Het decreet Unitatis redintegratio dat op 21 november 1964 op de derde zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie met grote meerderheid werd aangenomen, opende de deuren voor de deelname van de Katholieke Kerk aan de oecumenische beweging. Het document heeft in de Katholieke Kerk de betekenis van een toetssteen en een kompas voor het oecumenisch werk. Daarom is er wereldwijd veel aandacht voor het 50 jarig jubileum van dit baanbrekende document.
Het is geen geheim dat de Katholieke Kerk in de eerste helft van de 20e eeuw moeite had met de opkomst van de oecumenische beweging. Paus Pius XI uitte in de encycliek Mortalium animos uit 1928 zijn zorg over indifferentisme en relativisme en was zeer kritisch over de oecumenische beweging. In de eerste helft van de 20e eeuw was het katholieken niet toegestaan zich met de oecumenische beweging in te laten. Toch komen er gedurende die periode in Europa diverse initiatieven op die feitelijk de omslag in de Katholieke Kerk in de beoordeling van de oecumenische beweging mee hebben voorbereid. In ons land heeft de St. Willibrordvereniging onder leiding van prof. J. Willebrands daar veel aan bijgedragen. Samen met kapelaan F. Thijssen richtte hij de internationale Katholieke Conferentie voor Oecumenische Vragen op van waaruit contacten werden ontwikkeld met katholieke instellingen en abdijen in Europa die op oecumenisch gebied actief waren. Dat dit werk ook in Rome niet onopgemerkt bleef en in goede aarde viel, bleek toen prof. J. Willebrands in 1960 door kardinaal A. Bea gevraagd werd om naar Rome te komen om daar te werken aan de opbouw van het Secretariaat voor de Eenheid. Het Secretariaat was in de voorbereiding van het Tweede Vaticaans Concilie verantwoordelijk voor de contacten met de andere kerken. Op uitnodiging van het Secretariaat woonden vertegenwoordigers van divese kerken als waarnemer de zittingen van het Concilie bij.
Eyeopener
‘De bevordering van het herstel der eenheid onder alle christenen is een van de voornaamste doelstellingen van het tweede heilig Vaticaans Oecumenisch Concilie.’ Dat het Tweede Vaticaans Concilie in het teken stond van een groot verlangen naar het herstel van de eenheid van christenen, spreekt uit de eerste zin van het decreet:Studenten aan wie ik de inleiding oecumene geef, blijken steeds weer verrast te zijn, als ze ontdekken dat het Tweede Vaticaans Concilie het herstel van de eenheid zo prominent tot de doelstellingen rekende. Alleen al die zin is voor velen een eyeopener.
Met de Dogmatische Constitutie over de Kerk Lumen gentium (LG) en in het Decreet over de Katholieke Deelneming aan de Oecumenische Beweging Unitatis redintegratio (UR) die beide op 21 november 1964 zijn aangenomen, heeft het Concilie de weg geopend om langs de weg van de dialoog met andere kerken te zoeken en te werken aan het herstel van volledige kerkgemeenschap. Deze twee teksten hebben een geweldige dynamiek op gang gebracht die veel vrucht gedragen heeft. Het decreet over de Katholieke Deelneming aan de Oecumenische Beweging geeft het noodzakelijke oecumenische handelingsperspectief bij de Dogmatische Constitutie over de Kerk. Daarom is Unitatis redintegratio zo bijzonder.
Eenvoudig en helder
De bestudering van deze korte tekst, die bestaat uit 3 hoofdstukjes van in totaal 24 paragrafen is nog steeds zeer aan te bevelen. Het document is eenvoudig van opzet en helder van inhoud.
De inleiding gaat over het verlangen naar eenheid dat aan de oecumenische beweging ten grondslag ligt. Met deze tekst wil het Concilie aan katholieken hulpmiddelen aanreiken om aan de roeping tot eenheid te kunnen beantwoorden.
In het eerste hoofdstuk worden enkele katholieke beginselen uiteengezet die leidend zijn in het oecumenisch werk: de visie op het fundament van de eenheid van de Kerk, de visie op de verhouding van christenen van andere kerken tot de Katholieke Kerk en tenslotte de katholieke vormgeving aan de oecumenische beweging.
Het tweede hoofdstuk besteedt aandacht aan de praktijk van de oecumenische beweging. Het Concilie stelt allereerst dat de aandacht voor oecumene een zaak is van de hele kerk en dat ieder naar eigen vermogen daarbij betrokken kan zijn. Vervolgens wordt uiteengezet vanuit welke grondhouding en langs welke wegen aan oecumene gewerkt wordt. Het Concilie werkt de volgende aandachtspunten uit: De vernieuwing van de Kerk, innerlijke omkeer, het eensgezind gebed, de oecumenische vorming, de uiteenzetting van de geloofsleer en de samenwerking met andere christenen.
In het derde hoofdstuk tenslotte spreekt het Concilie zich uit over de verhouding met enerzijds de kerken van het oosten en anderzijds de afgescheiden kerken en kerkelike gemeenschappen van het westen. Beide paragrafen zijn vanuit een positieve grondhouding geschreven.
Toetssteen en kompas
Vanaf het midden van de jaren zestig heeft de Katholieke Kerk zich wereldwijd ontwikkeld tot een belangrijke pleitbezorger van oecumenische samenwerking. De twee conciliedocumenten LG en UR hebben de basis gelegd voor een geheel nieuwe benadering van de relatie van de Katholieke Kerk tot de andere kerken.
Dankzij die nieuwe benadering konden stappen gezet worden naar het herstel van eenheid, zoals de opheffing van het anathema tussen de kerken van Oost en West in 1965 en de gezamenlijke verklaring over de rechtvaardigingsleer van de Lutherse Wereldfederatie en de Pauselijke Raad voor de Eenheid uit 1999. Ook in de multilaterale dialogen die door Faith and Order worden georganiseerd is de Katholieke Kerk goed vertegenwoordigd. Ook dat heeft vrucht gedragen in het Lima rapport en in de recente tekst over de Kerk.
De teksten van het Concilie zijn ook nu nog van betekenis omdat ze het uitgangspunt vormen van teksten en verklaringen die de Katholieke Kerk na het Concilie over oecumene heeft uitgegeven: de oecumenische directoria van 1967-1970 en 1993, de encycliek ‘ut unum sint’, het handboek voor de spirituele oecumene.
Vijftig jaar na de vaststelling van dit baanbrekende document is er dus alle reden om met dankbaarheid dit jubileum te vieren en te gedenken. Maar ook weer niet op een triomfantelijke manier. Het oecumenisch proces dat in de jaren zestig met veel enthousiasme en vuur is begonnen, heeft aan kracht ingeboet. Het roept bij weinigen enthousiasme op. Het verlangen van het Concilie is echter nog lang niet gerealiseerd. Voor wie dat verlangen ernstig neemt is Unitatis redintegratio ook vandaag een goed kompas.