We zongen in de jaren 60 het beroemde Lutherlied “Een Vaste Burcht” als een strijdlied, begeleid door donderend orgelspel. Het waren volle kerken waarin ik opgroeide en er was geen twijfel over de juistheid van de Reformatie noch over het heldendom der reformatoren. God was gewoon een aantal keren opnieuw begonnen met zijn volk, zoals de profeten al hadden uitgelegd. Eén van die keren was de Reformatie! Luther had het niet alleen goed begrepen maar was tegelijkertijd ook instrument van Gods wil en leiding.
Een ander geluid
Bij mij thuis waren er echter ook andere geluiden. Mijn beide ouders waren jong, strijdbaar en actief in de oorlogsperiode. Met name mijn vader kende echter ook de negatieve ervaringen die erbij hoorden: krijgsgevangenschap en in dienst van de strijd langere tijd ver van huis zijn, o.a. in Indonesië. Over die periode sprak hij nooit zo veel en niet zo gemakkelijk. Echter over één aspect van dit bizarre leven heeft hij verschillende malen wél gesproken; wat het hem gebracht had in zijn visie op kerk en geloof.
Nood leert relativeren
Wonderlijk genoeg is hij nooit zijn geloof in een genadige en goede God kwijtgeraakt. Dat hij uiteindelijk relatief ongeschonden na 10 jaar krijgsdienst in Nederland zijn leven weer kon oppakken zag hij als een bijzondere zegen. Maar de kerkmuren waaraan in Nederland in die tijd nog zo vlijtig gemetseld werd waren voor hem eigenlijk al weggevallen. Als je namelijk in krijgsgevangenschap iets van geloof wilt beleven in een geimproviseerde gemeenschap met andere gelovigen, die toen nog andersdenkenden werden genoemd, dan doet het er ineens niet meer toe in welke kerk je bent opgegroeid. Natuurlijk is het zo dat je je bij de ene traditie meer thuis voelt dan bij de andere maar dit mag niet leiden tot het toeëigenen van vermeende Goddelijke instemming met jouw club. Nood leert bidden en nood leer ook relativeren.
Niet genoeg in handen
Ik moest hieraan denken toen mij de vraag gesteld werd een bijdrage te schrijven voor de website www.oecumene.nl naar aanleiding van de Reformatie herdenking dit jaar. Om mij heen zie ik al tal van jaren veel drukte als het gaat om de voorbereiding van dit bijzondere jaar 2017. In Duitsland, waar ik geregeld kom in verband met kerkelijke contacten, is men al sinds 2007 bezig met deze viering. De Reformations Dekade! Tien jaar feest. Ook op tal van andere plekken gonst het al langere tijd. Er zijn boeken geschreven, bossen geplant, musea gevuld en tal van andere plannen gemaakt. Wittenberg en veel andere Luther-steden hebben jaren in de steigers gestaan en blinken van nieuwigheid. En eerlijk gezegd: er klonk mij allemaal iets te veel “een vaste burcht” in door. Waarom zou je een pijnlijke scheiding vieren? Ik ben bijna drie decennia predikant en heb aldoor het pad van de oecumene voor ogen. Met al het goede dat de Reformatie ons gegeven heeft hebben we nog niet genoeg in handen om triomfantelijke feestjes te vieren, zo dacht ik er over.
‘Herdenken’ in plaats van ‘vieren’
Op een goede dag kreeg ik het document: “From Conflict to Communion” onder ogen. In dit document wordt ervoor gepleit de verjaardag van de Reformatie niet zozeer te vieren alswel gezamenlijke (Luther-Katholieke) te herdenken. De inhoud van het document kan ik U van harte aanbevelen. De vijf in dit document genoemde imperativi zou ik een ieder graag als huiswerk willen meegeven! En met dit document in handen had ik argumenten om mijn schouders te zetten onder het vieren en vooral gedenken van 500 jaar Reformatie!
“Als een lopend vuurtje”
De Protestantse Kerk organiseert thans een estafette om de Reformatie door geheel Nederland heen te vieren “als een lopend vuurtje”. Elke provincie kreeg een motto en voor mijn provincie (Noord Brabant) is dat: Rome – Reformatie! Ik hoefde niet lang te aarzelen toen mij de vraag gesteld werd om als coördinator voor onze provincie aan te treden. Het document: “van Conflict naar Gemeenschap” werd vanaf het begin de leidraad. Op het moment van schrijven van dit artikel is de erbij behorende liturgie rondgestuurd naar alle parochies en gemeenten in Brabant met daarbij de uitdaging om dit jaar vooral ook elkaar op te zoeken. Voor september a.s. – de maand dat de estafette door Noord Brabant trekt – staan er tal van activiteiten in de agenda’s. Allemaal oecumenisch! In onze voorbereidingscommissie zitten leden van verschillende kerken en ook iemand namens een kloostergemeenschap. Het document is weliswaar afkomstig uit de Lutherse en Rooms Katholieke wereld, maar feitelijk kunnen alle Christenen zich hierdoor aangesproken weten.
Elkaar raken en aanraken
Mijn hoop voor de kerk? Ik hoop van harte dat we stoppen met muren bouwen en stoppen met strijden. Natuurlijk kun je vaststellen dat we al meer dan 40 jaar allerlei oecumenische initiatieven en oecumenische groei achter de rug hebben maar juist de krimp van de kerk heeft ons ook weer teruggejaagd in het eigen hok. We zijn druk bezig met het eigen (over)leven. Dit gaat vaak gepaard met een minder grote prioriteit voor oecumenische zaken. Maar zou het niet mooi zijn dat ook déze nood ons dichter bij elkaar brengt? Dat we elkaar mogen raken en aanraken tijdens gezamenlijk gebed, getuigenis en dienst aan de wereld? Niet strijden maar strelen!
Oase van veiligheid
Dat geldt dan ook voor dat lied! We zongen het als strijdlied. De (19-de eeuwse) melodie gaf daar ook aanleiding toe. Inmiddels staat in onze nieuwste liedboeken die meer oorspronkelijke melodie van Luther zelf. Voor veel mensen blijft het lastiger om die te zingen. Je moet er even je best voor doen, maar het is wél een melodie waar je een dansje op zou kunnen maken! Veel passender bij de psalm! Daarin mogen we God leren kennen als een oase van veiligheid. Niet een plek om te strijden, wel om te strelen.
Mijn hoop voor de jaren na deze Reformatie herdenking is dat we als kerken aan een hernieuwd elkaar ontmoeten toekomen vanuit het perspectief van eenheid in Christus; één lichaam, één Heer.
drs. Willem Vermeulen, predikant in Bergen op Zoom
Foto: gemaakt door dhr. Erik de Klerck