Christenen in Irak – blijven of vertrekken?

MgrYousif01bd

Het is belangrijk om de voornaamste uitdagingen van onze tijd te overdenken, vooral in onze streek van het Midden Oosten. Het kan helpen om de enorme vraagstukken te verklaren die ons sinds tientallen jaren beroeren, maar vooral sinds 2003, het jaar van de Amerikaanse inval en de val van het regime Saddam Hoessein.

Het is ook belangrijk te overzien wat er gebeurd is, het fenomeen ISIS te begrijpen en vooral een antwoord te vinden op de vraag: Wat is de toekomst van de christenen in het Nabije en Midden Oosten? Blijven of vertrekken? Op welke principes de relaties met de moslims aanknopen?

We kunnen heel uiteenlopende wijzen van handelen waarnemen: een aanpak die buiten de christelijke gemeenschappen zichtbaar is en een aanpak binnen de christelijke gemeenschappen. Voor buitenstaanders is het Midden Oosten de wereld van de moslims, die nooit in staat was om weg te raken bij de conflicten en dat vanaf het begin van de zevende eeuw tot aan de komst van IS. Voor ons echter is het hetzelfde verhaal dat zich herhaalt en de herhaling is een markante trek van de moslimgemeenschappen; een herhaling die gaat van het gebed tot aan het dagelijkse leven dat van religie doortrokken is. Hier in het Oosten is het zo anders, hier is religie overal, maar geblokkeerd, niet bewust aanvaard en bovenal conflicterend. Verboden hebben niet het karakter van kritiek of hang naar verandering, maar worden gemakkelijk aangescherpt tot steeds sterker overdrijving die de geesten aantast. Vergelijken we IS met Al Qaida, blijkt dat laatste „kinderwerk” vergelijken met het machtsmisbruik en de misdaden begaan in een tiental jaren. (IS gaat terug tot 2006).

Einde van IS

In deze maanden gaat IS de ondergang tegemoet, de verbanning uit Mosul is logisch. Velen hopen op een terugkeer van het normale leven, vooral voor de meest kwetsbare leden van onze maatschappij, zoals de christenen, de Yezidi en andere minderheden. Zouden zij hun huiselijke haard weer kunnen herstellen? Een grote vraag waarop nog niemand het antwoord kent. Maar allen keren terug met hun verhalen en met wensen die ze zelf niet helemaal geloven; ze hebben niet alleen de vrede met hun buren verloren, maar hun geheugen is vol van de  verschrikking en het lijden en het grote aantal slachtoffers met name onder de yezidi.

In dit soort tijd reiken de garanties die men tracht te geven niet verder dan de vergadertafels en de congressen die overal welig tieren. In feite zijn dergelijke beloftes, en het feitelijke verzet twee zeer verschillende zaken.

Zelf heb ik een groot aantal van dit soort bijeenkomsten bijgewoond en ik constateer dat geen van de deelnemers ooit een bepaalde lijn wil passeren. De kernvragen worden in nutteloze woorden ingepakt en vooral is tekenend dat verplichtingen worden vermeden.

Fanatisme en sektarisme

Het optreden van IS volgt een meedogenloos patroon: decennialang was het zaaien van haat en de weigering andersdenkenden te accepteren topthema in de politiek, maar vooral in religieuze betogen. Niet vergeten moeten we daarbij het VN-Handvest van de Rechten van de Mens, dat in de Arabisch-islamitische wereld werd afgewezen, die vroeger sterk nationalistisch was en nu theocratisch. Alle regeringen weigeren dit Handvest. De vervreemding van de vrouwen – de helft van de mensheid – maakt ook deel uit van deze weigering.

Sta mij een vergelijking toe: alle gemeenschappen keuren pyromanen af, waarom keurt men niet degenen af die vuren van muiterij en sektarisme ontsteken? Dat soort predikers geniet hoog aanzien in bepaalde landen, zoals iedereen weet. Zowel op televisie als op de moskeekansel, en vooral op Internet. Enkele voorbeelden van fatwas of redevoeringen:

–   Elke religie die geen Islam is, is Kufr (ontrouw of geestelijke stoornis)

–   Elke niet-mohammedaanse plaats van eredienst is het huis van ketterij en dwaling.

–   Wie denkt dat kerken huizen van God kunnen zijn is een ontrouwe.

