Gelukkig is de titel van deze rubriek niet viering van de reformatie, maar herdenking van de reformatie. Ik ben daar om twee redenen blij mee. Ten eerste omdat daarmee wordt aangegeven dat de diepe breuk die zich in de zestiende eeuw in de westerse kerk heeft voltrokken niet iets is om feestelijk te vieren – al hebben protestanten dat wel eeuwenlang gedaan.
Eén van de vruchten van de oecumene is dat de reformatie vandaag de dag minder triomfalistisch herdacht wordt. Dat brengt me op het tweede: de oecumene heeft er ook toe geleid dat we zijn gaan inzien dat de breuk die zich in de westerse kerk heeft voltrokken niet alleen protestanten, maar ook rooms-katholieken aangaat. Daarom is het goed de Reformatie samen te herdenken, boete te doen voor wat medegelovigen is aangedaan en te werken aan ‘verzoening van herinneringen’.
Met deze overwegingen in het achterhoofd wil ik graag proberen de vier vragen te beantwoorden die mij als predikant van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zijn voorgelegd.
Wat hoopt en verwacht u van de viering/herdenking van de Reformatie, ook voor uw eigen kerk?
Ik hoop dat de de herdenking van de Reformatie ertoe zal leiden dat in de PKN meer en meer het besef zal doordringen dat zij onderdeel is van de wereldwijde katholieke kerk van Christus. Luther heeft namelijk, evenmin als Calvijn, een nieuwe kerk willen stichten. De reformatie wilde geen afsplitsing, maar zuivering van de kerk. Zij was geen verhuizing maar een grote schoonmaak (van Ruler). Calvijn draagt niet toevallig de bijnaam Calvinus Catholicus: Hij wilde dat de kerk in haar liturgie, haar leer en vooral haar leven terug zou gaan naar ‘de gewoonte van de oude kerk’. Ook Luther wilde terug naar de katholiciteit van de Vroege Kerk. In zijn mooie boekje Martin Luther. Eine ökumenische Perspektive (Patmos 2016) schrijft kardinaal Walter Kasper:’Luther dacht er niet aan de stichter te worden van een afgescheiden reform-kerk. Zijn doel was de vernieuwing van de katholieke kerk, dat wil zeggen van de gehele christenheid, vanuit het evangelie’ (pag.24).
Kenmerkend voor deze evangelische katholiciteit is de door Luthers vriend en collega Melanchthon opgestelde Confessie van Augsburg (1530). Deze belijdenis was bedoeld als een bemiddelingspoging tussen de volgelingen van Luther en de toenmalige romeinse kerk. Terecht heeft Joseph Ratzinger, de latere paus Benedictus XVI, daarvan gezegd dat zij de geest ademt van evangelische katholiciteit. Deze belijdenis, nog altijd het statuut van de Lutherse kerken, is ook in de kerkorde van de PKN opgenomen als richtinggevend document. Daarmee definieert deze kerk zich als evangelisch-katholiek. Ik hoop dat de PKN dat in het lutherjaar 2017 (en daarna!) zal uitstralen.
Wat betekent de herdenking voor de relatie tussen katholieken en protestanten in Nederland?
Op grond van het bovenstaande kan ik niet anders dan constateren dat het hoog tijd wordt dat rooms-katholieken en protestanten elkaar gaan herkennen als bewoners van hetzelfde huis, verblijvend in verschillende kamers. Dat schept de verplichting om toenadering te zoeken, niet alleen spiritueel (samen bidden) of diakonaal (samen dienstbaar zijn aan de wereld), maar ook ecclesiologisch. Dat wil zeggen: de lastige vragen met betrekking tot kerk, ambt en sacrament – de eigenlijke hobbels op weg naar institutionele eenheid – niet uit de weg gaan, maar oppakken en bespreekbaar maken.
Want het doel van de oecumene is en blijft organische, institutionele eenheid – alle andere vormen van eenheid (spirituele eenheid, eenheid in verscheidenheid) zijn, hoe zinvol en begrijpelijk ook, een verzwakking van wat het Nieuwe Testament onder eenheid van de kerk verstaat.
Wat is er in oecumenisch opzicht reeds bereikt?
Nu het wintertijd is in de oecumene en we ons soms vertwijfeld afvragen ‘of we ooit een stap verder zullen komen’, mogen we niet vergeten, dat er de afgelopen vijftig jaar heel veel bereikt is: er is veel herkenning gegroeid, vooral op lokaal vlak, in gemeentes en parochies, maar ook in bredere verbanden, zoals de Raad van Kerken, het Nationaal Forum en het Oecumenisch Forum voor Katholiciteit. Ook het theologisch gesprek heeft tot veel herkenning geleid. Wat ons land betreft denk ik bij voorbeeld aan de in 2013 tot stand gekomen dooperkenning. Verder valt te denken aan de resultaten van de theologische gesprekken (dialogen), zoals gevoerd binnen de Wereldraad van Kerken (b.v. het BEM-rapport en het recente document over de Kerk), of ook tussen vertegenwoordigers van de verschillende geloofstradities. Steeds weer is de uitkomst dat de overeenkomsten veel groter zijn dan de verschillen. Maar ook dat er nog heel wat knelpunten overblijven, zoals b.v. de verschillen in ambtsopvatting. Dat is de reden waarom de receptie (de bereikte theologische overeenkomsten omzetten in beleidsmatige en praktische besluitvorming door de leidinggevende kerkelijke organen), zowel aan rooms-katholieke als aan protestantse kant, zo moeizaam verloopt. Dat is teleurstellend en frustrerend.
Wat betekent de herdenking van de Reformatie voor de Kerk van vandaag en morgen?
De conclusie van mijn overwegingen moet zijn dat het nu de tijd is om de leuze ecclesia reformata semper reformanda (de gereformeerde kerk moet steeds opnieuw ge-reformeerd worden), zoals die in protestantse kringen nogal eens wordt aangeheven, in oecumenische zin te verbreden: alle kerken, zowel de rooms-katholieke als de protestantse, hebben een reformatie nodig zoals Luther en Calvijn die op het oog hadden: terug naar de oorspronkelijke niet confessionalistisch verengde katholiciteit van de ene kerk van Christus. Anders gezegd: ‘protestanten’ moeten ophouden protestant te zijn en ‘roomsen’ moeten ophouden rooms te zijn – om samen katholiek te worden.
Om zo ver te komen is voor alles nodig, dat we als protestanten en rooms-katholieken bereid zijn naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren. Om nog een keer kardinaal Kasper te citeren: ‘ Wat we nodig hebben is een receptieve, van elkaar lerende oecumene. Alleen daardoor kan de Katholieke Kerk haar katholiciteit voluit verwerkelijken. Omgekeerd kan ook de oorspronkelijke, in wezen oecumenische intentie van Luther alleen door een receptieve oecumene tot voltooiing komen’ (Martin Luther, pag. 65).