Parijs siddert nog steeds na. Na de aanslag in Beiroet hebben terroristen van IS nu weer in Parijs toegeslagen. Maar de christenen in Syrië en Irak hebben niet incidenteel met de terreur van IS te maken: ze hebben dagelijks en al jaren met deze barbaren te doen. Gevolg: het christendom in Irak en Syrië wordt na een geschiedenis van bijna 2000 jaar met de ondergang bedreigd.
Vijftien jaar geleden woonden er nog circa 2 miljoen christenen in Irak en ongeveer hetzelfde aantal in Syrië. Het was altijd moeilijk, eigenlijk onmogelijk, om het precieze aantal christenen te noemen. Dat is nu nog steeds het geval. Wat wel bekend is, is dat anno 2015 het aantal christenen in beide landen gemarginaliseerd is. In Irak zouden er nog maar 250 duizend christenen wonen en in Syrië wellicht nog minder. De oorlog en de terreur in beide landen hebben de christenen het meest getroffen.
In Irak was de Katholieke Kerk het grootste. Maar de Assyrische Kerk van het Oosten en de Syrisch-Orthodoxe Kerk zijn de oudste kerken. In Syrië zijn de christenen versnipperd over diverse kerken. De Bijbel is wat alle kerken met elkaar gemeenschappelijk hebben.
Geen toekomst meer
Terwijl de hele wereld ontzet is over de gruwelijke aanslagen in Parijs, schrijf ik deze blog over de vraag of het nog mogelijk is om het christendom in beide landen te redden en wat kerken in Nederland zouden kunnen doen om de christenen in Syrië en Irak te helpen te overleven? Geen gemakkelijke vragen! Een poging. Niet meer dan dat!
Het christendom zou in beide landen in theorie nog gered kunnen worden, maar dan dient het Westen door middel van een grootschalige militaire invasie beide landen te koloniseren om zo veiligheid voor christenen te creëren. Dat is eerder gebeurd. Na de val van het Ottomaanse Rijk na de Eerste Wereld Oorlog waren het huidige Irak en Syrië mandaat gebieden van respectievelijk de Engelsen en de Fransen. Ook zou het Westen dan met een soort Marshallplan beide landen snel economisch er weer bovenop moeten helpen. Kolonisatie van beide landen is nu niet meer mogelijk. Dat was een instrument van de 19de en 20ste eeuw en in de huidige situatie politiek niet meer haalbaar.
Dit betekent dat het christendom in beide landen niet meer te redden is. Over 100 jaar en misschien zelfs eerder zullen historici jammeren dat er ooit een groot aantal christenen leefden in Irak en Syrië, maar dat zij door onderdrukking en oorlogen ten onder zijn gegaan.
Pijn verlichten
Het enige dat kerken in Nederland in deze situatie kunnen doen is dus de pijn van de overgebleven christenen in beide landen verlichten door hen met slimme en inventieve hulpprogramma’s te ondersteunen.
In Irak zijn de meeste overgebleven christenen op de vlucht in eigen land. In Noord-Irak hebben de Koerden onder internationale druk christenen ‘opgevangen’. Van een georganiseerde opvang is geen sprake. De Koerden waren niet voorbereid op een dergelijke stroom vluchtelingen. In Noord-Irak moeten veel christenen in tenten en kerken de komende winter doorbrengen.
In Syrië leven de overgebleven christenen in het Noorden van het land onder het Koerdische PKK-bestuur. In andere delen van het land, zoals in Aleppo en Homs, is de situatie zeer gevaarlijk. De dood kan elk moment toeslaan. De christenen die in Damascus wonen, leven nog in betrekkelijke rust. De meeste christenen hebben het land verlaten en verblijven vooral in Libanon en Jordanië onder de meest afschuwelijke en uitzichtloze omstandigheden wat levensonderhoud en huisvesting betreft.
De hulp van kerken in Nederland zou kunnen bestaan uit: noodhulp en een vorm van structurele hulp.
Noodhulp
Zowel Irak als Syrië hebben echte winters. In sommige delen van Noord-Irak hebben de vluchtelingen op zijn minst goed verwarmde tenten nodig. Ook kleding komt ongetwijfeld goed van pas. Verder is er behoefte aan voedsel en schoon water. Noodhulp aan de christenen in Syrië is moeilijk. Het land is zeer onveilig. In Noord-Syrië kunnen de mensen bereikt worden via de PKK. Maar de PKK is niet bereid hulp door te laten die alleen voor christenen bestemd is. Voor andere plaatsen in Syrië zoals Aleppo en Homs is noodhulp het hardste nodig. Maar beide steden zijn heel moeilijk bereikbaar. Het beste is daarom om noodhulp te geven aan christenen in Libanon, Jordanië en Turkije. In deze landen verblijven veel christenen. Hun spaargeld is op. Ze hebben voedsel, water en tenten nodig. Via lokale organisaties kunnen kerken gericht hulp aan christenen geven. Er zijn organisaties van vluchtelingen die daarin kunnen bemiddelen. Wel dienen er duidelijke en heldere afspraken gemaakt te worden. Coördinatie vanuit Nederland is noodzakelijk zodat de hulp terecht komt bij alle mensen die het nodig hebben en niet alleen bij familieleden.
Structurele hulp
Om christenen toch een kans te geven om in hun regio te blijven moet gezocht worden naar een meer structurele hulpverlening. Maar zonder veiligheid is structurele hulp bij voorbaat mislukt. Om de veiligheid van de christenen te waarborgen is, zoals gezegd, grootschalig ingrijpen door Amerika noodzakelijk. Maar de Verenigde Staten onder leiding van de huidige president zijn niet bereid om in te grijpen. In Noord-Irak zijn de christenen dan ook overgeleverd aan de grillen van de Koerdische leider Barzani, die het gebied als een familiebedrijf runt. Zo lang Barzani het Westen nodig heeft, zal hij zich tegenover de christenen redelijk gedragen. Van deze situatie kunnen kerken gebruik maken en proberen via de Assyrische organisaties in Noord-Irak structureel hulp te bieden op het gebied van huisvesting, scholing en werk. Hiervoor zijn geld en vrijwilligers met kennis van zaken nodig. De kerken zouden een fonds moeten oprichten waarvoor gelovigen elk zondag in alle kerken in Nederland geld kunnen doneren. Op deze manier hebben Nederlandse christenen de mogelijkheid om iedere week hun geloofsgenoten te helpen. En zo raken ze betrokken bij de christenen in beide landen. Behalve materiële hulp zouden de katholieken in Nederland het voorbeeld van paus Franciscus kunnen volgen door de politici in Nederland op te roepen zich meer in te zetten voor de christenen in Irak en Syrië.
Abraham beth Arsan behoort tot de Assyrische gemeenschap in Nederland en is freelancejournalist.
In samenwerking met auteurs die zelf uit de regio van het Midden-Oosten afkomstig zijn publiceert de KVvO op deze website een reeks artikelen over de situatie van Syrische christenen in Syrië en in Nederland. Dit is het eerste artikel in deze reeks.