In het Syrisch-orthodoxe klooster Deir-uz-Zafaran bij Mardin in Oost-Turkije verblijven op het moment 25 Syrische staatsburgers – christenen – die de burgeroorlog in eigen land zijn ontvlucht. Dat is een fractie van de grote aantallen Syrische vluchtelingen richting Turkije. Dat zijn overigens vooral moslims natuurlijk die de meerderheid van de lijdende Syrische bevolking uitmaken. Maar christenen zijn als minderheid die in zekere zin tussen hamer en aambeeld van regime en opstandelingen inzit, uitermate kwetsbaar. Reden voor velen onder hen ook te vertrekken.
Buiten het klooster zijn er trouwens in de stad Mardin zelf ook nog twee christelijke gezinnen. En verder zijn er in het oostelijker gelegen stadje Midyat, tot in de jaren ’70-’80 een belangrijke Syrisch-orthodoxe plaats, eveneens zo’n 120 christenen uit Syrië neergestreken.
Bodem reservepotjes in zicht
De vluchtelingen in het klooster verblijven daar al vanaf september 2012. De daaraan verbonden kosten drukken nogal op het klooster. Voor hun onmiddellijke levensbehoeften putten de vluchtelingen op het moment overigens uit eigen financiële middelen. Familie in het westen wil natuurlijk ook graag bijspringen, dat is een oriëntaalse code, ook onder de christenen: je laat je familie niet stikken. Maar zulke reservepotjes, van jezelf, van het klooster of van verwanten ver weg, raken natuurlijk een keertje op. Hun eerste behoefte is en blijft juist zo’n basale bestaansvoorwaarde als eten kunnen kopen. Van de vluchtelingen in het Deir-uz-Zafaranklooster is verder 60% kind – die niet naar school gaan! Een extra probleem natuurlijk.
Bezorgd
De Syrisch-orthodoxe bisschop van Mardin, Mor Saliba Özmen, die in het klooster zetelt, is bezorgd over hoe deze mensen goed opgevangen kunnen blijven worden in zijn klooster. Het aantal zou nog mogen lopen tot 30 mensen, maar meer dan dat kan het klooster niet hebben. En behalve de ruimtelijke en financiële capaciteit speelt ook de personele. Want naast de bisschop is er in het klooster slechts één monnik; en dan is er een kloosterschool met zo’n twintig opgroeiende jongeren, maar die komen daar om te studeren (Klassiek-Syrisch en Syrisch-orthodoxe kerkelijke tradities). Bisschop Saliba zegt ook dat als die mensen blijven, er tevens voor onderwijs voor hun kinderen gezorgd zal moeten gaan worden.
Roep om hulp
Bisschop Saliba heeft een hulproep doen uitgaan. Deze heeft meerdere instellingen bereikt die zich met oosters christendom bezighouden en die achter deze vraag om steun zijn gaan staan. De Katholieke Vereniging voor Oecumene heeft ook positief gereageerd en start een bescheiden hulpproject voor deze Syrische vluchtelingen in Deir-uz-Zafaran bij Mardin. Inmiddels heeft de Katholieke Vereniging voor Oecumene hiertoe contact opgenomen met Caritas, de katholieke charitatieve instelling in de regio. Dit om in samenwerking met hen de fondsen die we hopen op te halen voor deze vluchtelingen, in goede orde bij bisschop Saliba terecht te laten komen.
Wie van u wil dit project ‘Syrische vluchtelingen Mardin’ steunen? U kunt uw gift overmaken naar:
ING 801919
Katholieke Vereniging voor Oecumene
Biltstraat 121
3572AP Utrecht
o.v.v. Syrische vluchtelingen Mardin
Info: 030-2326907
Foto’s
– Kruisbeeld boven een poort in het eeuwenoude Syrisch-orthodox klooster Deir-ez-Zafaran bij Mardin (Oost-Turkije), aan de grens met Syrië.
– Kloostergebouwen van Deir-uz-Zafaran. Traditiegetrouw is dit klooster al jaren in de zomer een geliefde ontmoetingsplek voor Syrisch-orthodoxen uit de hele wereld die er een bescheiden tijdelijk onderkomen vinden. Sinds 2012 is het ook en vooral een toevluchtsoord voor tientallen christenen die de burgeroorlog in Syrië zijn ontvlucht. (Foto’s: L. van Leijsen)
Over de gevolgen van de burgeroorlog voor christenen in Syrië zie ook het artikel Christenen ontvluchten Syrië in het Reformatorisch Dagblad van 14 januari 2013