23 februari 2006 – Tja
De laatste dag van de assemblee is verrassend soepel verlopen. Marion Best is een bekwame voorzitter, die het proces van ‘consesbuilding’ beheerst en een zachte stem met vastbeslotenheid combineert. Na de chaotische input-ronde van gisteren, worden vandaag de beslissingen genomen. Het is koel in de zaal. De airco snort.
Rapporteurs presenteren hoe de wijzigingsvoorstellen door de desbetreffende commissie zijn verwerkt. De gedelegeerden krijgen gelegenheid zich hierover uit te spreken, nieuwe input is niet meer mogelijk. De voorzitter gaat hier soepel mee om, laat af en toe wat lopen en voorkomt zo frustraties. Gedurende het proces wordt de consensus gepeild door het tonen van oranje (ja-) of blauwe (nog niet zo ver-) kaarten. Best voelt haarfijn aan wanneer het zover is en de ene consensus volgt op de andere. Een enkele rimpeling wordt geëffend. De gevreesde V-kaart van veto wordt niet ingezet. Gedelegeerden die moeite hebben met bepaalde standpunten kunnen met een besluit van het collectief leven als ‘ze het gevoel hebben dat hun zienswijze is gehoord’. Hoe sterk moet je zijn in een verhouding van 1 op 700? Tja.
De assemblee eindigt met een uitbundige gebedsdienst waarin gezongen, geklapt en ook veel gefotografeerd wordt. Onvergetelijke momenten nemen we nu eenmaal graag mee naar huis.
22 februari 2006 – Focus
De assemblee is in een beslissende fase gekomen. De laatste twee dagen staan in het teken van verkiezingen en besluiten. Nu zal blijken hoe de nieuwe wijze van besluitvorming functioneert. Ik bespeur bij de verschillende kerkelijke tradities veel onduidelijkheid en onzekerheid. Papieren waarover besluiten genomen moeten worden krijgen ze pas op het laatste moment onder ogen. Ook zijn er verschillen in instelling. Niet alle gedelegeerden lijken zich even bewust te zijn van de verantwoordelijkheid die zij hebben gekregen.
Besluitvorming op basis van consensus vereist concentratie, luisterbereidheid en onderscheidingsvermogen. Daarbij komt, dat het niet gaat om de onderscheiding van het gezamenlijke inzicht van de vergadering, maar om niets minder dan het onderscheiden van Gods wil. Is dat mogelijk?
Een van de opmerkelijke besluiten van vandaag was dat de kleine lutherse kerken van Midden- en Oost Europa sinds vandaag geen zetel meer hebben in het Centraal Comité van de Wereldraad. Dat betekent dat de vertegenwoordiging van evangelisch-lutherse traditie in Slowakije, Hongarije, Roemenië, Kroatië, Servië en Montenegro voortaan het beste vanuit Zwitserland kan worden waargenomen. De betrokkenen waren hierover niet vooraf in kennis gesteld. Het was goed dat de Roemeens Orthodoxe Aartsbisschop Nifon daar tegen protesteerde. Pijnlijk was het antwoord op de vraag om uitleg van pastor Miklos Bela Menessy. Na rijp beraad had de commissie die de voordracht van de nieuwe leden van het Centraal Comité had voorbereid, de voorkeur gegeven aan een vertegenwoordiger uit een andere kleine kerk. Wat moeten we daaruit afleiden?
De vergadering heeft nog één dag te gaan en de nodige besluiten te nemen. Naar menselijke maatstaven lijkt me dat weinig.
21 februari 2006 – Vredesmars
Met veel tam en tam werd gisteravond in het centrum van de stad een vredesmars gehouden. Eerlijk gezegd riep de mars bij mij vooral vragen op. De setting leek veelbelovend: de kerkklokken van de stad werden geluid, de opzet was interreligieus en tot de sprekers behoorden de nobelprijswinnaars voor de vrede Esquivel en Tutu.Over het plein schalt het onvervalste Yankee van de vertaler. In felle bewoordingen wordt de strijd voor de vrede kond gedaan aan de burgers van Porto Alegre. De demonstranten bestaan vrijwel alleen uit deelnemers aan de assemblee. Toevallige passanten slaan het gade en de rest van de wereld zal vandaag of morgen door de media op de hoogte worden gesteld. Mooie beelden en stevige uitspraken wellicht, maar niet geloofwaardig.
