Franciscaans Milieuproject, voorbeeldige oecumene?

Guy Dilweg

Rotterdam. Het is in de jaren tachtig. Ik woon in een franciscaans getinte leefgemeenschap in de havenstad. Franciscaans getint, want er wonen wel twee minderbroeders franciscanen (kloosterlingen), maar de overige leden zijn jonge mensen van divers pluimage, veelal studenten met verschillende religieuze achtergrond. Het is de tijd dat we aan de lijve de verzuring van het milieu meemaken en enkelen van ons doen ook mee aan acties tegen de olievervuiling door Shell in Afrika en voor meer groen in de kale Rotterdamse binnenstad. Met andere woorden: onder de jonge mensen leeft een milieubewustzijn.

Voor onze eigen bezinning en praktijk lezen we wekelijks een hoofdstuk uit het toenmalige handboek “Milieuvriendelijk huishouden”. Ieder bereidt een hoofdstuk voor en samen proberen we de tips toe te passen op ons eigen huishouden. We doen dat van harte, maar het blijft voor mij toch een beetje buitenkant. Dat wordt duidelijk rond de afvalscheiding die dan in zwang komt. We scheiden alles tot twee decimalen achter de komma. Maar dan horen we dat Afvalverbranding Rijnmond alles weer bij elkaar voegt, omdat ze ander te weinig volume hebben om de installatie rendabel te maken. Wat te doen? Stoppen met scheiden? Het heeft immers geen zin. Dan ontwikkelt zich een gesprek dat voor mij bepalend is geworden in mijn houding tov milieuvraagstukken: het kan wel zijn dat Rijnmond de zaak bij elkaar gooit, maar ik vind het belangrijk dat ik afval scheid. Het is een uitdrukking van mijn zorg voor de aarde en die laat ik me door de afvalverbranding niet afnemen.

Kennismaking met Stoutenburg: vriendelijk, ontvangend, dragend

Stoutenburg, zomer 1963. Ik ben novice geworden bij de minderbroeders franciscanen. in Weert. Het jaar loopt ten einde en als een soort ontspanning trekken we met de 12 novicen naar Stoutenburg, om daar in het bos te werken. We genieten van de vrijheid die het buiten leven biedt, de aardige broeders, maar vooral ook van het bos: bramen trekken, bomen afzetten, broeder tuinman helpen bij de bonenoogst. Het landgoed van elf hectare maakt een grote indruk op me. Het is zo vriendelijk, zo ontvangend, zo dragend. Ik voel me er meteen thuis en droom ervan dat daar op dat landgoed ooit eens een Franciscaans dorpje zal groeien. Met broeders, gezinnen en alleenstaanden. Mensen die in een religieuze verbondenheid met elkaar leven vanuit hun eigen woonplek en de kost verdienen met handwerk.

Zouden we het durven?

Dilweg bij FranciscusbeeldStoutenburg. Jaren tachtig. Met een groep jong volwassenen verkennen we ons geloof en spiritualiteit. Het Franciscaans Jongerenwerk heeft in het Koetshuis van Kasteel Stoutenburg haar werkplek gevonden. Bij die verkenningstocht maken we ruim gebruik van meditatieve en creatieve methodes en schuwen het experiment niet. In de loop van de jaren groeit er een groep mensen die zich door die benadering van het religieuze aangesproken voelt. Ook nu weer franciscaans getinte mensen, want we werven ons publiek in de franciscaanse oecumene. Zo staan we in 1989 voor het Koetshuis naar het bakbeest van het kasteel te kijken. We hebben gehoord dat de communiteit van de minderbroeders franciscanen (de orde) die daar woont het pand zal gaan verlaten. Zouden we het durven? Zouden we het aandurven om de orde te vragen of wij het pand mogen gaan huren om er een eigentijdse vorm van religieus leven te ontwikkelen?

