan iets van het ervaren slachtofferschap van een ander zeggen. Maar waar slachtoffers zijn, moeten ook schuldigen zijn. Het aanwijzen van de ander als schuldig gaat nogal gemakkelijk, maar de erkenning dat wijzelf schuldig zijn, valt ons zwaar. Wij zijn schuldig aan leed dat we anderen hebben aangedaan, aan de omstandigheden in klimaat, milieu en politiek waar we onze kinderen mee opzadelen en nog heel wat dingen meer. Het is bevrijdend eerlijk om die schuld onder ogen te zien.

Toch is die schuld niet het laatste woord. Voor Luther gingen, naar eigen zeggen, de poorten van het Paradijs open toen hij ontdekte dat Gods gerechtigheid een geschenk is en dat zijn schuld uit pure genade was weggedaan, om Christus’ wil. Luthers boodschap was dan ook niet allereerst een boodschap van bevrijding van de overheersing door machten, hoezeer hij ook tegen de paus gestreden heeft, maar uiteindelijk ging het om de vrijheid van een mens voor God en door God.

Eeuwen later zou Nietzsche met bijtende spot opmerken dat die christenen er wel eens wat verloster uit mochten zien, als het Evangelie waar was…

De grote uitdaging voor rooms-katholiek en protestant in de Westerse cultuur lijkt mij, de bevrijdende boodschap van het Evangelie zelf te herontdekken zoals Luther dat vijfhonderd jaar geleden deed.

Schuld, toenadering en blijvende verschillen

Ook op een andere manier moet het over schuld gaan: de schuld van wat protestanten en rooms-katholieken elkaar de afgelopen eeuwen hebben aangedaan, vaak met de beste bedoelingen en in naam van de waarheid. De Rechthaberei, de machtsprocessen en de uitsluiting, nota bene in de naam van Christus, zijn schuld en moeten ook zo genoemd worden.

Tegelijkertijd groeit het besef nog altijd dat in een seculier geworden wereld we elkaar keihard nodig hebben; de fronten zijn verschoven. Hoe verdrietig het ook is dat de kerk kleiner en kleiner is geworden, het werpt ons wel op de fundamenten terug: wat kun je blij zijn als je een medechristen ontmoet, van welke soort dan ook. Voor mij persoonlijk geldt dat ik me meer verwant voel aan een gelovige rooms-katholiek dan aan een protestant die het geloof in een persoonlijk God er aan heeft gegeven.

Op allerlei gebieden is er van toenadering sprake: onlangs nog schaarden protestanten zich achter een verklaring over de rechtvaardiging die eerder door rooms-katholieken en lutheranen was opgesteld. Nu is dat op zichzelf een papieren werkelijkheid en de discussie zal voortdurend gevoerd moeten worden of we elkaar werkelijk begrijpen en ook hetzelfde bedoelen, maar duidelijk is dat het gesprek intensief gevoerd wordt. Zowel het protestantisme als de kerk van Rome zien er anders uit dan vijfhonderd jaar geleden. Rooms-katholieken staan open voor een verstaan van rechtvaardiging à la de Reformatie, terwijl protestanten erkennen dat ze Maria eeuwenlang ondergewaardeerd hebben.

Tegelijkertijd blijven er verschillen. Toen ik daarover een tijdje geleden met een vriend, dominicaner monnik en theoloog, sprak, kwamen we tot de conclusie dat de grote kwestie niet de rechtvaardigingsleer is, maar de visie op ambt en kerk. Niet heel verrassend natuurlijk, maar juist op dit punt scheiden de wegen nog altijd. Het oecumenische gesprek zal er niet bij gebaat zijn als we deze lastige thema’s uit de weg gaan. Hopelijk hebben we sinds de Reformatie voldoende geleerd om met open vizier de broederlijke dialoog aan te gaan.

Prof. dr. Arnold Huijgen doceert systematische theologie aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Voor meer informatie en wetenschappelijke bijdragen zie zijn website: https://arnoldhuijgen.nl/