p. Jan van der Zandt m.s.c. is landelijk coördinator van het pastoraat voor woonwagenbewoners in Nederland. Als geen ander kent hij deze gemeenschappen. In samenwerking met het Missionair Service Centrum in Tilburg nam hij het initiatief om ervaringen en verhalen van Roma en Sinti op schrift te stellen. Er zijn tot nu drie kleurrijke “levenswerkboeken” over Roma en Sinti in Nederland verschenen.
Het eerste levenswerkboek “Toen, nu en dan?” verscheen in 2015. Het gaat over de ervaringen van drie dertigers, die hun plaats in de Nederlandse samenleving proberen te vinden. Diverse aspecten komen hierin aan bod. De dertigers vertellen over hun ouders en voorouders, hun kindertijd, de wijze waarop verbintenissen tot stand komen, de jonge Romagezinnen, de omgang met geld, schulden en armoede, het zoeken naar werk, het probleem van discrimintatie, de betekenis van religie en de lange weg naar integratie.
De ervaringen worden op een directe en toegankelijke manier verteld. Zondere opsmuk. Duidelijk is dat in de wijze van leven van Roma en Sinti zich in vergelijking met de vorige generaties grote veranderingen hebben voorgedaan, zij het dat ook de jonge generatie zich veelal nog steeds aan de rand van de samenleving bevindt. De hoop van de dertigers is, dat hun kinderen het beter zullen hebben dan zij zelf: “Ook al schiet ze er zelf bij in, als moeder is ze vastbesloten om de derde generatie Roma in Nederland alle kansen te geven die de andere twee niet of te weinig kregen. Goed onderwijs, een beroep, werk, geen uitkering, geen schulden. Het zal anders en beter worden voor haar kinderen. Daarvan is ze overtuigd. Bijna als blijk van haar gelijk, komt op datzelfde moment haar dochtertje vrolijk kwebbelend de trap af met in haar armen enkele poppen. ‘Kijk’, wijst ze, ‘ze loopt er de hele dag mee rond. Poppen heb ik nog nooit in mijn leven gehad. Zij speelt met twee.’
Verleden
“Het verleden is nog zo dichtbij” is de titel van het tweede levenswerkboek. Hierin gaat het op de eerste over herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog. ‘Wij hebben alle drie, vanaf het begin van ons leven, de angsten van onze eigen moeder ervaren: “Mama heeft op een onmenselijke wijze drie zussen met hun gezinnen in Auschwitz verloren.” Als wij in onze gesprekken hierover spreken, is het alsof we omzien, alsof we achterom kijken en zo mama nog altijd in haar angstige ogen kijken. Het verleden is nog zo dichtbij.”
Het boekje handelt verder over de grote problemen die Roma en Sinti ondervinden bij de integratie in de Nederlandse samenleving. Tot overmaat van ramp misten ze vanwege gebrek aan informatie de mogelijkheid om een beroep te doen op de Weg uitkering Vervolgingsslachtoffers 1940-1945.
Werken aan de toekomst
Het derde boekje met de titel “Werken aan de toekomst” kwam tot stand tijdens de bijeenkomsten rond projecten voor bijscholing van kinderen. Tijdens deze bijeenkomsten vertelden de vrouwen over hun leven van alledag. Jan van der Zandt bracht daar een thematische ordening in aan: leven op een woonwagencentrum, onderwijs van onze ouders, Sintitaal, stress, geloof, als de één lijdt, lijden we allemaal mee, eenzaamheid, muziek en de positie van de vrouw.
In het eerste deel van het boekje is een tekst opgenomen van p. Antoon Eggink m.s.c. over de geschiedenis van de Sinti. Eggink geeft een inkijkje in de herkomst van het Sintivolk, hun cultuur en taal.
Het doel van deze publicaties is om de onverschilligheid jegens de Sinti-cultuur, muziek en taal te veranderen in positieve belangstelling en echte betrokkenheid. Dat kan inderdaad het beste door Roma en Sinti zelf over hun leven te laten vertellen en hun waardigheid te respecteren. Het openingswoord van dit derde deel getuigt daarvan: “Wij zijn trots op onze cultuur, muziek en woonwagens. In dit boekje vertellen wij hierover. Onze ouders en voorouders zijn ons voorbeeld. De Tweede Wereldoorlog is voor onze ouders en grootouders een dieptepunt geweest. Velen van hen hebben na die vreselijke oorlog het vertrouwen in de samenleving verloren. De trots van het eeuwenoude Sintivolk te zijn, hielp hen verder. Wij zijn de derde generatie van degenen die de oorlog hebben overleefd. Wij helpen onze kinderen, de vierde generatie, verder. Wij zijn de jongere generatie Sinti en doen er alles aan om in de voetsporen van onze ouders te treden en samen in vertrouwen aan de toekomst te werken. Alleen zo kunnen we de Sinticultuur behouden en overdragen op onze kinderen.”