De Syrisch-orthodoxe gelovige traditie in Nederland. Gewoonten, gebruiken, spiritualiteit

Acis

De Syrisch-orthodoxe Kerk is de erfgename van de in Antiochië door St. Petrus gestichte kerk. Petrus, één van de twaalf apostelen van Jezus Christus, wordt beschouwd als de eerste patriarch onder het patriarchaat van Antiochië. Het zijn de woorden van Jezus in het Evangelie: ‘Jij bent Petrus, de rots waarop ik mijn kerk zal bouwen’ (Mattheüs 16:18) waardoor de Syrische kerk bestempeld kan worden als de eerste, heilige, universele en apostolische Kerk van het christendom.

Omdat de kerkgemeente uit Syrisch-Aramees sprekende christenen bestaat, heet de kerk de Syrisch-orthodoxe Kerk. Het patriarchaat van Antiochië in Syrië viel in twee delen uiteen. Eén deel bleef de kerk van het Byzantijnse Rijk trouw die het Concilie van Chalcedon (451) accepteerde. Een ander deel van het patriarchaat van Antiochië dat dit Concilie afwees als niet-orthodox, werd ‘Jacobieten’ genoemd, naar St. Jacobus Baradeüs (Mor Yakub Burd’ono), hun latere voorman. De volgelingen van deze laatste heten thans: Syrisch-orthodoxen. Eind 20e eeuw is de strijd tussen voor- en tegenstanders van het Concilie van Chalcedon in officiële kerkelijke verklaringen als een meningsverschil op grond van woordgebruik, niet op dat van geloofsverschil aangemerkt.2Klik voor een presentatie34567891011

Fundament

De Bijbel, als het geïnspireerde Woord Gods, is het fundament waarop alle christelijke geloofsprincipes berusten. De Traditie (Overlevering) wordt ook erkend. Verder erkent de Syrisch-orthodoxe Kerk alleen de eerste drie Oecumenische Concilies met hun geloofsbelijdenissen, gehouden te Nicea (325), Constantinopel (381) en Efeze (431). De Syrisch-orthodoxe kerk is niet onderworpen aan de Paus van Rome. Wel bestaan er oecumenische contacten met de Rooms-katholieken.

Ontwikkeling

Zoals reeds hierboven vermeld leert de overlevering dat de Kerk van Antiochië is gesticht door Petrus en dat hij haar eerste patriarch was vóór zijn vertrek naar Rome. Petrus zou de pas gestichte Kerk van 37 tot 44 geleid hebben. Het christendom verspreidde zich naar de provinciehoofdstad Edessa. Tur Abdin en omgeving werd volgens de traditie door de apostel Thaddeus gekerstend. Edessa, Antiochië en Tur Abdin vormen de oorspronkelijke kern van het Syrisch christendom.

Het christendom verspreidde zich verder naar het Oosten tot India en China. De Antiocheens patriarch had ook alle christenen in het verre oosten onder zijn hoede. Daarom draagt de patriarch (ook nu nog) de titel: “Patriarch der Syrisch-orthodoxe Kerk van Antiochië en het gehele Oosten”. In India en met name op Sri Lanka bestaan aanzienlijke Syrisch-orthodoxe gemeenschappen, die al in de Oudheid gesticht werden.

Als leermeesters van de moslims brachten de Syrische christenen vooral de wetenschappelijke wereld van de Grieken dichter tot de Arabieren door hun vertalingen uit het Syrisch en/of het Grieks in het Arabisch. Het waren dus de Syrische christenen die de wetenschappelijke vooruitgang van de Islamwereld mogelijk maakten.

In Nederland vestigden de Arameeërs zich aanvankelijk in de omgeving van Amsterdam en Twente. In Twente vestigden ze zich voornamelijk in steden als Hengelo, Enschede, Rijssen, Oldenzaal en Borne. In totaal telt de Syrisch-orthodoxe Kerk nu 11 parochies in Nederland met ongeveer 20.000 gelovigen.

