Oproep tot zelfonderzoek

df88818c7a96449389fe4ad179a79bac img6 1

Russen vallen in het algemeen Rusland in het openbaar, naar buiten toe niet af, ook al hebben ze veel kritiek op wat daar gebeurt. Ik heb nagedacht waar dat vandaan komt. Dat heeft volgens mij voor veel Russen met hun identiteit te maken. Ook wanneer ze niet kerkelijk zijn, zeggen ze gemakkelijk dat ze Orthodox zijn. Het aantal praktiserende gelovigen in de Russische Federatie is maar ongeveer 6%. Maar die identiteit is zwaar beschadigt door de geschiedenis van Rusland en de Sovjet-Unie van na 1917.

De reactie lijkt een beetje op die van slachtoffers van seksueel of ander misbruik. Ze zwijgen of worden juist ongericht agressief. Ik heb ook heel concrete verhalen over dat misbruik gehoord. De Russische samenleving is gewelddadiger dan de onze. Het gaat bijvoorbeeld over iemand die ze tijdens zijn militaire dienst uit een vliegtuig dreigden te gooien, of iemand die in een kerkkoor door de dirigent geslagen werd, of een autohandelaar, die 1½ jaar gevangenisstraf kreeg omdat een concurrent een granaat in zijn auto had gelegd. Dat soort ervaringen kunnen je blokkeren. Je zwijgt uit schaamte.

De last van het verleden

Het probleem is dat in de ruim honderd jaar die verstreken zijn na de Russische revolutie verschillende keren Russen op grote schaal Russen hebben vermoord en Sovjet-burgers, Sovjet burgers. Eerst de revolutie en de burgeroorlog, dan de terreur van Stalin, en nu weer de dictatuur rond de kliek van Poetin, die volgens Sergej Chapnin twee oorlogen voert: tegen Oekraïne en tegen de burgers van Rusland zelf. De Tweede wereldoorlog is een uitzondering. Hoewel de terreur van Stalin het Rode Leger had gedemoraliseerd, hebben ze toch met veel moeite gewonnen. Geleidelijk werd men één tegen de Duitsers. Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië, vocht Nederland tegen de meerderheid van de Indonesische volkeren. De waarheid daarover is moeizaam aanvaard. Maar de daders en slachtoffers wonen in Nederland zelden naast elkaar. Je kunt geen buurman hebben, die je vader heeft vermoord. Voor Indonesiërs ligt het misschien toch moeilijker. Ze hadden toen gelijk en hebben gewonnen, maar daarbij zijn soms ook slachtingen aangericht: van communistische, van Islamitische bewegingen en van chinezen. Daarop rust nog steeds een taboe. Mijn vader had geluk, hij gaf les op een school in (toen nog) Batavia.

Commissie voor waarheid en verzoening

In Zuid-Afrika is na het afschaffen van de apartheid een “waarheidscommissie” geweest, een verdienste van o.a. de onlangs overleden bisschop Tutu. In de voormalige Sovjet-Unie is nooit een waarheidscommissie geweest. Er is geen evaluatie en verwerking van het communisme geweest. In de Russisch-orthodoxe kerk is wel voorzichtig een evaluatie geweest met de heiligverklaring van een groot aantal nieuwe martelaren en belijders. Maar dat wordt nu overschreeuwd door de rehabilitatie van de Sovjet-Unie en van Stalin. Je kan bijna zeggen dat nu zowel slachtoffers als daders heilig zijn verklaard. Er is niemand ter verantwoording geroepen en nu herhaalt dat verleden zich. Het verbod op de organisatie “memoriaal” is wat dat betreft tekenend. De pijn van het verleden zit nog in iedereen. Het sadisme van het Stalinisme keert terug. Vader Pavel Adelgeim, orthodox priester te Pskov in Rusland, zei mij tien jaar geleden al: “Poetin zal niet morgen het Stalinisme invoeren. Maar we gaan wel stapje voor stapje die richting uit.” Hij heeft helaas gelijk gekregen.

Vijandbeelden

Op dit moment worden Russische migranten aangekeken op wat er in Oekraïne gebeurt. Dat is niet terecht, ook al steunen sommige migranten Poetin. Het neemt soms absurde vormen aan. Ik zou met een bekende de film “Andrej Roeblov” van Tarkovskij nog eens bekijken. Maar hij wilde dat niet meer, “omdat hij niets meer met Rusland te maken wil hebben”. De iconenschilder Roeblov leefde in de 15de eeuw. Je kunt hem de huidige oorlog niet verwijten. Wanneer je niet denkt aan geld, is de Russische cultuur veel rijker dan het Kremlin. Ik heb met de meeste van mijn Russische kennissen in Nederland een open relatie, waarin veel gezegd kan worden. Ze zijn aangeslagen en hebben familie en vrienden in het oorlogsgebied. Een enkeling steunt Poetin luidruchtig. Mijn relaties in Rusland reageren wisselend. Een enkeling ondertekent een petitie tegen de oorlog, anderen zijn aangeslagen en zwijgen, weer anderen steunen Poetin en zijn soms hysterisch. Ik stel voor om voorzichtig met onze Russische relaties om te gaan ook bij contacten met onze Russisch-orthodoxe parochies. Ik wil hen niet dwingen om stelling te nemen en geef hun adressen niet door aan journalisten. Ik treur mee. Ik heb ook kennissen in het oorlogsgebied. Bij hysterische reacties neemt ik gewoon afstand en ga niet in discussie. Maar ik zwijg zelf niet: alle betrokkenen hebben fouten gemaakt, maar deze invasie is een oorlogsmisdaad. 

Zelfonderzoek is nodig

Ik ben een Orthodoxe gelovige. Zeker wanneer je hoger gaat in de instituties is er veel kritiek op anderen. Wanneer je leest wat in sommige orthodoxe publicaties wordt gezegd over het Westen, over protestanten, grieks-katholieken en joden dan schrik je. Er wordt haat gezaaid. Aan beide kanten van het front in Oekraïne vechten nu ook Orthodoxe gelovigen. Het is een broedermoord. Daar kun je niet simpel anderen de schuld van geven. Het vraagt om een diepgaand zelfonderzoek van de orthodoxe realiteit van dit moment en om serieuze zelfkritiek. Wanneer de Orthodoxe kerk een God/menselijk instituut is, dan is op die menselijke kant een hoop aan te merken. 

Dat zelfonderzoek zou tenminste vier punten moeten omvatten: 1) de verhouding tot andere kerken en religies, 2) het probleem van het “filetisme”, waardoor de orthodoxe kerk in verschillende nationale etnische delen uiteenvalt, 3) het probleem van de “canonieke territoria”, waardoor steeds weer ruzie ontstaat binnen de orthodoxe kerk en met andere kerken en 4) de verhouding tussen kerk en staat, de zg. ‘’symfonia”, waardoor politieke belangen de inhoud van het geloof naar de achtergrond drukken.

Paul Baars was tot 2022 hoofdredacteur van het Tijdschrift Pokrof. Hij is bibliothecaris van het Instituut voor Oosters Christendom en betrokken bij de ontwikkeling van het platform Oosters Christendom van het IVOC