Op de dag van de vluchteling, 20 juni 2014, waren in het St. Ephrem klooster van de Syrisch Orthodoxe Kerk in Glane ongeveer 70 mensen bij elkaar voor een seminar over de kerkelijke hulpverlening aan de slachtoffers van de oorlog in Syrië. De omvang van de catastrofe is immens. Na drie jaar oorlog is ongeveer de helft van de ruim 20 miljoen inwoners op drift geraakt. In de laatste weken heeft de strijd zich uitgebreid naar Irak waar opnieuw mensen op de vlucht slaan.
Mor Polycarpus, aartsbisschop van de Syrisch Orthodoxe Kerk in Nederland, refereerde in zijn openingstoespraak aan de geschiedenis van de Syrisch-orthodoxen in Nederland die hier als vluchtelingen zijn opgenomen. De catastrofe in Syrië en in Irak die tot een ongekende vluchtelingenstroom heeft geleid, dragen zij iedere dag mee in hun hart. Namens de Syrisch-orthodoxe gemeenschap heeft aartsbisschop Polycarpus een beroep gedaan op staatssecretaris Teeven om tijdelijke opvang voor familieleden van Syrisch-orthodoxen in Nederland mogelijk te maken.
Het programma bestond uit twee delen. In de ochtend stond de kerkelijke hulpverlening centraal. ’s Middags gaven deskundigen in een panelgesprek hun visie op de dramatische situatie en op de bijdrage van Nederland aan de hulpverlening. Leo van Leijsen, medewerker van de Katholieke Vereniging voor Oecumene, trad op als dagvoorzitter.
Veerkracht
Samer Laham, overgekomen vanuit Damascus was de eerste spreker. Hij is coördinator van de hulpverlening van het patriarchaat van de Grieks-Orthodoxe Kerk van Antiochië. Deze hulpverlening is ingebed in een oecumenisch en internationaal netwerk van Act-Alliance en komt conform de internationale standaarden van hulpverlening zonder onderscheid van geloof en nationaliteit ten goede aan alle mensen in nood. Zijn bijdrage die ondersteund werd door een korte film over de humanitaire programma’s van de Raad van Kerken van het Midden Oosten, was geen treurig verhaal. Hij liet zien op welke gebieden (educatie, medisch, voedsel en kleding) hulp gegeven wordt. ‘Kerken zijn in het Midden-Oosten vanaf het begin belangrijke bruggenbouwers geweest tussen de godsdiensten en etnische groepen. In de huidge situatie moeten de kerken omwille van hun toekomst in het Midden Oosten die sociale verantwoordelijkheid ook op zich nemen.’ Laham sloot zijn verhaal af met de oproep om te blijven geloven in de toekomst van zijn land, ‘want de mensen van Syrië verdienen beter.’
Rolof Mulder, directeur van Hospitainer, sprak aan de hand van foto’s en video’s over zijn recente ervaringen in Homs waar zijn organisatie onlangs een mobiel ziekenhuis heeft geleverd. Hospitainer maakt deel uit van een Nederlands-Syrisch Health Consortium waarin ook Cordaid participeert. Er is een grote nood aan gezondheidsvoorzieningen in Syrië waar veel ziekenhuizen zijn verwoest. Hij toonde zich onder de indruk van de veerkracht van de mensen die teruggekeerd zijn naar Homs om daar het leven weer op te pakken. Leiders van christelijke gemeenschappen spelen een voortrekkersrol. Dat kwam tot uiting in een videoboodschap van zr. Agnes-Mariam uit Homs. Hospitainer wil in de komende tijd ook medische voorzieningen naar Aleppo en andere plaatsen in Syrië brengen als daarvoor de benodigde financiële middelen worden gevonden.
Het ochtendgedeelte werd afgesloten met een korte videoboodschap van patriarch Ignatius Aphrem II van de Syrisch Orthodoxe Kerk vanuit Damascus waarin de patriarch zijn dank en waardering uitsprak voor mensen en organisaties in Nederland die zich inzetten voor de humanitaire hulp voor de slachtofferes van de oorlog in Syrië.
