Terwijl katholiek en protestant zich opmaakt voor de herdenking van 500 jaar Reformatie, is het goed om te beseffen dat de Reformatie niet de eerste scheur was die zich voltrok in het Lichaam van Christus en ook niet de laatste. De breuk met het Jodendom en de breuk met de Kerk van het oosten gingen daaraan vooraf. De Reformatie zelf is een repeterende breuk geworden, die nog steeds niet tot een afronding is gekomen.
Te vieren is er daarom niet veel. De Reformatie heeft een enorme stimulans gegeven aan de wetenschappelijke theologiebeoefening, waardoor een schat aan Bijbelse, historische, systematische en zelfs praktische kennis en tradities is ontsloten, maar we merken juist in onze tijd hoe snel dat allemaal weer kan verdampen in de gloed van de huidige secularisatie die als een verzengende vuurzee over de westerse kerk gaat. Juist daar waar de Reformatie haar wortels had en plaatsvond, in Europa, is de ontkerstening en kerkverlating het grootst.
Dat zou op zijn minst te denken moeten geven. Ik hoor daar echter tot nog toe weinig over. Het beeld wordt vooral geschetst dat Luther een punt had, maar zeker geen lieverdje was, en dat het daarom begrijpelijk, maar niet goed te praten is dat de Kerk zo hard optrad, waardoor alles eigenlijk escaleerde. De vraag is dan alleen, wat doen we daar nu mee? En hoe leg je dat uit aan mensen buiten de Kerk?
Verwachtingen
U voelt wel dat mijn verwachtingen met betrekking tot de bovengenoemde herdenking daarom niet al te hoog gestemd zijn. Het lijkt vooral een feestje voor cultuurfilosofen en kerkhistorici. Voor academici en museumbezoekers. Jonge mensen bijvoorbeeld lijken er heel weinig mee te hebben. Zij leven ook in een totaal andere wereld, met een totaal andere cultuur en totaal andere vragen.
Zeker, we kunnen veel leren van de Reformatie en de geschiedenis daarna, maar het was toch vooral een conflict binnen het Christendom en binnen de Kerk. Daarbij is het voor mijn gevoel vooral ook een echt westerse discussie, onlosmakelijk verbonden met de cultuurhistorische en politieke ontwikkeling van Europa net na de Middeleeuwen. Op het zendingsveld speelt de Reformatie een veel minder belangrijke rol. Waar ik gewerkt heb in Afrika was de kerkelijke verdeeldheid minstens net zo groot als in Nederland, maar samenwerking over allerlei kerkmuren heen was geen enkel probleem.
Zelfs in de oecumenische beweging speelt de herdenking van de Reformatie voor zover ik kan zien geen prominente rol. Natuurlijk was de aanwezigheid van Paus Franciscus bij de opening van het Lutherjaar in Lund wel een belangrijk moment en is de Gemeenschappelijke Verklaring over de Rechtvaardigingsleer door de Rooms Katholieke Kerk en de Lutherse Wereldfederatie een grote stap in de goede richting geweest, maar deze stap is alweer bijna 20 jaar geleden gezet. Het oecumenisch gesprek is ook veel groter dan alleen tussen Rome en Reformatie.
Tenslotte, als ik dan denk aan de Christelijke Gereformeerde kerken, waar ik predikant in ben, dan worden mijn verwachtingen helemaal de bodem in geslagen. Hoewel er een sterke verbinding met Refo500 is, zie ik dat op synodaal niveau deze kerken zich steeds meer terugtrekken op hun eigen reformatorische eilandje en zich isoleren van de grote oecumenische beweging. Het is zelfs moeilijk om met kerken die qua belijdenis heel dichtbij hen staan, zoals de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde kerken, samen te werken en bijvoorbeeld een Gereformeerde Theologische Universiteit vorm te geven. In zo’n context is de herdenking van de Reformatie vooral ter bevestiging van het eigen gelijk en versterking van de eigen identiteit.
