Op 6 november 2015 was ik aanwezig bij een studiemiddag naar aanleiding van het dialoograpport ‘Van conflict naar Gemeenschap’, georganiseerd door de Katholieke Vereniging voor Oecumene. De boeiende middag vond zijn zwaartepunt in drie lezingen.
Een doorgaande reformatie
In de lijn van het rapport betoogde Bisschop dr. Martin Hein dat we bij het begrip ‘reformatie’ het belang moeten zien van een kerk die zichzelf blijft hervormen. Door deze manier van kijken, slaat het rapport niet enkel een brug tussen reformatie en contra-reformatie, maar worden de pogingen van de verschillende kerken om dichter bij hun ware gestalte te komen een reden om met elkaar in dialoog te treden. Niet alleen de R.K. Kerk luistert naar de roep van haar oorsprong, ook de Lutherse Kerk wil een voortzetting van de oorspronkelijke kerk zijn.
Zondigheid en heiligheid
Wellicht heeft de Lutherse kerk een ander startpunt in haar ecclesiologie (haar visie op wezen, gestalte en zending) dan de R.K. Kerk. Echter, het Lutherse “peccator in re, iustus in spe” (feitelijk zondaar, maar gerechtvaardigd in hoop) en het “societas permixta” (een gemeenschap waarin het heilige en zondige met elkaar voorkomen) is zeker in gesprek te brengen met de rooms-katholieke ecclesiologie. Net als de Lutherse Kerk zal de Rooms-katholieke Kerk haar gestalte relativeren vanwege de zondige wereld waarin ze staat. Walter Kardinaal Kasper maakte in zijn boek ‘Katholische Kirche’ (blz 167 e.v.) duidelijk dat de uitdrukking ‘Communio Sanctorum’ niet een kerk van heiligen bedoelt, maar een kerk die deel heeft aan het Heilige. Dus is ook de Rooms Katholiek in ballingschap (1 Petrus 1, 17) en spreken Rooms Katholieken over een ‘parochie’, een doorgangshuis, want de kerk heeft haar bestemming nog niet bereikt.
Petrusambt
Bisschop Hein liep verschillende thema’s langs, waaronder het Petrusambt. De huidige Paus laat zien welke betekenis het petrusambt in de wereld van vandaag kan hebben. Zijn woorden deden bij mij het vermoeden rijzen dat een gezamenlijke verkenning over een ‘universeel ambt voor de eenheid’ en zelfs over een eigen plaats van de ‘bisschop van Rome’ een nieuwe fase in kan gaan.
Deze verkenning kan interessant zijn voor het denken over hervormingen binnen de R.K. Kerk (bijv. een verdere opwaardering van de synode en een grotere verantwoordelijkheid voor een bisschop in zijn diocees) en binnen het hedendaagse protestantisme zou deze dialoog tegenwicht kunnen bieden aan versplintering en theologisch provincialisme.
Eén lichaam
Dr. Bernard Hegge gaf een persoonlijke reactie op het beeld van Paulus dat in hoofdstuk 5 wordt gebruikt: “Wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee.” Juist in het delen van het verdriet, waarover Paulus in dit hoofdstuk schrijft, zien we reden om in het herdenken van 500 jaar reformatie de ogen te openen voor het schandaal van de verdeeldheid dat al vijf eeuwen voort bestaat. Het dialoogdocument zegt dan ook expliciet: “Wanneer Lutherse christenen het begin van de reformatie vieren, dan vieren ze niet de splitsing van de westerse kerk.”
Dr. Bernard Hegge meende echter dat we verder kunnen gaan dan enkel herdenken: wanneer één lichaamsdeel met respect behandeld wordt, delen alle andere in die vreugde.” (1 Korinthe 12,26). Als delen van hetzelfde Lichaam valt er ook iets te vieren. We kunnen de vruchten delen die beide tradities én de dialoog tussen beide tradities hebben voortgebracht.
Het kleed van de rechtvaardigheid
Interessant vond ik de opmerking de lezing van Trinette Verhoeven bij het vierde en vijfde imperatief (hfdst. 6). Ze gaf aan dat de ‘rechtvaardiging’ waarover Luther spreekt te vaak naar zijn individuele betekenis is bekeken en dat de betekenis voor de gemeenschap te weinig aandacht kreeg. Het rapport spreekt met Luther én Augustinus over “de rechtvaardigheid waarmee God ons kleedt wanneer hij ons rechtvaardigt.” Oftewel: het geloof in de rechtvaardiging opent ons de ogen voor mensen aan de rafelrand van onze samenleving. Die uitwerking had wat haar betreft langer mogen zijn. En ik stem daar van harte mee in.
De Lutherse gemeenschap in Nederland is misschien niet groot, maar een dialoog met deze traditie blijkt óók in de Nederlandse context vol betekenis, voor ieder die naar oecumene streeft. De woorden van Paus Johannes XXIII blijven van groot belang: “Wat ons verbindt is groter dan wat ons scheidt”
Foto boven: Rob van Uden
Foto onder: bisschop Martin Hein en ds. Trinette Verhoeven