Met dit thema trof de regionale vlaams-nederlandse DIMMID-groep zich in Westmalle’s OLV abdij van het H. Hart eind juni. Het was niet toevallig dat de twee conferenties – respectievelijk van Luc Omar Vandenbroeck [algemeen-secretaris van het Executief van Moslims in België] en Henry Vesseur [Abt van de S. Willibrord abdij Doetinchem] cirkelden rond gastvrijheid. In de voorlaatste bijeenkomst te Averbode was immers de Nederlandse vertaling van Pierre de Béthune’s boek over gastvrijheid “Gastvrijheid is heilig: over intra-religieuze dialoog” aangeboden.
De Béthune was jarenlang algemeen-secretaris van de wereldwijde Monastieke Interreligieuze Dialoog (DIMMID) en als Benedictijn zeer betrokken bij de regelmatige ontmoeting van westeuropese monniken en monialen met Japanse Zen communiteiten. Maar sinds recente ontmoetingen met Shi’a groepen en o.a. de dramatische gebeurtenis in de Trappisten-communiteit van Tibhirine (en waarschijnlijk ook alles wat er in de westerse samenlevingen veranderde na 9/11) is de interreligieuze dialoog in West-Europa meer verschoven naar de ontmoeting met Moslim geloofsgemeenschappen. “Selem aleikum – Sjalom aleichem – Pax vobiscum”.
Benaderingswijze
Is vergelijking echter mogelijk zelfs als je zorgvuldig de vraag “wat geloven wij” onderscheidt van “hoe beleven we ons geloof?” Zo bijvoorbeeld het getijdengebed, het vasten, de belasting of aalmoezen en de pelgrimages naast de inzet van het geloofsgetuigenis. Een Benedictijn of Trappist vraagt zich dan af “wat (voor soort tekst) is een Regel gebaseerd op de Schriftuitleg van de vroege patres?”. De ontmoeting bij gastvrijheid is een kantelmoment voor gast en gastvrijheidgever: “waarom kruist iemand mijn pad?” wordt een geloofsvraag. Een vraag die tijdens onderlinge discussies des te urgenter kan worden.
De dagbijeenkomst werd “onderbroken” door een middaggebed met Soefi geloofsbroeders (en een –zuster uit de regio Antwerpen en Brussel) en de nonnen bij het koorgebed van de Trappistenbroeders in de kerk. Verschillende vormen van liturgische gastvrijheid, zoals beide sprekers op verschillende wijze gast waren in de ruimten van de abdij : “hoe lieflijk zijn uw woningen” [ps. 84.2] of “in het huis van Mijn vader zijn vele woningen…” [Joh.14.2]. Zouden dan toch de misjkenot en de monai naar elkaar verwijzen?
Te gast zijn
Onvermijdelijk wordt een referaat over het “te gast zijn” van een Moslim in West-Europa gekleurd door het vreemdelingschap voor wie het lastig moet zijn om de sociaal-culturele dimensie en consequenties te onderscheiden van de persoonlijke geloofbeslissing. Die vaak een nieuwe relatie binnen de eigen familie betekent. Men wordt “gast in eigen huis”. Dit ligt anders voor de monastieke gastvrijheid, hoewel ook dom Vesseur gevoelig was voor het feit dat iemand die nooit zelf (langdurig) gast – en dus afhankelijk – geweest is in een andere omgeving zich dat moeilijk kan inleven. Mensen betrokken in missie en apostolaat ondervinden aan den lijve wat dat met je doet. Bij de intrede van de monnik vraagt hij aan God en zijn medebroeders “suscipe me…” en is niet langer gast.
Broederschap en gastvrijheid
Dom Henry merkte op hoe in de Brief aan de Hebreeën [8.11] gesproken wordt over broederschap en gastvrijheid: God is gastheer voor de volken. Het Johannesevangelie spreekt over het niet-vanzelfsprekende van gastvrijheid: “Hij kwam tot de zijnen en ze hebben Hem niet herkend” [1.10-11]. De Regel maakt duidelijk dat er een verschil is tussen de antieke en vroegchristelijke gastvrijheid. In Cap. 53 heet het “dat alle gasten moeten worden ontvangen als Christus zelf” [Matt.25.35]. Eerst het gebed en pas daarna de vredeswens of – kus. Tijdens zijn verblijf mag het silentium en het vasten gebroken worden maar de gastvrijheid mag niet ten koste van het eigen engagement gaan. Een afweging zonder de ander uit te sluiten. En plaats maken voor messiaanse verwachting. Die betekenis werd later teruggegeven door de jongste Moslim deelnemer die getuigde dat hij het kloosterleven in de huidige tijd als een geschenk beschouwt, een geschenk dat zichzelf moet beschermen. Over vrijheid gesproken ….