–   Het is verboden de niet-moslims op hun feesten te groeten.

In preken vraagt men om aan weduwnaars hun vrouwen terug te geven en ouders aan de wees-kinderen en zo nog een aantal zaken. Waarom zouden we dan verbaasd zijn dat dergelijke van oudsher herhaalde preken mensen opleveren die bereid zijn om te doden. Ook de bronnen van IS zijn uitgebreider dan velen denken.

Het woord „weerstaan” heeft meerdere betekenissen. Men kan zeggen dat IS verzet bundelde en het was nodig om veel landen te verenigen in de strijd tegen IS. Wat we tot op heden missen is een duidelijke visie om dit hele verschijnsel aan te pakken. Want IS is maar een klein deel van het verschijnsel in de (Arabische?) moslim-politiek. Persoonlijk ken ik geen instantie die in staat is een helder weerwoord te geven, men stelt er zich tevreden mee de misdaden van IS te beschrijven. Het zou echter nodig zijn om wereldwijd de waakzaamheid te verscherpen om dit soort verschijnsel in te perken, dat in meer dan één opzicht lijkt op alle totalitaire regiems: nationaal-socialisme, fascisme, communisme… IS heeft zich bediend van alle terroristische experimenten voorafgaand aan de Koude Oorlog.

Vooral ben ik van mening dat alle takken van menswetenschappen zich zouden moeten buigen over de wereld van de islam, die in een houdgreep is genomen; de moslims werden bedrogen om hun geloof, hun godsdienst is als het ware gekaapt, (er werd een bruut wapen van gemaakt). Alle middelen die tot op heden worden ingezet lijken ontoereikend, zoals het besluit van president Al Sisi, die verboden heeft om de Koran te onderwijzen, en oplegt om deze te vervangen door ethiek en maatschappelijke thema’s.

Zeker zouden Internationale Juristen een nauwgezet onderzoek moeten doen, een strafproces  zonder welwillendheid (politieke correctheid) moeten opstarten aan het Internationale Strafhof in Den Haag. En dit niet alleen gericht tegen de directe criminelen van IS e.a., maar ook en vooral tegen hun leveranciers van geld en wapens en de ideologie.

Ons planetair immuniteitssysteem raakt in paniek voor de pandemieën en vooral door de resistentie van bepaalde bacteriën of microben. IS zou gezien kunnen worden vanuit die invalshoek, en mogelijk zelfs gevaarlijker.

Na IS, de zondvloed?

De fanatici van IS verstoren alle analyses, omdat zij altijd tot het uiterste gaan door hun politiek van de verbrande aarde; ze maken zelden gevangenen en denken op geen wijze na over toekomst.

Iedereen bekent zijn onmacht tegenover dit fenomeen en stelt de vraag waarom IS met name in deze periode is opgekomen? Allen erkennen ook dat de dreiging alomtegenwoordig is en dat betekent een groot verschil met alle voorgaande problemen in de wereld. Tot op heden hadden we, onder de meeste dictatoriale regiems, angst voor het regiem, men probeerde zich te verstoppen of te emigreren naar andere oorden. Maar deze dreiging is onduidelijk, de terreur kan altijd aankloppen, waar en wanneer ook. De terreur heeft het voordeel van het initiatief, het is in staat jongeren aan te trekken uit bijna alle landen om hen te indoctrineren, om hun zielen ongevoelig te maken en hen tot moordmachines te maken. Wij zijn daarom van een situatie van vrees (concreet) overgegaan in een situatie van angst (abstract). IS eist heel snel zijn daden op, het is ervaren, het weet de media te gebruiken en de hele planeet te raken. Dit is de keerzijde van de globalisering, een keerzijde van terreur en meedogenloosheid. Er zijn er die zich afvragen of zelfs niet de wereldvrede op het spel staat? Er verschijnen veel hypothesen, de beweging zelf speelt met occulte gevoeligheden.

Gelukkig zijn er mensen die weerstand bieden tegen deze constatering. Ik noem het boek van Antoine Leiris, die 13 november 2015 zijn vrouw verloor bij een aanslag en stelt: „Mijn haat krijgen jullie niet.” Hij waarschuwt in zijn boek tegen de „nederlaag van het denken”. Een dergelijk document en getuigenis tegen de verschrikking is een wapen van de beste soort.