Kaarsen worden uitgereikt en na een interreligieuze rite ontstoken. Onder begeleiding van de Samba for peace, mantras en slogans begeven we ons op weg. Ik loop de tocht samen met Claudette Dubois. Zij is katholiek en heel actief in de oecumenische samenwerking in Buenos Airos. Ze is hier naar toe gekomen om getuige te zijn van de assemblee en er over te kunnen rapporteren. The quest for unity hebben we gemeenschappelijk.
Op een draagbaar wordt een grote afbeelding van Jezus meegevoerd. We voegen ons daar achter en concentreren ons op het licht dat Christus is. Voor mij is het de enige manier om hier staande te blijven. En in de kakofonie van stemmen zingen we, zachtjes de gospel ‘The Lord was good to me, but my soul is still ashaming’. Onze kleine kaarsjes houden we brandend.
20 februari 2006 – Eenheid
Orthodoxen en katholieken benadrukken steevast dat de oecumenische beweging het doel van de zichtbare eenheid goed voor ogen moet houden. Filosofisch-theologische uitgangspunten en ecclesiologische overwegingen liggen aan dat standpunt ten grondslag. De Anglicana en de kerken uit de Reformatie zijn beweeglijker en willen vooruit. Liefst vandaag nog. Ook vandaag is de eenheid niet bereikt, maar in de tijd bezien, wel een dag dichterbij gekomen.Het programma stond vandaag in het teken van twee thema’s: de zichtbare eenheid en de relatie tot de pentacostals en evangelicals, die op een bijzondere manier op elkaar betrokken waren. De pentacostaalse theoloog en pastor, dr. Norberto Saracco, nam deel aan de persconferentie over de evangelicale en pentacostale stemmen en sprak in de plenaire vergadering over het thema van de eenheid van de Kerk.
De pinksterbeweging die dit jaar haar 100-jarig bestaan viert, vormt ongetwijfeld een grote uitdaging voor de gevestigde kerken en ook voor de Wereldraad. Als factor in het wereldchristendom is de pinksterbeweging niet meer weg te denken. In het Zuiden maken de pinksterbeweging een geweldige groei door. Maar het is niet eenvoudig om de pinksterbeweging een plaats te geven binnen de gevestigde oecumenische structuren en patronen.
Dat bleek ook uit ferme inleiding van Norberto Saracco in de plenaire vergadering. Met een beroep op de oecumene van het volk, pleitte hij voor een radicaal omdenken in de oecumene. Zijn uitgangspunt is het direct beleefde broeder- en zusterschap onder het kruis. Zijn concept van eenheid is niet gebaseerd op de erkenning van een hiërarchische autoriteit, noch op dogma’s, noch op theologische overeenstemming, noch op allianties tussen instituties.
De visie van Sardacco is geen perspectief voor de Wereldraad. Het zou een revolutie in de oecumene betekenen, maar ons niet dichter bij de eenheid brengen.
19 februari 2006 – Bevrijdingstheologie
Het boek ‘De theologie van bevrijding’ van Gustavo Gutierrez heeft dertig jaar geleden een diepe indruk op me gemaakt. Ik ben er destijds zelfs een cursus Spaans door gaan doen en pluk daar nog de vruchten van.Vandaag kom ik tot de ontdekking dat deze theologische school in een veranderde context nog steeds aan de weg timmert. Nobelprijswinnaar en mensenrechtenactivist Adolfo Perez Esquivel poneert op deze dag, die in het teken staat van Latijns Amerika, de these van de wereldwijde dominantie van de Verenigde Staten op politiek, economisch en cultureel gebied. Hij ziet de Verenigde Staten als een Empire dat overal zijn wil tracht op te leggen. Ik heb moeite met dit globale perspectief. Vanuit Europa hebben we een andere ervaring en geschiedenis met de Verenigde Staten dan Latijns-Amerika. Bevrijding en gelijkwaardigheid zijn trefwoorden in die relatie. Vanuit Latijns-Amerikaans perspectief komen andere woorden naar boven: onderdrukking en superioriteit/inferioriteit.
