Goudenvrijdag Byzantijns

Vrijdag 1 juni 2012. De eerste van de maand. En ‘Gouden Vrijdag’! Dat is de vrijdag na Pinksteren in de Syrische tradities van het oosters christendom. Degenen onder hen die de westerse kalender hanteren (katholieken van Syrische traditie, Assyrisch-apostolischen), vieren het in deze week. Degenen die hun liturgisch jaar volgens de oude kalender organiseren (Syrisch-orthodoxen) vieren Gouden Vrijdag volgende week op 8 juni. Op Gouden Vrijdag wordt uit de bijbel het verhaal van Handelingen hoofdstuk 3 voorgelezen in de liturgie.


Op Pinksteren is de komst van de H. Geest gevierd. Zijn Nederdaling vindt plaats in vurige tongen – vlammen – die zich neerzetten op de leerlingen van Jezus (Hand 2). De begeestering van Pinksteren is niet zonder consequenties.

De uitstraling van Pinksteren

Enige tijd na het wonderbare pinkstergebeuren in Jeruzalem, zo vertelt Hand 3, lopen Petrus en Johannes naar de Joodse tempel om te gaan bidden. Daar zit bij de ‘Schone Poort’ van de tempel een lamme bedelaar. Hij vraagt Petrus om een aalmoes. ‘Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik wel heb, dat geef ik u: in naam van Jezus Christus de Nazoreeër, sta op en loop’, zegt Petrus dan (Hand 3:6). De man kan lópen! Aan het ‘goud’ uit Petrus’ woorden ontleent de dag zijn naam ‘Gouden Vrijdag’. De viering ervan is zo’n anderhalf duizend jaar oud.

Roep om barmhartigheid

Goudenvrijdag westers

Hand 3 vormt voor de Syrische kerken een rijke bron van bijbelse thema’s: genade, opstanding (‘sta op!’) et cetera. Maar het verhaal wordt toch vooral opgevat als een oproep om ten opzichte van de behoeftige en arme naaste een oprechte medemenselijkheid en barmhartigheid te betrachten, en zo – aldus Severus van Antiochië, een belangrijke Syrisch-orthodoxe kerkvader –  “de hongerige Christus te voeden die zich voortdurend ophoudt bij de HeiligePoorten”. Hier is dus Christus zelf de Lamme. Hij identificeert zich zozeer met de lamgeslagen mens, dat Hij als het ware zelf aan de tempelpoort staat te bedelen om onze solidariteit en barmhartigheid. Een andere Syrische traditie, de ‘Oost-Syrische’, zingt in de liturgie van Gouden Vrijdag vanuit die gedachte Christus de volgende zegenbede toe:

«Gezegend zij de Messias onze Heer,
die de heilige Geest aan zijn apostelen heeft geschonken
en ze de wereld in heeft gestuurd, om de ziekten en zwakten te genezen.»

De solidariteit die gevraagd wordt, vertaalt zich niet per se in geld (kán wel):
“Zilver en goud bezit ik niet, maar wat ik wel heb, dat geef ik u.”
Barmhartigheid; wie arm is, helpen; helend en genezend willen zijn. Alsof Gouden Vrijdag vanuit het eeuwenoude Syrische christendom ieder die het horen wil, toeroept: ‘En doet gij evenzo!’