Één van de mooie aspecten van oud-katholiek zijn is dat je steeds mag uitleggen wat “oud-katholiek” nu betekent. Meestal zijn er twee misverstanden: nee, ik ben geen “voormalig katholiek,” en nee, ik ben ook geen Piusbroeder. Een protestant ben ik ook niet, maar: Ja, ik ben wel een katholiek die zich oriënteert op de bronnen van de oude kerk en hoopt dat die helpen om de kerk steeds weer een beetje te hervormen om in het nu meer te gaan lijken op hoe ze toen oorspronkelijk bedoeld was. Oud-Katholieken hebben dus wel wat met hervorming, ook wanneer ze het eerder “herbronning” zullen noemen.
Terug naar de bronnen om opnieuw te ontdekken waarom het eigenlijk gaat. Oud-Katholieken kennen dat goed uit vernieuwingsbewegingen uit de 17de en 18de eeuw die probeerden het spiritueel élan van het katholicisme te versterken door in te zetten op een relatie tussen mens en God die volledig op liefde gebaseerd was en niet op angst voor straf (het “Jansenisme”) en uit de 19de eeuw die probeerde de kerk in een constructieve dialoog met maatschappij en moderne wetenschap te brengen door zich opnieuw te richten op de bronnen van het geloof (“oud-katholieke beweging”).
Hervormen: wat is dat?
Ik kan me trouwens nauwelijks een kerk voorstellen die dat soort bewegingen en manieren van hervormen geen goed idee vindt. Als ik dan nadenk over de vraag wat ik van de viering of herdenking van de (protestantse) Reformatie hoop, dan is het in eerste instantie dat kerken zich samen leren herkennen in het wezenlijke Anliegen van de hervormers van de late 15e en vroege 16e eeuw: terug naar de bronnen, herontdekken waar het eigenlijk om gaat in de kerk. Wat dat dan inhoudt is trouwens ook iets om gemeenschappelijk te ontdekken. Dat betekent voor katholieken, of ze nu rooms of oud zijn, ook dat een nieuw historisch bewustzijn nodig is. De “Reformatie” was in beginsel een zaak van de hele kerk, alleen vanwege een ongelukkige mix van politieke en kerkelijke factoren kwam het ook tot het cementeren van kerkelijke onenigheden in verschillende kerken in plaats van verschillende stromingen of scholen binnen één kerk die elkaar zouden kunnen blijven uitdagen en, soms ook nolens volens, verrijken. Als het gedenken van de protestantse Reformatie uit de 16de eeuw in de 21ste eeuw kan helpen tot een beweging van de kerken samen om gemeenschappelijk op zoek te gaan naar de bronnen wordt aan de hervormers van de 15e en 16e eeuw recht gedaan en gaat het niet om hen, maar om waar ze voor stonden: het Evangelie.
Dialoog met de kerken van de Orthodoxie
Dat historische bewustzijn en het oecumenische engagement dat daaruit kan voortvloeien is naar oud-katholiek inzicht nog een stap breder dan de stap naar de 15e en 16e eeuw. Wat daar gebeurde, is een typisch probleem van Westers Christendom. Sinds de late 19de eeuw voeren de oud-katholieke kerken een gestadige dialoog met de kerken van de Orthodoxie die in 1987 met de vaststelling van volledige overeenstemming in het geloof door de dialoogcommissie werd afgesloten. Deze dialoog werd gevoerd op een bredere basis die de problematiek van het reformatiejubileum overstijgt: scheiding en schisma bestaat al eerder dan de 16de eeuw en alleen de gemeenschappelijke traditie van de vroege kerk biedt een basis om niet alleen het protestants-katholieke schisma, maar ook dat tussen oost en west te boven te komen.
Jubileum als het vieren van Nederlands Protestantisme
Voor de relatie tussen protestanten en katholieken in Nederland kan het Reformatie jubileum veel betekenen, maar of het dat ook gaat betekenen is voor mij de vraag. Wat ik er tot nu toe over zie, lijkt meer op het vieren van Nederlands Protestantisme – en dan als het even kan door de verschillende protestantse kerken afzonderlijk, met enige nostalgie en behoorlijk wat trots op het “eigene” van het protestantisme (of de eigen variant ervan) en dat dan vaak toch impliciet ten opzichte van “het” katholicisme, in plaats van iets dat kerken dichter bij elkaar brengt en recht doet aan de inspiratie van de diverse hervormers uit de geschiedenis. Hen ging het namelijk altijd om de gehele kerk, niet om denominaties en hun nestgeur. De uitnodiging tot deze bijdrage door de Katholieke Vereniging voor Oecumene spreekt dat beeld natuurlijk tegen, maar toch, wat ik hier weergeef is mijn algemene indruk.
Summer school: A Common Witness of Catholics and Protestants – The Challenge of 500 Years of Reformation
Wat ik zou hopen dat er gebeurt tussen protestantse en katholieke kerken in dit jubileümjaar kan ik illustreren met het voorbeeld van een initiatief vanuit de werkgroep Refo500 van de Katholieke Vereniging voor Oecumene rondom dit thema. Uit deze werkgroep van diverse (!) protestanten en diverse (!) katholieken, is een summer school gelanceerd die in de zomer van 2017 katholieke en protestantse theologen samenbrengt. Ze komen samen onder de vlag “A Common Witness of Catholics and Protestants – The Challenge of 500 Years of Reformation.” Ze zullen gemeenschappelijk de wortels van de hervormingsbewegingen in de 15e/16e eeuw bestuderen, samen bekijken wat er sindsdien oecumenisch bereikt is, en kijken of er in de 21ste eeuw met elkaar een weg tot kerk zijn en verkondiging van het Evangelie gevonden kan worden. Het is een prachtige cursus in samenwerking met de Tilburg School of Catholic Theology, Refo500 en de Utrecht Summer School (zie link onderaan dit artikel). Ik hoop dat samen theologie beoefenen laat zien hoeveel katholieken en protestanten en katholieke en protestantse kerken elkaar eigenlijk te bieden hebben en hoe hard ze elkaar nodig hebben om recht te doen aan het hele Evangelie.