De Arameeërs hebben vandaag een groot aantal kerken, kloosters en verenigingen gesticht. Ook zijn er veel (geestelijke en seculiere) leiders, leraren en diakenen aangesteld in de voorbije veertig jaar. De huidige situatie van de Arameeërs bevestigt hun intenties om zich succesvol te integreren in de Nederlandse maatschappij; integratie is overigens een eigenschap die zij zich eigen gemaakt hebben in de afgelopen millennia toen zij eveneens onder verschillende dominante culturen leefden, doch nimmer hun eigen cultuur, geloof, taal en tradities hebben verloochend of opgegeven.

Deze cultuur is rijk aan feesten, die vooral verbonden zijn aan de liturgische kerkelijke kalender, waarin Pasen met de daaraan voorafgaande week het belangrijkste is. Een belangrijke traditie is ook het eten, dat eveneens verbonden is met de liturgische kalender en waartoe ook de vastenperioden behoren.

Geloofsbeleving

Volgens het geloof van de Syrisch-orthodoxe Kerk zijn de volgende sacramenten voor ieder Syrisch-orthodoxe christen noodzakelijk. Namelijk 1. doopsel, 2. heilige Myron zalving (chrisma), 3. eucharistie en 4. biecht. De andere sacramenten d.w.z. 5. ziekenzalving, 6. priesterschap en 7. huwelijk zijn niet voor iedereen van toepassing.

De sacramenten: doopsel, heilige Myron zalving en eucharistie worden tegelijkertijd toegediend tijdens de doopplechtigheid. Deze vindt plaats kort na de geboorte van het kind. Bij het doopsel wordt het kind gedragen door een peetvader / peettante en wordt het door de priester driemaal in het water gedoopt. Het kind wordt gedoopt in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

De bedoeling van de eucharistie is het ontvangen van het Lichaam en Bloed van Jezus Christus als geestelijk voedsel. Het is daarom noodzakelijk dat iedere Syrisch-orthodoxe gelovige voor dat hij / zij de eucharistie ontvangt, naar de priester gaat om te biechten. Dit gebeurt meestal twee keer in het jaar, namelijk in de Goede Week voor Pasen en in de vastenperiode voor Kerstmis. Oudere mensen en diakenen echter ontvangen om de 40 dagen de eucharistie of wanneer men zich geroepen voelt om het te nuttigen bv bij ziekte of vakantie gaan.
Karakteristiek voor de liturgie van de Syrisch-orthodoxen, in de Syrische taal, is het grote aantal anafora’s (eucharistische gebeden); meer dan zeventig rijke omvangrijke smeekgebeden met daarin de consecratie. Tegenwoordig beperkt men zich over het algemeen tot een van de twee anafora (eucharistisch gebed) tijdens een viering.

De hymnen die de Kerk tot vandaag nog gebruikt, zijn voor een groot gedeelte afkomstig van de heilige Efrem de Syriër. In tegenstelling tot de meeste andere orthodoxe kerken, bevindt zich in een Syrisch-orthodoxe kerk geen iconostase, maar een gordijn dat het altaar scheidt van de gewone gelovigen.

Wat de geestelijkheid betreft: wij hebben twee categorieën in onze kerk. De eerste is die van de monniken oftewel de ongetrouwde priesters die niet aan het hoofd staan van een parochiekerk. De aartsbisschoppen en de patriarch worden uit hun midden gekozen. De tweede is die van de getrouwde priesters, die aan het hoofd staan van de parochiekerken. Zij kunnen geen hogere positie krijgen, behalve dan die van chorepiskopos (aartspriester). Een parochiepriester kan slechts tot bisschop gewijd worden als zijn vrouw is gestorven en hij ertoe bekwaam is. Vroeger stond de kerk de monniken, aartsbisschoppen en de patriarch niet toe om vlees te eten, maar tegenwoordig is dat verbod opgeheven, behalve in India en Turkije.