De roep om vrijheid geeft een mens kracht. In een wervelende performance van statements, zang, dans en theater maken de Latijns-Amerikanen vanmiddag duidelijk wat leven en vrijheid voor hen beteken. Maar zijn de roep en de wil tot vrijheid sterk genoeg om de wereld en (vooral) de mens te veranderen? Ik geloof het niet. In een gesprek hierover met de methodistische theoloog, dr. Tercio Junker, die liturgie doceert in Sao Paulo, refereert deze aan de preken van John Wesley (1703-1791) en het boek van Leonardo Boff over sacramentologie, dat ik nu beslist moet gaan lezen. Verandering begint bij de liefde van God voor de mens. God kan het hart van een mens in één nacht veranderen.
18 februari 2006 – Zout en licht
Het forum bij de persconferentie over het Decennium tegen geweld wordt door twee belangrijke mensen gedomineerd. De ervaren advocaat Olara A. Otunnu breekt de staf over de door de kerken vergeten genocide in Noord-Oeganda, waarvan kinderen het eerste slachtoffer zijn. Dr. Janice Love, een specialiste van de Verenigde Methodistische Kerk in de VS op het terrein van conflictoplossing, beantwoordt de vragen over het Decennium. Terwijl Otunnu de overmacht van de dood in Noord Oeganda op de voorgrond stelt, tracht Love duidelijk te maken dat er op de plekken van onheil ook licht en hoop is.Alfred Rock is een Palestijnse vluchteling uit ein’Qarem. Hij heeft plaats in het forum en zal vanmiddag in de plenaire vergadering iets vertellen over zijn vredeswerk binnen de Palestijnse gemeenschap. Hij woont in Jenin, waar hij rechten studeert aan de Arabisch-Amerikaanse Universiteit. Hij legt me het principe uit van de ‘Sulha’, een traditionele vorm van conflictoplossing op basis van overleg. Maar, merk ik op, de Sulha heeft wellicht betekenis binnen de Palestijnse gemeenschap, maar is toch niet relevant voor het Palestijns-Israëlische conflict omdat de Sulha de Israëli (waarschijnlijk) niets zegt.
Met de Israëli is volgens Alfred op dit moment geen overleg mogelijk. Hij gelooft wél in de mogelijkheid van vrede, weet dat geweld meer geweld oproept en zoekt naar wegen en middelen van geweldloos verzet. ‘Je kunt van het slachtoffer niet vragen om te onderhandelen met degene die je rechten vertrapt’, zegt hij. En waar is de kerk? ‘De kerk doet veel; vooral aan jeugdwerk en interreligieuze dialoog’. Alfred is katholiek. Wat het geloof voor hem betekent? ‘Het zout te zijn van de aarde’, is zijn antwoord. We nemen afscheid. Ik bemoedig hem voor zijn toespraak in het plenum. ‘Be confident’. Hij heeft goed gesproken.
17 februari 2006 – De triangel
In het ochtendgebed wordt door Koptische priesters en bisschoppen langdurig een hymne gezongen. Ter ondersteuning wordt gebruik gemaakt van een triangel, die met verve bespeeld wordt door een grote man. De triangel moet wel een Koptische uitvinding zijn, bedenk ik me.De priester Shenouda woont al jarenlang in Londen. Zijn leven speelt zich bijna volledig af in zijn parochie. Dus het maakt eigenlijk niet uit of hij in Londen of in Egypte leeft, zegt hij. Hij vertelt dat de triangel een heel oud instrument is, dat door de Kopten in het gebed gebruikt wordt als een verwijzing naar de Drie-eenheid. ‘En we kunnen alleen maar door de Drie-eenheid bidden.’