Oecumenische dialoog is wezenlijk voor een gezonde kerk in de 21e eeuw
Natuurlijk kan zo een summer school net als alles wat er dit jaar gemeenschappelijk gevierd en herdacht kan worden bouwen op de vruchten van de “eeuw van de oecumene.” Als je als kerkhistoricus terugkijkt op de 20ste eeuw en het begin ervan met het einde vergelijkt, kun je alleen maar versteld staan van de enorme ontkerkelijking enerzijds en de enorme kerkelijke toenadering anderzijds. Was toen het onderlinge gesprek van kerkelijke leiders een behoorlijke stap – oud- en rooms-katholieke bisschoppen spraken elkaar voor het eerst rond 1939, bij de Willibrordtentoonstelling in Utrecht van dat jaar –, is nu dat gesprek een vanzelfsprekend uitgangspunt en wordt het als onpassend ervaren als het eens wat minder vlot loopt. Ook samenwerking op wetenschappelijk niveau, op het niveau van pastorale vaardigheden, vanzelfsprekende uitwisseling rondom vrijwel ieder maatschappelijk thema, en, last but not least het ontdekken van gemeenschappelijke geloofsovertuigingen, het leren van elkaars kerkelijke “talenten,” het zich verheugen over een gemeenschappelijke erfenis in het Evangelie en ga zo maar door: dat alles is iets wat als zo vanzelfsprekend ervaren wordt dat het nauwelijks nog voldoende waardering krijgt. Natuurlijk, er blijven verschillen en soms worden die onderschat. Er is nog hard werk nodig, juist als we in een oecumenische situatie echt meningsverschil en verschil in traditie niet onder het tapijt willen vegen maar als kans zien om samen dieper in het gemeenschappelijke geloof door te dringen. Ergens “niet zo moeilijk over doen” is geen oecumenische houding, nog minder die houding van iemand anders verlangen. Je afvragen waarom iets voor de één zo ontzettend belangrijk kan zijn en waarom voor jezelf niet wel: misschien heb je zelf iets gemist en wijst de ander je op iets belangrijks, misschien ligt het ook omgekeerd of is er nog iets anders aan de hand. Om deze reden is oecumensiche dialoog ook wezenlijk voor een gezonde kerk in de 21ste eeuw: alleen samen kunnen we het Evangelie steeds opnieuw herontdekken zonder te stikken in de eigen eenzijdigheid of vermeende gelijk.
Uitgenodigd je door anderen te laten uitdagen en hen terug uit te dagen
Voor mijn eigen kerk, tenslotte, hoop ik dat alles wat ik hierboven gezegd heb waarheid kan worden. De Oud-Katholieke Kerk van Nederland is een volop katholieke kerk die zich net zo volop gecommitteerd heeft aan het zich steeds hervormen in het licht van het Evangelie en zo op zoek te gaan naar kerkelijke eenheid als een getuigenis van verzoening in Christus. Kerken die verdeeld zijn, zijn geen overtuigend getuigenis van verzoening. Gelukkig zijn we een kerk van bescheiden omvang die niet in het sektarische is afgezakt. Daardoor voel ik me als theoloog, priester en gelovige steeds weer uitgenodigd om me door anderen te laten uitdagen en hen terug uit te dagen als het om het Evangelie gaat. Als ik om me heen kijk is samenwerking met protestantse en katholieke collega’s zo vanzelfsprekend dat ik dat alleen als een hoopvol teken kan zien. Tegelijkertijd groeit de gemeenschap met andere katholieke kerken, zoals de Kerken van de Anglicaanse Gemeenschap, de Iglesia Filipina Independiente, de Kerk van Zweden (allen: kerkelijke gemeenschap), is er een veel belovende dialoog met de Mar Thoma Syrian Church (India) en worden de dialoog met de Rooms-Katholieke Kerk en de post-dialoog gesprekken met de Orthodoxe Kerken gestadig voortgezet. In Nederland zijn hier verschillende tekenen van, zoals een Anglicaans/Oud-Katholiek engagement in het luchthavenpastoraat op Schiphol, gemeenschappelijk Anglicaans/Oud-Katholiek gebruik van kerkgebouwen in Groningen, Arnhem en Haarlem, terwijl met de diverse Orthodoxe Kerken en de Anglicanen wordt samengewerkt in een overleg van episcopaal-synodaal georganiseerde kerken. Het commitment aan de Raad van Kerken in Nederland is sinds de start ervan vanzelfsprekend. Al deze activiteiten en structuren, een hele lijst, zijn zowel uitdrukking van een oecumenische instelling en een gestalte van groeiende kerkelijke gemeenschap, ook wanneer die nog niet formeel vastgesteld kan worden. Daarbij is het wezenlijk dat kerken en hun vertegenwoordigers elkaar ook blijven aanspreken en samen proberen recht te doen aan het Evangelie en daarmee aan de inspiratie van de hervormers van de 15e en 16e eeuw en, wat de Oud-Katholieke Kerk betreft, ook aan die van de 17de, 18de en 19de eeuw.
Foto van Peter-Ben Smit: Patrick Daniel
Voor meer informatie over de Summerschool zie: https://www.utrechtsummerschool.nl/courses/culture/a-common-witness-of-catholics-and-protestants–the-challenge-of-500-years-of-reformation