Gebruiken

Er is geen twijfel dat de Syrisch-orthodoxe Kerk gevormd werd uit verscheidene volkeren met verschillende (voor-christelijke) religieuze erfgoederen. Het is dus geen wonder dat zij bepaalde gebruiken van hen overnam en dat zij die aanpaste aan de christelijke grondbeginselen, samen met de rijke rituelen die zij erfde van haar christelijke voorvaderen. Op Kerstdag bijvoorbeeld, als het evangelie van de Geboorte gelezen wordt, steken wij een vuur aan. Er worden drie wijzen (meestal kinderen) aangesteld die ieders hun gift aan de pasgeboren Kind aanbieden. De gelovigen buigen zich tijdens de dienst ter aarde zoals de Joden en anderen in het Oosten dat deden. Deze vorm van aanbidding is ook door de Moslims overgenomen. Op Goede Vrijdag leggen we in een grafkist een kruis – symbool voor de gekruisigde en gestorven Christus – dat gewikkeld is in doeken en gebalsemd met wierook en andere geuren, net zoals dat bij Jezus’ graflegging is gebeurd. Als teken van berouw kleden we de hele kerk in het zwart en drinken we op Goede Vrijdag tevens een bittere sapje wat gemengd wordt met rozenbladeren en azijn. Op de zondag daarop, Paaszondag, vieren we dan de Opstanding en nemen we het kruis uit het graf om het dan aan de gelovigen te laten zien.

Onze kerk bezit een aantal heilige relieken en viert haar feesten met plechtige processies binnen en buiten de kerk. Zo is de kerk van Onze Lieve Vrouw in Homs in Syrië bijvoorbeeld bekend als de kerk van de Onze Lieve Vrouw van de Gordel, omdat deze kerk de gordel (ceintuur) van Onze Lieve Vrouw bezit. Op 15 augustus, feest van het Ontslapen van de Moeder Gods, dragen de bisschop en de andere geestelijken de gordel in een grote processie binnenin de kerk rond, en de bisschop zegent de gelovigen met deze heilige reliek. En de kerk van de apostel Thomas in Mossul bezit relieken van St. Thomas en doet hetzelfde op zijn feest, elk jaar op 3 juli.

Feesten en vasten in de Syrisch-orthodoxe Kerk

9kIn alle christelijke kerken hebben de meeste feesten jaarlijks vaste data, zoals bijvoorbeeld Kerstmis. De Syrisch-orthodoxe Kerk gebruikt voor deze feesten sinds vijftig jaar de Gregoriaanse kalender. Voor feesten die jaarlijks veranderlijke data hebben, zoals Pasen, Hemelvaart en Pinksteren, gebruikt de Syrisch-orthodoxe Kerk echter de Juliaanse kalender, waaronder deze feestdagen op andere data vallen dan in de westerse christelijke kerken.

Opvallend is ook het aantal vastenperiodes. Men vast streng en onthoudt zich normaliter op woensdagen en vrijdagen van dierlijk voedsel (met uitzondering van vis). Op de woensdag vast men omdat Jezus toen gevangen werd genomen en op de vrijdag omdat Jezus toen gekruisigd is. Volgens de Syrisch-orthodoxe traditie wordt voorafgaand aan bepaalde feestdagen een vastenperiode gehouden, zoals u in onderstaand schema ziet.

  • Vasten voor Kerstmis: 10 dagen;
  • Vasten voor Pasen: 50 dagen (de veertigdagentijd plus één week vasten van de Goede Week);
  • Vasten van de apostelen (in aanloop naar 29 juni, feest van Petrus en Paulus): 3 dagen;
  • Vasten van Maria(in aanloop naar 15 augustus, Ontslapen van de Moeder Gods) : 5 dagen;
  • Vasten van Nineve (+-3 weken voor het grote vasten begint) : 3 dagen. In de vasten van Nineve wordt er drie dagen ononderbroken niets gegeten en gedronken.