‘Ik ben meer bezorgd over Europa dan over Egypte’, zo vervolgt hij zijn verhaal. ‘Waarom zijn de kerken in Europa leeg?’ Vanuit de martelaarstraditie van zijn kerk, kijkt hij naar de toekomst van Europa. Hij voorziet een toename van conflicten op religieuze grondslag. ‘Wat moeten de kerken van Europa doen?’, vraag ik hem. ‘Ervoor zorgen dat de mensen Jezus Christus kennen’, antwoordt hij.
Na dit verhaal luister ik naar de evenwichtige lezing van de aartsbisschop van Canterbury, Rowan Williams over identiteit en religieus pluralisme. ‘Identify yourself’ als christen in de echte zin van het woord en volg dan de weg van de dialoog, houdt hij zijn gehoor voor. Maar is dit ‘Identify yourself’ niet ons zwakke punt?
De Koptische Kerk heeft de eeuwen vaak in moeilijke omstandigheden doorstaan. De Kerk besteedt veel aandacht aan het jeugdwerk (ook in Nederland) en wordt door sommigen als het achtste wereldwonder beschouwd. Wellicht dankzij het frequente ter hand nemen van de triangel.
16 februari 2006 – Theologencafé
Op korte afstand van het gebouw waar de plenaire vergaderingen plaatsvinden, is het theologisch café. Het is een gezellige plek waar je kunt kletsen en koffie kunt drinken met theologen uit Latijns-Amerika. Je kunt er kennis maken met de theologische literatuur die door verschillende boekhandels wordt aangeboden.Ik ontmoet Eloy Teckemeier, directeur van de uitgeverij Sinodal. We blijken gemeenschappelijke kennissen te hebben. Gisteren heeft Sinodal in samenwerking met de Latijns Amerikaanse Raad van Kerken onder redactie van Israel Batista het boek ‘Grace, Cross and Hope in Latin America’ gepresenteerd. Het is een gezamenlijk project, waaraan vijftien theologen uit Latijns Amerika hebben meegewerkt. Het sluit prachtig aan bij het thema van de assemblee en zal een rol spelen bij de assemblee van de Raad van Kerken van Latijns Amerika, die volgend jaar in Buenos Aires zal worden gehouden.
Het boek gaat over de genade in het leven van de kerk; over de bijbelse dimensies van de goddelijke genade; over genade en hoop in relatie tot de ervaring van vrouwen in het Evangelie en in het dagelijkse leven; over het kruis, het lijden, de hoop en de verzoening.
Het gaat ook over het leven van(uit) de genade in Latijns Amerika. Genade wordt gethematiseerd in relatie tot diverse trends en maatschappelijke ontwikkelingen. Het is een buitengewoon hoopvol boek dat de problemen niet opzij zet, maar juist daar ‘de tekenen van hoop doet oplichten als werken van Gods genade’.
Het is precies wat een dag eerder in het Spaanse lied bij de avonddienst gezongen werd, een lied van verzet en overgave: ‘En medio de la guerra y la miseria celebramos la promesa, celebramos de abudancia y paz (…) En medio de la muerte y del odio celebramos la promesa celebramos la promesa de vida y amor.’
15 februari 2006 – ‘Testament’ Aram I
‘De oecumene moet zich losmaken uit de bevroren en versteende structuren waar de Wereldraad en veel nationale Raden van Kerken in vast zitten. De Wereldraad van Kerken moet weer de creatieve ruimte worden die de kerken bij elkaar brengt om zich te buigen over de belangrijke kwesties van onze tijd’. Aram I, Katholikos van Cilicia van de Armeens Apostolische Kerk (Libanon), is vanaf 1991 voorzitter van het Centraal Comité van de Wereldraad. Zijn tweede en laatste termijn loopt nu af en hij is niet meer herkiesbaar. Vandaag hield hij voor de assemblee een gloedvolle rede over de toekomst van de oecumenische beweging.Gedurende zijn voorzitterschap is het gezag van de Wereldraad afgebrokkeld. De ‘fellowship’ van kerken werd ernstig op de proef gesteld. De Orthodoxe Kerken hadden grote moeite met de koers en de werkwijze van de Wereldraad. Aram I is op zijn post gebleven en heeft de oecumenische beweging door een moeilijke periode heen geleid. Deze assemblee staat in het teken van de vernieuwing en de reconfiguratie van de Wereldraad. Hij wordt beslissend voor de toekomst van de oecumenische beweging. De voordracht van de katholikos is een indrukwekkend getuigenis van zijn geloof in de oecumenische opdracht. Niet alleen wat hij zegt is belangrijk (dat was het zeker, zie http://www.wcc-assembly.info/), maar ook de wijze waarop hij het zegt: gedecideerd en met passie.