Oecumene
Toch ben ik absoluut positief over de oecumene. Ik zie veel vooruitgang in de recente geschiedenis: de Nationale Synode – ok, natuurlijk wel vooral een protestantse aangelegenheid -, Wij Kiezen voor Eenheid, een beweging die opgekomen is uit de evangelische gebedsbeweging en grotendeels is opgegaan in het Nederlands Christelijk Forum. Ik zie op landelijk en plaatselijk niveau hoe kerken elkaar zoeken en christenen samenwerken rond diaconale en missionaire projecten: SchuldHulpMaatje, het Armoede Onderzoek en de Week van Gebed, maar ook in gemeenschappen als Chemin Neuf of Nieuw Sion. Overal bloeien diaconale platforms op.
In de afgelopen jaren hebben wij als MissieNederland samen met de Verenigde Pinkster en Evangeliegemeenten een mooie dialoog mogen voeren met vertegenwoordigers van de Rooms Katholieke bisschoppenconferentie in Nederland. Dat heeft de relaties enorm gebouwd en versterkt. Tegelijkertijd is het nog best weerbarstig hoe het dan verder moet en schept het vooral openingen om in groter verband het geloofsgesprek voort te zetten.
De vraag is en blijft echter of en hoe de herdenking van de Reformatie en de manier waarop die nu vorm krijgt daar een bijdrage aan levert. Ik heb het gevoel dat het uiteindelijk veel meer de nood van de wereld om ons heen is, die mensen over kerkmuren heen bij elkaar brengt en met elkaar verbindt om samen te bidden en samen, in woord en daad, getuigen te zijn van Hem, die de Koning van de Kerk is, Jezus Christus.
De Kerkproeverij campagne is daarvan een mooi voorbeeld. Nog niet eerder werd een campagne zo breedkerkelijk gedragen. Van Katholiek tot Vrijgemaakt en van Protestants tot Pinkster – heel veel kerken hebben hieraan meegedaan. Het moet echter gezegd worden dat de verbinding met de herdenking van de Reformatie niet of nauwelijks is gelegd. Buiten de kerk is het blijkbaar niet (meer) uit te leggen.
Herdenken
Daarmee zeg ik niet dat we 500 jaar Reformatie niet moeten herdenken. We moeten daar echter niet direct antwoorden van verwachten voor de vragen van vandaag. De Reformatie vond plaats binnen het Christendom. Het was een binnenkerkelijke discussie. Het ging niet over de roeping van de Kerk in deze wereld, maar over de waarheid en wie die in pacht had. Daarom was de Reformatie ook geen missionaire beweging en duurde het nog eeuwen voordat er serieus werk gemaakt werd van zending. Dat moet ik de Katholieken toegeven: zij waren daar veel eerder mee en zetten al in de 17e eeuw in op missie naar de nieuwe werelden die ontdekt werden.
De grote vraag is dus: wat kunnen we van de Reformatie leren voor een post-christelijke, post-moderne en post-religieuze tijd en context, waarin niet de vraag centraal staat naar een genadig God, maar naar God überhaupt. Geen ‘schuld-cultuur’ waarin begrippen als zonde en genade een grote rol spelen, maar een ‘schaamte-cultuur’ waarin het vooral belangrijk is om zoveel mogelijk ‘likes’ (van mensen) te verzamelen. Helaas hoor ik daar niet zo heel erg veel over bij de vele herdenkingsbijeenkomsten en symposia.
De Reformatie uit de 16e eeuw gaf antwoord op een vraag uit die tijd en die cultuur. Geen missionaire vraag, maar een theologische. Misschien hebben we in het Westen nu wel een heel nieuwe Reformatie nodig. Katholiek en Protestant. Ecclesia reformata semper reformanda! Mijn gebed is alleen dat het niet weer leidt tot nieuwe grote scheuren in het Lichaam van Christus. Laat dat dan de les zijn van de herdenking van de Lutherse Reformatie.
Drs. Jan Wessels – Algemeen Secretaris van MissieNederland (voorheen Evangelische (Zendings)alliantie), een netwerk van kerken en organisaties in Nederland die samen getuigen van Jezus Christus willen zijn in wijk en wereld.