De biografie van Herman Verbeek, die de Groningse historicus Stefan van der Poel heeft geschreven, leest als een overzicht van vijftig jaar kerkelijke, politieke en sociaal-culturele geschiedenis van ons land, heel speciaal van het Noorden. De periode tussen de priesterwijding van Herman in 1963 en zijn overlijden in 2013 was getuige van vele, niet altijd glad lopende ontwikkelingen. Herman stond daar midden in, ook letterlijk: hij probeerde de ontwikkelingen mee te sturen, niet altijd met succes, maar met alle hartstocht en eigenzinnigheid die er in hem was.
Een enkel voorbeeld uit de kerkelijke wereld: in 1969 was hij een van de belangrijkste vormgevers van de open liturgie bij de inwijding van bisschop Möller, dertig jaar later demonstreerde hij buiten vóór de kathedraal tegen de inwijding van diens opvolger bisschop Eijk en weer twintig jaar later is bisschop de Korte een van de door hem zelf uitgenodigde sprekers bij zijn uitvaart. Vijftig jaar kerkgeschiedenis in kort bestek.
De joodse gemeenschap in Groningen
Als Groningse katholiek was hij bijna vanzelfsprekend oecumenisch, participerend in oecumenische vieringen en basisbewegingen. Hij was oecumenisch, kennelijk niet zozeer op theologische als wel op pragmatische gronden.
Binnen de culturele wereld van de stad Groningen zette hij zich ook in voor het behoud van de oude joodse synagoge, als cultureel en maatschappelijk centrum en later voor het behoud ervan als gebedshuis voor de kleine joodse gemeenschap in de stad. En met succes, al werd het anders dan hij oorspronkelijk uitgewerkt voor ogen had. Zijn voorzitterschap van de organiserende stichting en het hieruit voortvloeiend levend contact met joodse medeburgers en hun traditie en geloofsbeleving gaat ook zijn eigen geloofsleven kleuren, waarin de joodse traditie een belangrijke rol gaat vervullen. Dit aspect van Hermans activiteit krijgt grote aandacht van de auteur, die zelf gepromoveerd is op de geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Groningen.
Geloof en politiek
Herman was niet iemand die genoegen nam met een bijrolletje, hij zocht invloed en aandacht. Vanuit zijn overtuiging dat het christelijk geloof ook politiek is sloot hij zich aan bij de jonge christelijke Politieke Partij Radicalen, waarvan hij twee termijnen de landelijke voorzitter werd. Als vertegenwoordiger van een samenwerkingsverband van vijf kleine linkse partijen (Het Groen Progressief Akkoord) wordt hij in 1984 gekozen tot lid van het Europees Parlement. In 1989 wordt hij opnieuw gekozen, nu als lid van de Regenboog Coalitie van drie partijen. Hij strijdt met alle felheid voor het behoud van zijn zetel, ook als het partijcongres van het juist gevormde “Groen Links” besluit hem uit de fractie te zetten. Als onafhankelijk lid blijft hij zitten en met alle energie doorwerken.
Persoonlijkheid
En zo blijft na lezing van het boek, meer nog dan de veranderende omgeving waarin Herman leefde en werkte, toch zijn persoonlijkheid op mijn netvlies gegrift staan. Een gekwelde persoon: de foto op de voorpagina van het boek straalt dat voor mij uit. Hij was een gekwelde persoon, moeilijk voor zijn omgeving en de mensen met wie hij samenwerkte, maar zeker ook voor zichzelf. Dat hij de laatste jaren van zijn leven in een zelfgekozen isolement doorbracht, hangt hiermee ook zeker samen.
De ondertitel van het boek, “politicus, priester, publicist”, komt ook van Herman zelf. Zo vatte hij zijn leven en werken samen. Publicist ook: veel heeft hij geschreven, vooral poëtisch en niet gemakkelijk toegankelijk. Nadat ik het boek van Stefan van de Poel had gelezen en herlezen heb ik de bundels van Herman die al jarenlang, nagenoeg ongebruikt, in mijn boekenkast staan, toch weer eens ter hand genomen. Zijn teksten blijven moeilijk toegankelijk. Op bladzijde 98 citeert van der Poel een passage waarin Herman zijn poëtisch werk en zijn relatie met de lezer verwoordt, te lang om hier op te nemen, te mooi om samen te vatten, maar deze tekst deed mij begrijpen waarom zijn “zangen” toch niet de weerklank hebben gevonden waarop hij hoopte, noch bij mij, noch bij een breder publiek.