Christenen MO centraal op studiemiddag

cross-crescent





Op dinsdag 11 december jl.  hield het Instituut voor Oosters Christendom aan de Radboud Universiteit te Nijmegen de lezingenmiddag ‘Christenen in het Midden-Oosten. Wat staat er op het spel?’. De lezingen waren in het kader van de tentoonstelling ‘Oosters Christendom. Vroeger en Nu’ die in de benedenverdieping van de Universiteitsbibliotheek van oktober tot en met december 2012 wordt gehouden. De lezingen gingen, zoals de titel van de middag aangaf, vooral over het nu.

Wel refereerde prof. Herman Teule, directeur van het Instituut voor Oosterse Christendom, bij de voorafgaande rondleiding door de tentoonstelling (zie foto hieronder), aan het verleden: de oude wortels van het instituut. Teruggaande op een hernieuwde belangstelling binnen de Catholica voor de oosterse christelijke tradities eind 19e eeuw, het daaruit voortvloeiende werk van de paters Assumptionisten in de vorm van Byzantijnse instituten in Istanboel, Boekarest, Parijs en tenslotte in Nederland, te Nijmegen, in 1948, is het deze traditie die in uitdrukkelijk academische vorm door het vanuit het Byzantijnse Instituut te Nijmegen ontstane Instituut voor Oosters Christendom wordt voortgezet.
Tijdens de rondleiding vroeg Teule bijzondere aandacht voor de onbekende christelijke Arabische literatuur van eeuwen her. Een nog grotendeels onontgonnen schat. «De Patrologie Graeca en de Patrologia Latina die hier op de universiteitsbibliotheek staan, omvatten elk meer dan 200 delen; met evenzovele delen zou je een ‘Patrologia Arabica’ kunnen vullen », aldus Teule.

Christenen MO nuKLEIN ivoc 11 12 121 045

Tijdens zijn lezing later op de middag ging Herman Teule verder in op het Arabische christendom van nu. Zoals bekend staat dat erg onder druk door de voortdurende politieke ontwikkelingen in de regio. Paus Benedictus XVI heeft het slotdocument van de bisschoppensynode van ruim twee jaar geleden over de christenen van het Midden-Oosten te Rome (oktober 2010) onlangs in september 2012 in Libanon ondertekend. Kort na de afsluiting van die synode eind oktober 2010, kwam begin 2011 in vele landen van het Midden-Oosten de zogeheten ‘Arabische Lente’ op. De hang naar meer vrijheid en democratie rommelde her en der al eerder, maar was geen onderwerp van de synode geweest. Vanaf begin 2012 is de situatie echter in het Arabische Midden-Oosten fundamenteel veranderd, zodat, aldus Teule, “de synode op het moment van afsluiten al achterhaald was; er was een nieuwe tijd aangebroken”. Gelukkig is er nog genoeg in de resultaten van de synode dat bruikbaar is voor de toekomst. Zo was in de documenten rondom de synode gepleit voor een profilering van de christenen van de regio als Arabische christenen in plaats van primair een identiteit langs etnische lijnen (Kopten, Maronieten, Assyriërs etc.). Men laat zich dan inspireren door de rijke Arabisch-christelijke traditie van weleer, waarin de christenen eeuwenlang een fundamentele bijdrage hebben geleverd aan de midden-oosterse samenleving; dát te doen is ook hedentendage weer de opdracht voor de christenen in de Arabische landen van het Midden-Oosten. Teule betreurde wel dat die aanbeveling niet in het slotdocument was gekomen; hij weet dit aan die oosterse christelijke leiders die juist nog wel koersen op een sterke gerichtheid op de particuliere tradities van hun eigen etnisch bepaalde geloofsgemeenschappen. Volgens is dat Teule contraproductief, in feite als christelijke geloofsgemeenschap in het Midden-Oosten “je eigen graf graven”.

Teule heeft over de synode en het slotdocument de laatste jaren enkele malen geschreven in Pokrof: Pokrof 2011-1, pp 3-5 (zie deze website) en onlangs in het laatste nummer, Pokrof 2012-5, pp 15-18.

Situatie Kopten

Prof. Jacques van der Vliet, bijzonder hoogleraar Godsdiensten van het  oude Egypte, met nadruk op het Koptische  christendom, ging in op de situatie van de christenen in Egypte. (Van deze lezing zal in 2013 een geactualiseerde versie verschijnen in Pokrof.) Van der Vliet zei aan het begin van zijn lezing dat de subtitel van de middag “Wat staat er op het spel?” vooral niet moest worden gezien als ‘Waar gaat het heen?’. Egypte staat iedere dag in de krant en Van der Vliet kon niet aan toekomstvoorspelling doen.
In de jaren 2011-2012 waren er dramatische veranderingen in Egypte geweest, die het einde van een tijdperk betekenden, zowel politiek (val van president-dictator Moebarak in februari 2011) als kerkelijk (hij verwees impliciet naar de dood van paus Shenouda III in maart 2012). Met andere woorden, aangaande het nieuwe tijdperk zijn er alleen maar voortekenen te ontwaren.
Van der Vliet ging in zijn voordracht in op een verder terug gelegen én een meer nabij verleden van de Kopten binnen hun Egyptische samenleving. Hij herinnerde aan het ook nu nog voor Egyptische christenen belangrijke revolutiejaar 1919; Kopten en moslims trokken politiek samen op tegen de buitenlandse overheersing van Egypte. De samenwerking, die duurde tot Nasser’s officierenrevolte in 1952, werd toentertijd gesymboliseerd door ’the Crescent and the Cross’, de (islamitische) Halve Maan en het (christelijke) Kruis (zie foto boven artikel). Bij het begin van de opstand tegen Moebarak, waaraan veel Kopten deelnamen, kon men dit symbool weer terugzien. In het verloop van de politieke ontwikkelingen daarna zijn de Kopten echter wel zwaar geteleurgesteld geraakt door enkele zeer Kopten-vijandige gebeurtenissen in Egypte. De laatste daaronder is de beoogde nieuwe Grondwet van president Mursi. Met name christenen vinden die niet het gewenste seculiere stempel dragen.

‘Wat staat er op het spel?’ Niet het voortbestaan van de Koptische gemeenschap in Egypte – die is groot genoeg -, maar wel zaken als vrijheid, ook voor de christenen, democratie en wat men in Nederland wel noemt: meer transparantie.

Foto’s:
– Halve Maan en Kruis, met eronder in het Arabisch ‘Ik ben Egyptisch/Egyptenaar’.
– Rondleiding op de tentoonstelling (Foto: L. van Leijsen)