Het jaar des Heren 2017 nadert met rasse schreden. Het is het jaar waarin zowel protestanten als rooms- katholieken uitgebreid stil zullen staan bij 500 jaar Reformatie. Dat geldt ook voor mij persoonlijk als bisschop met een sterke oecumenische betrokkenheid. Al sinds mijn studententijd heeft de wereld van de Reformatie mij geboeid. En als bisschop probeer ik al jaren de banden met mijn protestantse broeders en zusters te versterken. Ik zie dat ook als vrucht van de oecumenische beweging.
Vroeger begonnen wij allereerst met de verschillen tussen de verschillende christelijke tradities; vandaag de dag starten wij allereerst bij datgene wat ons gezamenlijk verbindt. En dat is niet gering. Ik noem graag het geloof in de God van Israël; het geloof dat God zich op het hoogtepunt van de tijd in Christus onovertrefbaar aan ons heeft geopenbaard; de verzoening door de kruisdood van Christus en de belijdenis van God als Vader, Zoon en Geest.
Breuk en keer ten goede
500 jaar geleden was de huidige vredelievende houding niet aanwezig. Na de breuk van 1054 tussen de Kerk van het westen en het oosten veroorzaakte het optreden van Luther onbedoeld een breuk binnen het westerse christendom. Huidige historici zoeken niet primair meer naar de schuldvraag. Bij een conflict is er altijd sprake van actie en reactie; een mengsel van communicatiestoringen, zonde en tragiek. Na de breuk in de 16de eeuw brak er een periode aan van snoeiharde disputen en scheldpartijen maar ook het geweld en godsdienstoorlogen. Met schaamte moeten wij bekennen dat christenen andere christenen hebben vervolgd en gedood. Wat hebben wij door dat optreden het gelaat van Christus verduisterd! Gelukkig is veel ten goede gekeerd en zijn de scherpe randen weggesleten. Steeds meer worden wederzijdse karikaturen bij het grof vuil gezet. Wij hebben gelukkig het conflict achter ons gelaten en gaan de weg van ontmoeting en dialoog.
Liefde voor de Schrift en liedcultuur
Wat ik in de Reformatie zeer waardeer ik de grote liefde voor de Heilige Schrift en dan de gehele Schrift, dus ook de boeken van het Oude Testament. Natuurlijk is de tuin van de buurman altijd groener maar toch zou ik menig rooms- katholiek iets van die liefde gunnen. Want alleen door het lezen van de heilige Schrift komen wij de God van Israël op het spoor. En hoe zouden wij Christus kunnen liefhebben als wij de Schrift niet kennen? In de afgelopen 500 jaar hebben protestantse christenen, gevoed door hun stevige kennis van de Schrift, ook een rijke liedcultuur ontwikkeld. Ik denk in het huidige Nederland aan het monumentale Liedboek voor de Kerken. Gelukkig is ook in rooms-katholieke liedbundels een aantal liederen uit dit liedboek opgenomen.
Ook vragen
Natuurlijk zijn er aan de protestantse traditie ook fundamentele vragen te stellen. Ik noem allereerst de vele splitsingen binnen de protestantse wereld. Het zoeken van de waarheid is veelal liefdeloos verlopen. Voor een buitenstaander is het onbegrijpelijk dat er in ons land meer dan tien kerken zijn die zich allemaal gereformeerd noemen. Voor een rooms- katholiek is die repeterende breuk verwonderlijk en vanuit de visie op de Kerk hoogst ernstig en ongelukkig. Het lichaam van Christus behoort immers één te zijn.
Als rooms- katholiek heb ik ook moeite met de beperkte sacramentele beleving van veel protestantse gelovigen. De grote waardering voor het Woord gaat bijna altijd gepaard met een onderwaardering van het sacrament, met name het sacrament van het Heilig Avondmaal. Ik ben als priester gewend om dagelijks Eucharistie te vieren. Zo mag ik dagelijks Christus ontmoeten in Woord en Sacrament. Nu is dagelijks misschien wat veel gevraagd maar mij lijkt het heel Bijbels om in ieder geval iedere zondag de Eucharistie/het Heilig Avondmaal te vieren. De staande praktijk in de meeste protestantse gemeenten is tussen de vier en tien keer per jaar. Mij komt dat armetierig over en volgens mij doen protestanten zich daarmee te kort.
Toekomstige dialoog
Het voorgaande is wat mij betreft richtinggevend voor de theologische dialoog van de nabije toekomst. Naar mijn inzicht zal het onderling gesprek vooral moeten gaan over het thema sacramentaliteit. Allerlei vragen rond Kerk, ambt en sacramenten, ook het sacrament van Eucharistie en Heilig Avondmaal, hangen daar immers mee samen. De Kerk is geen gezelschap van losse individuen maar een geordende geloofsgemeenschap met een eeuwenoude traditie. In dat kader functioneert naar katholiek inzicht ook het kerkelijk ambt, inclusief het leergezag van paus en bisschoppen. Zonder aan de geloofszin van iedere gedoopte iets af te doen, heeft het leergezag een eigen plaats om de eenheid van de Kerk te behouden en de gelovigen bij de waarheid te houden. In het gesprek tussen Rome en de Reformatie wordt het belangrijk elkaar ook rond deze thema’s beter te leren kennen en mogelijk stappen naar meer eenheid te zetten.
Tot slot
Wij mogen intens dankbaar zijn dat protestanten en katholieken elkaar niet meer aanspreken als papen en ketters. De oecumenische beweging heeft ons doen inzien dat wij principieel broeders en zusters in Christus zijn. Ik zie dat als een geweldig geschenk van Godswege dat stemt tot grote dankbaarheid. Het gegroeide onderlinge vertrouwen geeft ook de ruimte om gebleven theologische en spirituele verschillen eerlijk en in alle openheid met elkaar te bespreken. Samen in liefde zoeken naar de waarheid en streven naar nog meer hartelijke samenwerking. Het gedenken van 500 jaar Reformatie vindt in Nederland plaats binnen een seculiere meerderheidscultuur. Het recente rapport God in Nederland spreekt in dat opzicht boekdelen. Velen hebben de band met de christelijke gemeenschap verloren. En de ontkerkelijking heeft geleid tot een snelle ontkerstening. Juist nu zijn allen die Christus als hun Heer en God belijden geroepen om te streven naar een geloofwaardig gemeenschappelijk getuigenis. Wij staan voor een uitermate grote missionaire uitdaging. Het gaat erom nieuwe mensen voor Christus te winnen. In daad en woord zijn christenen van verschillende tradities geroepen om Gods mensenliefde in Christus zó zichtbaar te maken dat anderen met ons (weer) mee willen gaan doen. In kracht van Gods Geest zij wij tot veel in staat.
Mgr. Dr. Gerard De Korte is bisschop van ’s-Hertogenbosch
Dit artikel verscheen eerder in Woord en Dienst