We kunnen vragen stellen bij financiële bronnen van de terreur, mogelijk gemaakt door alle internationale structuren die voortdurend kwetsbaarder worden – door zwakte of door de prioriteit van de winst.

Voorbeelden: De prijs voor olie is in 2014 gedaald, die kwam op ongeveer $50 per vat; IS echter kreeg olierijke gebieden in handen en verkocht voor $3 per vat. Geld stinkt niet, geen van de oorlogvoerende mogendheden weerstond die verleiding om met DAESH te handelen: overdag vijanden, in het donker vrienden.

Mogelijk zijn de internationale gremia traag geweest met reageren, met het begrijpen van de ernst van de situatie. We kunnen hieraan toevoegen de problemen die eigen zijn aan het Midden Oosten, zoals verouderde instituties en incapabele organisaties; ik denk dan aan de Verenigde Naties, en zoiets als „déjà vu” bij de toename van totalitaire ideologieën aan het begin van de twintigste eeuw, de volkerenmoord in het Ottomaanse Rijk op ongeveer 3 miljoen Armeniërs, Assyriërs, Chaldeeën en Grieken. Wat jammerlijk gezien kan worden als een inleiding op een andere volkenmoord, dertig jaar later, de holocaust op de Joden.

De Kerk, een project van verzet.

Het gebrek aan moed alom, is de andere kant van deze situatie, evenals het gebrek aan planning voor de lange termijn. Ondanks prijzenswaardige pogingen – maar wat betekenen die – worden wij heen en weer geslingerd tussen pessimisten en optimisten en tussen die twee in gaat er veel verloren. In een dergelijk soort periode verscheen Christus, die zijn leerlingen op pad stuurde om gemeenschappen van broederlijkheid te stichten, juist in een wereld waarin wolven rondgaan „die menen aan God een dienst te bewijzen door u te doden”. (Joh 16,2).

Maar de Kerk weet dat het kwaad niet kan overwinnen; die weet ook dat het goede aanstekelijker is dan het kwade, die heeft dat begrepen aan de voet van het Kruis van Jezus. Christus, het Goede, is sterker. De Kerk heeft zich over de kwetsbare mens gebogen in al zijn hoedanigheden.

Sedert die dag brengt de Kerk heiligen voort, verzetslieden, getuigen van hun tijd, zij die leren en duiden. Ik wil twee voorbeelden noemen die de Twintigste eeuw kenmerkten: als twee zinnebeeldige figuren die de weg hebben bereid: aan het begin van de eeuw was dit Charles de Foucault (1858-1916) die naar de Sahara is gegaan, bij de Touaregs, de meest gemarginaliseerden, om te getuigen en in stilte te aanbidden. En aan het einde van de Twintigste Eeuw was het Moeder Theresa (1910-1997). Zij is naar India gegaan om de wereld wakker te schudden voor de ellende van een groot deel van de mensheid.

Die twee heiligen hebben – terwijl ze Europeanen waren – zoals Abraham, hun geboorteplaatsen verlaten en zijn ver weg getrokken naar waar God, Die hen nodig had, op hen wachtte. Zo hebben zij voor de volgende generaties een weg bereid. Zij toonden al langs welke weg de wereldwijde geloofsverbreiding moet worden aangepakt. Het betekent dat geen enkel volk aan zichzelf genoeg kan hebben. Met name waar geleden wordt aan „vernietiging van de intelligentie”, aan terreur die een religie aan zich onderwerpt en haar verlamt, een soort demonische bezetenheid zoals het Evangelie dat uitdrukt – met name daar mag een volk niet aan zichzelf worden overgelaten. Deze nieuwe ideologieën, erfgenamen van sekten, graven hun voren diep in de sociale lagen van de ongeschoolden – het nieuwe gezicht van armoede in onze samenlevingen – en verleiden vooral de jeugd die ziek is van het modernisme en de werkloosheid, die een hele jeugd lang leefde in de trieste voorsteden van de banlieu.

IS is dus erfgenaam van de sekten, haar methode is gebruik van stok en stroop; het „paradijs garanderen met 72 maagden” middels moordpartijen. Wie kan hen weerstaan en de jeugd tegen hen waarschuwen? Wie oog heeft voor de onderontwikkeling in de sociale basisstructuren, mensen bijeengepropt in die trieste steden, die zal snel zijn onmacht onderkennen.