Aan het einde van zijn voordracht somt hij de inzichten op die hij op zijn oecumenische ‘pelgrimstocht van geloof en hoop’ heeft verworven. Door ervaring gelouterde en gerijpte inzichten. ‘Oecumenisch zijn behoort tot de werkelijke essentie van kerk-zijn’, zegt hij. En denkend aan de dromen die hijzelf aan het begin van zijn reis had, vertrouwt hij erop ‘dat ook nieuwe generaties, gedragen door een vernieuwd geloof en hoop, visie en inzet, de droom levend zullen houden.’
14 februari 2006 – Oikumene
De Wereldraad brengt vanuit alle continenten christenen samen die delen in dezelfde hoop. Op deze assemblee wordt die hoop tot uitdrukking gebracht in de bede ‘In uw genade, God, verander deze wereld’. Het is geen gemakkelijk woord. Het kan op velerlei wijze worden ingevuld.De openingsdag staat in het teken van de oriëntatie op het thema, de procedures en de setting van de assemblee. Er zit een grote vaart en afwisseling in het programma dat tot in de minuut is gepland. Maar alles bij elkaar is het te veel. Gedurende de dag komt er een stortvloed van toespraken over je heen die niet te bevatten is. Het mooiste moment van de dag is als secretaris-generaal Sam Kobia de geschiedenis van de assemblees langsloopt en mensen die daar aan deelgenomen hebben, vraagt te gaan staan. Er zijn heel wat mensen die aan twee assemblees hebben deelgenomen. Maar alleen dr. Philip Potter heeft ze alle negen, vanaf de oprichting van de Wereldraad in Amsterdam, meegemaakt. Hem valt een staande ovatie ten deel.
De openingsdienst vindt plaats in de grote circustent die op de campus is neergezet. Ook hier is de veelheid kenmerkend. Vanuit de zes continenten wordt de bede om verandering voor God gebracht. Ik besef dat hierin de kracht van de Wereldraad ligt. Metropoliet Anastasios van Tirana en heel Albanië houdt de overweging in de beste traditie van de orthodoxe theologie. Het is meer een theologisch exposé over de genade dat in de collegezalen van onze universiteiten gehoord zou mogen worden. De grote groep in rode t-shirts gestoken jongeren van de parokia lutherana die voor mij zit, laat het gelaten over zich heen komen. En ik kan ze geen ongelijk geven. Maar zodra het koor met de temperamentvolle dirigent een lied aanheft, staan ze op en zingen met plezier en overgave.
Bij het verlaten van de dienst kom ik Bas de Gaay Fortman tegen. ‘Dit is de Wereldraad op zijn sterkst’, zegt hij tegen me. Ik kan het beamen.
