jaarverslag 2011 2012





Deze week verscheen het jaarverslag van de Katholieke Vereniging voor Oecumene over het werkjaar 2011-2012. Het geeft een overzicht van de werkzaamheden in de periode vanaf september 2011 en augustus 2012. Hieronder publiceren we het voorwoord uit het jaarverslag van voorzitter Henk van Doorn. Het hele jaarverslag is digitaal beschikbaar op deze site onder de rubriek Jaarverslagen

Woord van de VoorzitterDSC00027henk

Je kunt van mening verschillen over het nut van jaarverslagen. Het zijn meestal keurig verzorgde boekwerken, die voor de lezer het belang van de onderneming of de vereniging willen benadrukken. Ook dit jaarverslag heeft die kenmerken, al hebben wij niet een beroep op kunstenaars gedaan die het met een spetterend design kunnen verfraaien. Het laat wel goed zien wat door de medewerkers en een groeiend aantal leden van onze vereniging gedaan is ter versterking van de oecumenische inzet van de katholieke kerk. Het laat ook zien dat de taak van onze vereniging nog lang niet voltooid is.

Jaar van het Geloof

Een halve eeuw geleden werd het 20ste oecumenische concilie Vaticanum II  geopend. De bisschop van Rome, die de Petrusfunctie vervult, heeft daarom 2012 uitgeroepen tot “Jaar van het geloof”. Daarmee illustreert hij het belang van dat concilie, ook voor de kerk van nu. Bij het concilie zaten de vele vertegenwoordigers van de andere kerken en kerkgemeenschappen op de ereplaatsen en zij kregen de ruimte om mee te spreken in de werkgroepen. We hebben ervaren dat oecumene een zaak van lange adem is. Voor ons als vereniging is dat de laatste jaren een extra aansporing geweest om andere accenten te gaan leggen. De geheel vernieuwde website en het oecumene-forum zijn daar tekenen van, maar evenzeer het vele andere werk dat beschreven wordt in dit jaarverslag. Oecumene doe je met velen samen. Alleen dan kunnen woorden daden worden en kunnen goede contacten vruchten dragen. 

Dit “Jaar van het Geloof” laat zien dat geloven tijd vraagt. De conciliedocumenten bevatten nog heel wat onvervulde wensen. Dat de Kerk in eeuwen denkt is een oud gezegde. Een vereniging als de onze blijft nodig, al is dat alleen maar om de geheugens op te frissen en tot daden aan te sporen. Laten we zijn als de kwastjes aan de kleding van de vrome Israëlieten, “die helpen om aan al mijn (Gods) geboden te denken en die na te leven” (Numeri 15,40).