‘Theologie is niet onschuldig’

Moyaert

In 1997 ging ik in Leuven theologie en godsdienstwetenschappen studeren. Toen reeds, was mijn belangrijkste drijfveer de vaak moeilijke verhouding tussen jodendom en christendom beter begrijpen. Ik wilde, als bachelorstudent meer vat krijgen op de vragen zoals vanwaar het Joodse neen op Jezus? Hoe verhouden christelijk anti-Judaïsme en nazi-anti-semitisme zich tot elkaar? Hoe kunnen we de christelijke particulariteit denken en tegelijk (zoveel mogelijk) recht doen aan het joodse zelfverstaan? Hoe kan de dialoog tussen joden en christenen bijdragen tot verzoening?

‘Theologie is niet onschuldig’

Deze vragen houden me tot op de dag van vandaag als theoloog en als docent bezig. Ik vind het uitermate belangrijk dat mijn studenten, zowel aan de Vrije Universiteit Amsterdam als aan de KU Leuven, tot het besef komen dat theologie niet onschuldig is, en dat christelijk anti-judaïsme diepgeworteld is in het collectief geheugen van de christelijke traditie (cf. liturgie, schriftinterpretatie, kunst, literatuur, …). Ik zie het als een van mijn verantwoordelijkheden als docent om studenten zo op te leiden dat ze niet meer vervallen in anti-joodse gedachtepatronen. Vakken zoals Christendom en jodendom alsook joods-christelijke betrekkingen na de shoah zouden wat mij betreft aan elke faculteit theologie verplicht moeten zijn.

Spanningsverhouding identiteit en openheid

In de jaren na mijn bachelor studies, raakte ik in toenemende mate geïnteresseerd in de bredere ‘problematiek’ van de interreligieuze dialoog, en dan in het bijzonder in de zogenaamde spanningsverhouding tussen identiteit en openheid. Wanneer mensen met vreemdheid geconfronteerd worden, gaan ze zich vragen stellen bij hun eigen identiteit. Wie zijn we? Waar komen wij vandaan? Welke waarden en normen zijn bepalend voor onze eigenheid? Hoe verhoudt onze identiteit zich tot diversiteit? Hoe kunnen we onze traditie bewaren te midden van veelheid? Ik zocht vooral naar een manier om over religieuze identiteit te denken die niet meteen leidt tot uitsluiting van andersheid. In mijn boekje Leven in Babelse tijden. Over de noodzaak van de interreligieuze dialoog (Pelckmans) ga ik hierop dieper in. Mijns inziens is het onvermogen om met de vreemdheid van de ander om te gaan vooral een weerspiegeling van de ongemakkelijkheid die men ervaart ten opzichte van het vreemde in de eigen identiteit. Er is niet zoiets als een zuivere, pure identiteit die ten alle koste beschermd moet worden tegen andersheid en elke traditie is in meer of mindere mate het resultaat van ontmoetingen met anderen. De geschiedenis van de religies kan begrepen worden als een geschiedenis van ontmoeting, interactie, interrelatie, botsing, synthese, aanpassing en afwijzing, exclusie en inclusie, …

Over interreligieuze geletterdheid en interreligieus onderwijs

Ik ben ervan overtuigd dat er vandaag meer dan ooit behoefte is aan mensen die bereid zijn zich met verbeelding en sympathie te verplaatsen in de betekenissfeer van een vreemde religieuze traditie. Meer dan ooit hebben we mensen nodig die niet enkel religieus geletterd zijn, maar ook interreligieus geletterd. Mensen die over de nodige vaardigheden beschikken om zich met een zekere flexibiliteit en soepelheid tussen twee of meer tradities te bewegen en die in staat zijn hun eigen geloof te vertellen en te vertalen naar mensen die andersgeloven. Mensen die bereid zijn tot wat de Franse filosoof Paul Ricoeur ‘interreligieuze gastvrijheid’ noemt en die als het ware interreligieus geletterd zijn.

Oecumenisch-protestantse faculteit

Sinds vijf jaar werk ik aan de Faculteit der Godgeleerdheid aan de Vrije Universiteit Amsterdam. De Faculteit Godgeleerdheid, Vrije Universiteit Amsterdam is een oecumenisch-protestantse faculteit, die sinds 2000 een centrum geworden waaraan ook andere denominaties of stromingen van de protestants-christelijke traditie zich hebben verbonden met behoud van de eigen identiteit (Hersteld Hervormden, Anglicanen, Doopsgezinden, Baptisten, orthodoxen, de pinksterbeweging en evangelicals). Daarenboven is er ook ruimte voor andere levensbeschouwingen (humanisten) en wereldgodsdiensten: Islam, Boeddhisme, Hindoeïsme en en het Jodendom.. Als oecumenisch-protestantse faculteit herbergt zij studenten en docenten met verschillende levensovertuigingen en uit meerdere wereldreligies.

Scriptural reasoning

Scriptural reasoningIn deze multireligieuze context is het een belangrijke opgave om studenten (en docenten) te leren om een goed evenwicht te vinden tussen openheid (voor de confessionele identiteit) van de ander en ook recht te doen aan de eigen identiteit. In de Masteropleiding aan de faculteit der Godgeleerdheid (Vrije Universiteit Amsterdam) maken we dit concreet door studenten te betrekken in een project rond scriptural reasoning. Scriptural reasoning is een bijzondere vorm van interreligieuze dialoog waarin joden, christenen, boeddhisten, hindoes en moslims de rivaliteit, die onmiskenbaar tussen hen bestaat, tijdelijk opschorten om gast te worden in elkaars rijke schrifttradities. Gedurende een periode van zes weken, komen studenten in kleine groepen samen om samen teksten uit elkaars heilige schriften te lezen en te becommentariëren. Wat ik zelf merk is hoe studenten hun eigen teksten anders gaan lezen en verstaan, omdat ze deze teksten door de ogen van anderen leren zien. Ik stel ook vast dat ze gaandeweg een taal vinden om met elkaar te spreken zonder elkaar te beledigen. Ze leren de rijkdom van de andere traditie te zien, de interne diversiteit. Dit is volgens mij een hele zinvolle en belangrijke manier om concreet vorm te geven aan interreligieuze geletterdheid.

Meer informatie over de opleiding Masteropleiding Building Interreligious Relations

Like us on Facebook