13 februari 2006 – Cultuurlagen
De kathedraal van Porto Alegre ligt op een heuvel in het centrum van de stad. Hij is gebouwd naar het voorbeeld van de St. Pieter. Als ik met Daphne van Roosendaal langs de kathedraal naar het secretariaat van het aartsbisdom afdaal, vallen ons de incahoofden aan de buitenzijde van de kathedraal op. De kerk staat op de fundamenten van de zonnetempel van de inca´s.Dom Dadeus Grings is de vijfde aartsbisschop van Porto Alegre dat in 1910 tot aartsbisdom werd verheven. Net als enkele van zijn voorgangers is hij van Duitse komaf. Zijn overgrootvader emigreerde met vele anderen aan het einde van de 19e eeuw vanuit de Duitse streek Hunsrück naar Brazilië op zoek naar een betere toekomst. ‘In Duitsland leefde men liever, maar hier was het leven beter’, citeert Dom Dadeus zijn grootvader. De Duitse kolonie is inmiddels geheel geassimileerd. De Duitse taal wordt niet meer van generatie op generatie doorgegeven. De aartsbisschop zelf spreekt nog wel vloeiend Duits.
We spreken met de aartsbisschop in een sober ingericht kantoor, waar hij in de namiddag spreekuur houdt. Het gewone werk gaat door ook nu de wereldoecumene in Porto Alegre neerstrijkt en een hoge Vaticaanse delegatie in het bisschopshuis is ondergebracht. Dom Dadeus is er trots op dat de Wereldraad haar eerste assemblee in Latijns Amerika in Porto Alegre gaat houden. Porto Alegre werd de voorkeur gegeven boven Seoul en Cyprus. Hij is blij met de internationale oecumenische en interreligieuze contacten die tijdens de voorbereidingsfase tot stand zijn gekomen, en die door de katholieken in Porto Allegre worden gewaardeerd.
Het voorbereidingsmateriaal komt ter sprake. Dom Dadeus toont ons de Portugese vertaling van de bijbelstudies ‘Bronnen van Levend Water’. Bij het afscheid ontvangen we een exemplaar van zijn Cartilha do Amor, A Essencia da Vida Crista (Brief over de Liefde, de essentie van het leven van Christus), gepubliceerd vóór de encycliek van paus Benedictus.
Op het glas van beide buitenspiegels van de taxi die ons naar het hotel brengt, staat de naam van de chauffeur: Steindorf. Hij spreekt alleen Portugees.
12 februari 2006 – Vliegende start
In één dag reizen we meer dan 10.000 km. Het vliegtuig brengt ons van Amsterdam via Sao Paulo naar Porto Alegre in het uiterste Zuiden van Brazilië. Vanuit de lucht zien we Sao Paulo; een gigantische stad. Na Mexico City de grootste stad ter wereld. Op de luchthaven is het een drukke bedoening waar we ons met moeite kunnen oriënteren. We vinden tijdig de weg naar de volgende vlucht nr. JJ3151 met Tam Linhas naar Porto Alegre en klampen even aan bij andere reizigers uit Nederland. In het vliegtuig maak ik kennis met dr. Hans Martin Weiss, bisschop van de Luthers-Evangelische Kerk in Regensburg (Beieren). Hij is met een delegatie van zijn kerk al een week onderweg op bezoek bij partnergemeenten in Brazilië. In een week heeft hij land van Noord tot Zuid bereisd: de favelas van de stad Salvador en het Amazonegebied. Hij is onder de indruk van de ontmoeting met de landloze boeren, getroffen door de grote armoede en geraakt door de gastvrijheid. Hij heeft in hun gemeente in het Amazonegebied gepreekt. Alle gemeenteleden waren aanwezig. Hij vertelt van zijn indrukken van de pentecostals en de specifieke Braziliaanse religiositeit, die het goddelijke wil aanraken en bijna tastbaar maakt. Naar zijn gevoel is hij nu echt in Brazilië aangekomen.
Over de assemblee is hij voorzichtig. Met enkele documenten heeft hij moeite. Met name de tekst van de speciale commissie over de gebedsdiensten stelt hem teleur. Het gesprek over de assemblee brengt ons al gauw terug bij de oecumenische samenwerking in Duitsland. De Schwung lijkt er ook daar uit. Kan de assemblee in Porto Alegre een nieuwe impuls geven aan de oecumene in Europa?
We gaan landen. De piloot is zeer op dreef en zet het toestel grappend veilig aan de grond. ‘Thank you for flying Tam Linhas. Repeat. Thank you for flying Tam Linhas.’