Gebed en spiritualiteit

Gebed en spiritualiteit vormen een essentieel onderdeel van het leven in de verschillende oosterse kerken. Het gebed hoort in principe bij het leven van iedere christelijke gelovige. Zo is er in het St. Ephrem de Syriër klooster in Glane en ook in de meeste parochies een morgen,- middag,- en avondgebed. Daarnaast kennen de gelovigen hun eigen persoonlijke gebed thuis voor het eten, voor het slapen gaan en bij andere belangrijke gelegenheden. In het christelijke Oosten is die speciale vorm van spiritualiteit en ascese ontstaan die wij monnikendom en kloosterleven noemen. Deze vorm heeft zich, zoals bekend, ook al snel verbreid naar het Westen. In het oosters christendom waren er extreme vormen van ascese, bijvoorbeeld het staan op een hoge pilaar, al biddend en geestelijke raad gevend aan bezoekers. Denken we aan beroemde ‘stylieten’ als Simeon de Pilaarheilige (5e eeuw). In alle oosterse tradities hebben de monniken en de monialen een belangrijk stempel gedrukt op de Kerk als geheel.

Kunst

De artistieke rijkdom van oosterse kerken is in feite weergaloos, ook literair. Er is veel liturgische en religieuze poëzie, vaak van een enorme schoonheid! Vergeten we ook niet de architectuur en de beeldende kunst: miniaturen in eeuwenoude handschriften, sculpturen, fresco’s, mozaïeken. En er zijn de beschilderde panelen. Die laatste noemen we vaak iconen, maar ook mozaïeken en wandschilderingen zijn in feite iconen, d.w.z. religieuze beeltenissen. Het opmerkelijke is dat iconen niet in alle oosterse kerken aanwezig zijn.

Liturgie en zang

De liturgie is in de Syrische orthodoxe kerk het hart van het kerkelijke leven. Daar manifesteert de Kerk zich bij uitstek als gemeente van Christus. In de eredienst speelt de zang een grote rol. De zang is vaak zonder instrumentale begeleiding, maar niet zelden is die er ook wel: het orgel, de triangels, cimbalen en sisters. De menselijke stem is in oosterse kerken bij uitstek het instrument om God te loven, vaak exclusief, maar het is dus een mythe dat oosterse kerkzang altijd en overal slechts a capella zou zijn.

De poëzie speelt in de Syrisch-orthodoxe kerk een belangrijke rol. Sint Ephrem, de Syriër (4e eeuw), was dichter, theoloog en exegeet. Hij gebruikte de teksten van de liederen om de bijbel te verklaren. Hij stichtte een vrouwenkoor, met daarbij de gedachte dat de vrouwen hun geloof via de liederen zouden overdragen op hun kinderen. Zo kennen we tijdens de viering twee koren die de befaamde kerkleraar en martelaar St Ignatius Nurono (= ‘de Lichtende’, Ignatius van Antiochië, ± 100 n Chr) in een visioen zag: de engelen in de hemel loofden en prezen God ook in twee koren. Zo hebben we vandaag de dag in de kerk ook twee koren: die van de koorzangers (de discipelen) en die van de koorzangeressen ( de profeten) die om beurten deze liederen en gezangen ten gehore brengen.

George Acis studeerde theologie en religiewetenschappen aan de Radboud Universiteit in Nijmegen met als specialisatie Syrisch christendom.

Bronvermelding:
http://www.mariakerkhengelo.nl/geschiedenis 
http://www.morephrem.com/nl/cms/index.php?page=geschiedenis-2 
http://syriacchristianity.info/index.html 
http://www.midyatcity.com/index_nl.htm 
http://www.aramea.nl/ 
https://www.lucepedia.nl/dossieritem/dossier/26405