Er zijn volop mogelijkheden voor de oecumenische samenwerking in de praktijk. De vraag is of we de kansen willen zien, de energie en de moed hebben om deze waar te nemen.
Op initiatief van de stuurgroep Oecumene van het bisdom Groningen-Leeuwarden vond op 21 maart in het parochiehuis in Assen de eerste van twee avonden plaats over oecumene. Samen met Dr. Hans Kronenburg, emeritus-predikant ging ik in gesprek met de deelnemers over de actuele stand van zaken in de oecumenische beweging.
Zo’n vijftien mensen uit verschillende kerkgenootschappen van Noord-Nederland waren voor deze avond naar Assen gekomen. Beiden legden we er de nadruk op dat in vijftig jaar oecumene veel is bereikt waardoor de verhoudingen tussen katholieken en protestanten in Nederland wezenlijk veranderd zijn. Maar ondanks dat succes, is het vuur uit de oecumene verdwenen. Dat heeft deels met de sterke teruggang van de kerken te maken waardoor oecumene minder prioriteit heeft dan vroeger. Maar het gebrek aan enthousiasme en de vermindering van prioriteit zijn ook een gevolg van verdeeldheid in de r.-k gemeenschap over wat in oecumenisch verband wenselijk en mogelijk is. Er zijn sinds de jaren zeventig zoveel incidenten geweest. Toch beschikt de r.-k. Kerk met het oecumenisch directorium (1993) en het handboek voor spirituele oecumene (2006) over instrumenten die voor de voortgang van het oecumenisch proces nog steeds van groot belang zijn. Uit het gesprek kwam naar voren dat de oecumene in Nederland behoefte heeft aan verbreding en verdieping. De laatste jaren heeft de verbreding gestalte gekregen door de betrokkenheid van de Evangelische Alliantie en de Pinksterkerken bij de oecumenische beweging in Nederland. Mede daardoor is er nieuw accent gekomen op het geloofsgesprek en de aandacht voor de missionaire opdracht.
Op 18 april zal in Heerenveen de tweede avond gehouden worden.