Franciscaans Milieuproject: Gemeenschap, Spiritualiteit en Natuurverbondenheid

Utrecht, 5 oktober 1990. Na een lange tijd van polsen, uitproberen, bespreken, werven, bidden en vieren, hebben we een plan ingediend bij de orde. We worden bij het bestuur geroepen en denken dat er nog allerlei vragen te bespreken zijn. Maar nee, het is rond: we krijgen de zegen van de orde om per 1 januari 1991 te beginnen met wat we “Franciscaans Milieuproject” zijn gaan noemen.
En in die naamgeving komen de twee benen van het project goed samen: franciscaans, want we willen leven vanuit de spiritualiteit van Franciscus van Assisi. De man die aan het begin stond van de enorme beweging van franciscaanse mensen die zich willen laten leiden door het Evangelie van Jezus. De man die in zijn navolging van Jezus zo diep ging dat hij doordrong tot het mysterie van het bestaan: de verbondenheid van alles wat bestaat in en met de liefde van de schepper en met elkaar. De troubadour van de broeder- en zusterschap van al wat bestaat. Daarmee is meteen ook het tweede been benoemd: de bewuste verbinding aangaan met onze leefomgeving, het milieu. Die term is tijdgebonden. We spreken nu liever over Natuurverbondenheid. Voeg daarbij dat we als een gemeenschap samen leven en dan komen we tot wat we momenteel de drie pijlers van het project noemen: Gemeenschap, Spiritualiteit en Natuurverbondenheid.

Stilte: Iedereen wordt een bron van openbaring

Dilweg Bonen doppenVanaf het begin is onze gemeenschap open geweest naar leden van andere geloofsgemeenschappen. Er waren katholieken en ook protestanten van verschillende kleur. Daaronder enkelen die je ‘katholiserend’ zou kunnen noemen. Bij hen leefde de verwachting dat Stoutenburg zich zou ontwikkelen tot een oecumenisch klooster, inclusief koorgebed e.d. We hebben daar wat mee geëxperimenteerd, maar het werd als snel duidelijk: die kant ging het niet op. De uitdaging lag erin om een oecumenisch model te ontwikkelen dat gebaseerd was op een lekenspiritualiteit. Geen voorganger, geen priester, geen dominee, maar de gemeenschap met haar verschillende bronnen van spiritualiteit als vindplaats en drager van de gemeenschappelijke vormgeving. Vanaf het begin hebben we er dan ook voor gekozen om stilte een belangrijke plaats te geven in onze samenkomsten. Waar elkaars woorden en beelden kunnen worden misverstaan, daar biedt de stilte ruimte voor alles wat over God, de Bron, het Mysterie gezegd en gezongen kan worden. We zitten in een kring, op lage bankjes rond een ‘midden’: bloemen, een kaars, symbolen, aangekleed afhankelijk van het seizoen of het kerkelijk jaar. En we luisteren en overwegen. Zoals we de liefde van God zien en ervaren in al wat geschapen is, zo willen we ook gespitst zijn op hoe de Allerhoogste zich aan ons voordoet in die en die concrete mens. En dan doet een (kerkelijke) achtergrond er eigenlijk niet meer zo toe. Dan wordt iedereen een bron van openbaring.

De ruimte die de brede oecumene ons biedt proeven

Ik begrijp goed dat zoiets vele kerkelijke mensen te ver gaat. Maar wij zouden niet meer terug kunnen nu we de ruimte hebben geproefd en ervaren die de brede oecumene ons biedt: de ruimte waarin God zich manifesteert in al onze verscheidenheid en Hij ons tegelijkertijd daarin verbindt.

Vanaf het begin is het Franciscaans Milieuproject oecumenisch georiënteerd. Breed oecumenisch. ‘Zo wijd als de kosmos’ zei ik vroeger met een breed armgebaar. Nou, zo ver reikt onze oecumene misschien nog niet, maar komen we daar uiteindelijk toch niet bij uit? Hoe dieper we – met de heilige Franciscus en andere grote geesten – reiken naar de diepte van ons bestaan, des te wijder worden de kringen van verbondenheid. En dat dit niet zo’n rare gedachte is, vinden we bevestigd in de encycliek van paus Franciscus Laudato si’ , waarin hij wijst op de samenhang van alles en de onderlinge verbondenheid. EN (met nadruk) dat we alles kunnen ervaren als een uitdrukking van de liefde van God. Een zeer franciscaanse gedachte en de essentiële basis voor iedere oecumene.

Guy Dilweg is franciscaan

Meer lezen

  • Lisette van der Wel, Stoutenburg: leven in verbondenheid, 128 p., uitg. Jan van Arkel, ISBN 978-90-6224-545-1. Full colour, stijve kaft met lintje. € 17,50 in de boekhandel.
  • Op het web: www.stoutenburg.nl ook voor het actuele aanbod.