Zijn we niet bezig onze tijd te verliezen met bijkomstige zaken? Vooral bepaalde politici lopen vast in de vicieuze cirkel van identiteit en gemeenschap. IS heeft al te veel kwaad aangericht. Het wordt tijd ons van de toekomst bewust te worden. De wereld heeft, vooral in de afgelopen eeuw, vergelijkbare vormen gekend: nazisme, communisme, fascisme… Moeten we een eeuw wachten om de onvermijdelijke gevolgen te begrijpen? Er waren terughoudende en aarzelende personen tegenover dergelijke ideologieën, die geloofden aan dialoog, maar is een dialoog met dat soort sekten mogelijk?

Moeten er eerst weer miljoenen slachtoffers vallen voordat het begrepen wordt? De tijd is gekomen voor de moslims van goede wil, degenen die het goede willen, om een duidelijke positie in te nemen en niet oppervlakkig te blijven, want het extremisme en terrorisme vormen een bedreiging voor de hele mensheid.

We moeten een gezamenlijk front vormen en elke haatdragende vorm isoleren, om overal coëxistentie te realiseren – onze verschillen niet laten leiden tot verwerping maar tot respect voor het staatsburgerschap en tot een positieve scheiding van „Kerk” en Staat.

Voor dromen van een toekomst voor het Midden Oosten en Irak in het bijzonder, zou men de vraag moeten stellen: weerstand bieden? Ja, maar waar te beginnen? Voor christenen is de vraag des te dringender aan de orde, want het gaat om het verdwijnen van varianten die het mooie mozaiek van ons land uitmaken. Het Evangelie daagt me uit, confronteert me met de vraag of ik die ideologie het hoofd weet te bieden en alles doe om haar te ontmaskeren, door een cultuur van vrijheid te verspreiden, intelligentie, openheid, tolerantie, liefde, broederlijkheid, het samenleven, het respect voor de rechten van de mens en van de verscheidenheid.

Dit zal enkel mogelijk zijn door de basis te leggen via opvoeding en blijvende ontwikkeling door programma’s voor vrede en stabiliteit. Net zoals de samenwerking voor een eerlijke rechtspraak door een moedige dialoog heen moet die de crises het hoofd kan bieden, de crises die de hele regio hebben getroffen en ons hebben uitgeput. Zo kan dat een rechtstaat opleveren en instellingen in dienst van het algemeen belang.

Dat moet ons ook helpen om als christenen te blijven en niet te bezwijken voor de verleiding om te emigreren; emigratie is nooit een goede oplossing, maar vaak een vlucht. De emigrant zal vaker dromen van zijn vaderland, hij sleept ontelbare teleurstellingen met zich mee, hij zal enorme inspanningen moeten verrichten  en zijn energie verbruiken om in een land te leven en in een cultuur te verblijven waarin hij gekwetst is aangekomen en waar hij geen houvast heeft; daarom zal hij een vreemdeling blijven!

Daar staat tegenover dat wij, zelfs als we „minderheden” blijven in het Midden Oosten, daar thuis zijn. Dit op zich is vaak heilzaam gebleken en heeft ons dikwijls aangespoord tot meer dynamiek. Met de weinige vrijheid die wij soms hebben genoten, hebben wij kunnen uitblinken: door de eerste drukwerken van de regio, de eerste scholen, de ziekenhuizen en vooral door een andere cultuur. Wij hebben vooral ook vaak de brug kunnen zijn tussen de gemeenschappen en de vreemde volken, door hun talen te leren, hun boeken te vertalen, onze gemeenschappen te ont-wikkelen via de kennis en inzichten. Ons patriottisme heeft altijd een dam kunnen opwerpen tegen mislukking en het verval dat andere gemeenschappen hebben gekend.

De problemen nu treffen vooral degenen die tot de verslagen meerderheid behoren die de diepste crisis in haar geschiedenis doormaakt; we zouden kunnen zeggen dat ze slachtoffer zijn van een collectieve depressie, die verlammend werkt en het zicht op toekomst ontneemt. De verlamming wordt zichtbaar ten overstaan van dit geweld, die meerderheid is zo in feite het eerste slachtoffer. (Een verantwoordelijke voor de Soennitische gemeenschap heeft mij bekend dat DAESH tijdens de uitoefening van zijn macht in Mosul 390 imams van moskeeën heeft geëxecuteerd, hen namelijk die zich niet volledig onderwierpen aan de ideologie van DAESH.)

