Waar het gesprek over zou moeten gaan

IMG 7367 275x300

Op het in september 2019 te verschijnen boek ‘Spirituele oecumene: Over de vele vormen van onze gezamenlijke en persoonlijke omgang met God’, wordt op facebook erg negatief gereageerd. Een enkele post leidde tot een oprisping van boosheid en verontwaardiging, waardoor dit boek nog vóór verschijnen in een verkeerd daglicht komt te staan. Beter gezegd, in de schaduw van een andere kwestie: de man-vrouw verhouding in theologie en kerk. In deze bijdrage wil ik bespreken hoe het proces naar de totstandkoming van dit boek verlopen is, wat hier zo onverhoeds gebeurde om er vervolgens voor te pleiten terug te keren naar de zaak waar het in dit nog niet gelezen boek over zou moeten gaan: de vele vormen van onze gezamenlijke en persoonlijke omgang met God.

Een mooi plan

De uitnodiging om een bijdrage voor deze bundel te schrijven ontving ik op 1 maart 2018 per mail. De initiatiefnemers dr. Klaas van der Zwaag en dr. Herman Speelman ken ik goed. Met Klaas van der Zwaag bezocht ik o.a. grote oecumenische conferenties van de Wereldraad van Kerken en met Herman Speelman gaf ik enkele jaren geleden een inleiding oecumenische theologie aan de Priester- en Diaken Opleiding Bovendonk in Hoeven. Hun plan klonk mij als muziek in de oren: ‘met deze laagdrempelige, dat wil zeggen, eenvoudig geschreven, Nederlandstalige bundel beogen wij een breed kerkelijk publiek te enthousiasmeren voor de oecumene in ons land. Wij zijn van mening dat onze tijd daar om vraagt en rijp voor is.’ Ik heb niet geaarzeld en laten weten dat ik voor deze bundel graag een artikel wil schrijven waarin ik uitleg wat in de Katholieke Kerk onder spirituele oecumene wordt verstaan.

Half juli 2018 heb ik mijn artikel onder de titel De dynamiek van de Geest in de oecumenische beweging naar katholiek inzicht’ ingeleverd. Daarvóór had ik van de redactie al de lijst van scribenten ontvangen. Die heb ik voor kennisgeving aangenomen. Achteraf kun je daar van alles van vinden, maar de samenstelling van een bundel behoort tot de verantwoordelijkheid van de redactie. Op dat moment heb ik evenmin aanleiding gezien om de redactie opmerkzaam te maken op andere katholieke auteurs (v/m). Het redactieproces duurde wat langer dan gepland. In januari 2019 kreeg ieder gelegenheid om de tekst nog aan te passen. Eind juli 2019 ontvingen we de drukproef met het verzoek vóór 7 augustus te reageren. Daarmee was het redactieproces afgerond en ging het boek in druk. Op zaterdag 28 september zal het boek op een conferentie in Amersfoort worden gepresenteerd.

Ophef

Tot zover was er niets aan de hand totdat op 16 augustus via een post op facebook de discussie gericht werd op de man-vrouw verhouding van de auteurs die aan deze bundel hebben meegewerkt. Dat gebeurde onder andere op de facebook-pagina van de Katholieke Vereniging voor Oecumene, een pagina die we zeven jaar geleden in het leven hebben geroepen ten behoeve van een vrije gedachtewisseling over oecumenische thema’s en ontwikkelingen. Leden van de groep brachten hun boosheid en verontwaardiging tot uitdrukking over het feit dat 48 van de 50 auteurs man zijn en dat de stem van vrouwen in dit boek node wordt gemist. Hoewel ik kritiek op deze erg scheve verhouding best begrijp, stoorde ik me zeer aan de stroom negatieve en soms ronduit giftige reacties en voelde ik me tegelijkertijd als scribent te kijk gezet. Er werd zelfs druk op de scribenten uitgeoefend om de eigen tekst publiekelijk terug te trekken, wat technisch en juridisch helemaal niet kan.

