Deze Pokrof opent met een artikel over de geloofsbelijdenis. Het tweede artikel gaat over het humanitaire werk van Piet Spijkers in Oekraïne. Hierna een bijdrage over het gesprek met de islam dat in het verleden door oosterse christenen werd gevoerd. Verder staan we stil bij de onlangs overleden Servische patriarch Irinej. Antonius de Grote staat centraal in een korte levensbeschrijving van hem. In ‘De Orthodoxe Kerk in Alaska’ komt een bijzondere kerk ter sprake. En in de rubriek Byzantijnse Liturgie worden de twee bestaande liturgische eretekens voor verdienstelijke geestelijken besproken, het epigonation en de nabedrennik.
Het tijdschrift Pokrof (met jaargangen 1953-2022) was gewijd aan de wereld van het Oosters Christendom. Het blad werd gemaakt door de een onafhankelijke en oecumenisch samengestelde redactie. De redactie streefde ernaar diverse aspecten van het Oosters Christendom voor een breed publiek te presenteren. Behalve aan de spirituele kant van het Oosters Christendom (liturgie, iconen, muziek) besteedde Pokrof aandacht aan de geschiedenis van Oosterse Kerken, de orthodoxie in literatuur en kunst en aan de relatie tussen kerk en staat.
Het tijdschrift Pokrof ging in 1953 als initiatief van de paters Kapucijnen van start. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd het uitgegeven door Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken. Vanaf 2001 was het een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In 2022 werd het tijdschrift omgevormd tot het Platform Oosters Christendom, onderdeel van het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud Universiteit.