Weerstand bieden, of laf zijn en vluchten!

Van hieruit (Irak) bezien kinkt me de emigratie naar Europa als een te makkelijke stap. Het is zelfs een te zware last geworden voor de ontvangende landen, en soms zelfs een gevaarlijke dreiging. Zou men zich de hulp aan het Midden Oosten niet anders kunnen voorstellen? Ik zou zeggen dat het mes dan aan twee kanten snijdt, van hieruit gezien: want wat ons wacht zijn opeenvolgende crises, waarvan de laatste erger is dan de vorige. Zoals de vraag wat ons zal wachten na de bevrijding van Mosul. Het is dus nu van belang de valkuilen in de voorgestelde besluiten waar te nemen, om een juiste weg in te slaan. In plaats van te geloven in de emigratie als enige oplossing zou men aan een nieuw „Marshall-plan” kunnen denken. De vraag is gedeeltelijk economisch, maar zij is bovenal wereldomvattend en moet van alle kanten worden bezien zowel voor de korte, de midden als de lange termijn.

Om dit in het kort samen te vatten:

De weerstand in Irak en de regio manifesteert zich tegen democratie:

Tijdens de Amerikaanse bezetting van Irak in 2003 hebben ze vertrouwd op het gemeenschapsgevoel, hopend daarmee een eerste ontwerp voor een democratie te hebben; maar dat leverde tegengestelde resultaten op door een toename van sektarisme. Ze hebben de strijd gewonnen maar de vrede verloren. Sinds 14 jaar ziet het volk enkel ruïnes en doden, er is geen verbetering van het dagelijks leven, wat ons verder verwijdert van een droom van democratie. De Irakezen werden niet geworven voor een gezond proces van gemeenschappelijke opbouw, en met name de uitsluiting van de Soennieten werd rampzalig voor allen en leidde tot de vorming van IS.

Verval van leiderschap en lange termijn visie:

Het probleem van identiteiten werd een valkuil voor allen die onze samenleving zouden opbouwen; de milities van de diverse groepen hebben vervolgens een noodlottige rol gespeeld in het uiteenvallen van het volk. De vraag is: hoe zich te ontdoen van deze afhankelijkheden die verantwoordelijk zijn voor de conflicten, wraaknemingen, schuldregelingen, die de minderheden tot wanhoop brengen en alle zicht op mogelijke toekomstige vrede ontnemen. Hoe weerstand te bieden aan die algemene desintegratie en een nationale identiteit geloofwaardig te maken – liever dan terug te keren tot tribalisme en sektarisme?

Weerstaan betekent het hoofd bieden:

De weg naar volwassenheid zal via het parlement gaan, en die weg zal lang zijn; zo zal er ook een rol zijn voor de academische instellingen en de economische diplomatie om het hoofd te bieden aan de interne corruptie die het land bederft (sinds 2003). Een vrede voor allen gaat via de wederopbouw van een gezonde economie, daarbij vermijdend dat de internationale hulp een last wordt die onze economie en sociale afhankelijkheid zou vergroten.

Profiteren van de ervaring van andere landen:

Door nauwkeurig te kijken naar de internationale hulp om de problemen op te lossen en de ervaring van de ontwikkelingslanden te delen, vooral die welke uitwegen uit de crises hebben weten te realiseren. Zo zullen we leren op onszelf te vertrouwen, zelfs als we de buikriem moeten aantrekken voor een verantwoorde groei. We zouden moeten beginnen ons bezig te houden met de landbouw en industrie, om niet te vervallen in de huidige onbezorgdheid van het op hol geslagen verkwisten.

We moeten de moed hebben internationale waarnemers uit te nodigen en raadgevers, om hen te overtuigen van de oprechtheid van de maatregelen, daar niet voor terugschrikken en steeds dezelfde vergissing maken.

Deze praktijken, met de eerlijke wil tot verzoening, zullen moeten ontstaan op basis van de actuele gegevenheden, en de positieve signalen bestaan uit de hoop dat de volkeren van de wereld altijd broederlijk en zusterlijk verbonden zijn zoals het lied van de Europese Unie dat zegt, genomen uit de 9de Symfonie van Beethoven. Dit hoop ik voor de hele wereld.

Dit artikel werd uit het Frans vertaald door Y. Höhne-Sparborth