De redactie reageerde met een korte verklaring waarin inhoudelijk niet werd ingegaan op de ontstane verontwaardiging. Misschien onderschatten ze de stemming en de sfeer in dit oecumenisch veld waar het thema man-vrouw verhoudingen zwaar weegt. In ieder geval was op sociale media hoon hun deel. In Trouw liet Klaas van der Zwaag later weten dat namen van vrouwelijke theologen bij het voorbereiden van deze bundel niet naar boven waren gekomen. Ik weet van beide redacteuren hoe blij ze waren met het enthousiasme waarmee in brede kring vanaf het begin op hun initiatief werd gereageerd. Aanvankelijk was het de bedoeling een bundel met 30 a 40 bijdragen uit te brengen. Het werden er 50. Ik steek voor beiden mijn hand in het vuur: zij hebben geen theologen uitgesloten, omdat zij vrouw zijn.

Zelfreflectie

Vanwege de commotie ben ik bij mijzelf nagegaan of en hoe dit anders had kunnen lopen. Maar ik vind het een vreemde gang van zaken dat ik publiekelijk verantwoording zou moeten afleggen om een tekst, die ik in vrijheid en om niet geschreven en aangeboden heb, niet terug te trekken. Dat gaat te ver. Maar als het de zaak zou dienen, ben ik daar nog wel toe bereid. In de katholieke theologische wereld van ons land is het allang geen kwestie meer of bijdragen van vrouwelijke theologen nodig en waardevol zijn. De Kathollieke Vereniging voor Oecumene biedt graag een podium aan vrouwen en mannen om bijdragen te leveren over alle aspecten van de oecumenische theologie. Maar vaak is het niet eens zo gemakkelijk om deze auteurs te vinden. Zo zijn we al lange tijd op zoek naar vrouwen die lid willen worden van de redactie van het oecumenische digitale tijdschrift Perspectief.

Hoewel dus vrouwen in deze bundel zeer ondervertegenwoordigd zijn, heb ik op geen enkel moment overwogen om mijn tekst terug te trekken. Zoals reeds gezegd is dat na de afronding van de redactie en de correctie van de drukproef een gepasseerd station.

Wat ik aan deze kwestie vooral triest vind is dat door deze ophef de aandacht wordt afgeleid van het thema waarover wij als vrouwen en mannen, maar op de eerste plaats als christen, maar ook als andersgelovige, agnost en niet-gelovige zouden moeten nadenken en spreken in deze hyper-samenleving waarin traditionele beddingen van religieus leven er steeds minder toe doen: is er nog een weg naar God en wat kunnen die vele overgeleverde vormen van omgang met God voor mensen van vandaag betekenen? Gloort er ergens een nieuw begin? Aan dat gesprek wil deze bundel bijdragen. Tenminste, zo heb ik het begrepen. Dat vind ik waardevol. En daarom trek ik mijn bijdrage niet terug, ook niet symbolisch of anderszins.

Oproep

In mijn beleving van christen-zijn heeft de brief van Paulus aan de Galaten een bijzondere plaats. Paulus legt in deze brief uit dat de eenheid in Christus alle verschillen die ons dagelijks leven, de cultuur en de samenleving tekenen, overstijgt en opheft. In Christus zijn we vrije mensen. Maar hier wordt geen vrijheid bedoeld die zelfgenoegzaam is of macht zoekt. Bij Paulus is die vrijheid verbonden met een leven door de Geest dat vruchten voortbrengt van liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Gal. 5,23). Nu ik deze regels schrijf en weer overlees, realiseer ik me dat wij in onze praktijken en in onze levens vaak ver verwijderd zijn van wat Paulus ons voorhoudt. En dat is nu juist de grondslag van de spirituele oecumene.

Graag zou ik op onze website verhalen publiceren van vrouwen en mannen die ervaren hebben wat vriendschap en verbondenheid in Christus betekent en hoe dat hun leven vandaag richting geeft en vormt. In hoeverre het man en vrouw-zijn daar een wezenlijke betekenis in heeft, zal dan ook wel duidelijk worden. Ik nodig u, lezer (v/m), graag uit om hier eens over na te denken en als u zich geroepen voelt, er iets over te schrijven dat wij hier zouden kunnen publiceren. Verder wens ik het boek ‘Spirituele oecumene, over de vele vormen van de gezamenlijke en persoonlijke omgang met God’’ een goede ontvangst en een breed lezerspubliek. Ik hoop dat het iets in beweging brengt. Zelf ga ik die 750 pagina’s in ieder geval met veel belangstelling lezen.