Christenen luiden de noodklok
Na het middaggebed waarin aboena Samoil Dogan voorging en het Syrisch Orthodoxe Koor enkele prachtige Aramese gezangen ten gehore bracht en de door het klooster aangeboden lunch werd de film ‘Christenen luiden de noodklok’ getoond. In deze film komen Syrische christenen aan het woord die in de kloosters van Zuid-Turkije worden opgevangen. De film maakt de uitzichtloosheid van hun situatie zichtbaar. De meesten willen niet meer terug naar Syrië. De vraag is of ze in Turkije een nieuw bestaan kunnen opbouwen. Velen willen doorreizen naar het Westen, maar daarvoor moet je een bedrag van € 30.000,– op tafel leggen. Maar niemand kan dat opbrengen.
Panelgesprek
Onder leiding van Gerben Kuitert, journalist van Tubantia, gaven vijf deskundigen hun visie op de actuele situatie en de mogelijkheden van Nederland om hulp te geven. Luke Korlaar (UNHCR) bracht naar voren dat we eigenlijk best tevreden mogen zijn met de bijdrage van Nederland aan de opvang van vluchtelingen uit Syrië. In de afgelopen twee jaar werden ruim 2500 asielaanvragen van Syrische vluchtelingen in behandeling genomen waarvan de meesten werden ingewilligd. Aartbisschop Polycarpus was het daar niet mee eens en riep de Nederlandse regering op meer vluchtelingen uit Syrië op te vangen. Pieter Omtzigt (CDA) schetste het dilemma waar staatssecretaris Teeven mee worstelt bij de behandeling van het verzoek van de Syrisch Orthodoxe Kerk om familieleden van Syrisch orthodoxen die al in Nederland woonachtig zijn tijdelijk asiel te verlenen. Er zijn meer groepen die daar dan een beroep op zouden doen wat tot een fose stijging van het aantal door Nederland op te vangen vluchtelingen zou leiden.
Jelte van Wieren (Hoofd humanitaire hulpverlening van het Ministerie van Buitenlandse Zaken) gaf een beeld van de humanitaire hulp die Nederland voor de opvang in de regio beschikbaar heeft gesteld. Nederland geeft prioriteit aan de opvang in de regio. Daarbij wordt samengewerkt met enkele partners zoals de stichting Vluchteling en Save the Children die aan het ministerie projecten voorleggen. De grenzen van de hulpverlening worden bepaald door financiële middelen die de regering daarvoor beschikbaar stelt. Op basis van cijfers van UNHCR is er jaarlijks een bedrag nodig van 6,5 miljard euro. Volgens Van Wieren kan dit bedrag niet mkeer worden opgebracht ook omdat er in andere delen van de wereld grote humanitaire catastrofes zijn zoals in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Soedan.
Een bijzonder aandachtspunt in het gesprek was de toekomst van christenen in Syrië en andere landen van het Midden Oosten. Volgens Pieter Omtzigt is de teloorgang van de christelijke aanwezigheid in Irak en Syrië een bijproduct van de oorlog die nu gevoerd wordt. De historische parallel die hij maakte met de genocide op de Armeense bevolking in 1915 kwam hem op kritiek te staan van prof. Herman Teule die stelde dat de terroristische groeperingen zoals ISIS niet gelijk gesteld kunnen worden aan de regeringen van deze landen. Ook vanuit de zaal kwamen er vragen om bij de hulpverlening de kwetsbare positie van christenen in ogenschouw te nemen. Feit is dat christenen zich niet veilig voelen in de opvangkampen en zich omwille van hun veiligheid vaak niet laten registreren.
De bijeenkomst werd afgesloten met een gebedsdienst om ontferming en vrede waarin Mor Polycarpus, ds. Paul van der Waal en Leo van Leijsen voorgingen.
Preek
Op 22 juni ging ds. Paul van der Waal voor in de dienst in het hervormde kerkje in Lith (gem. Oss). In zijn preek verbond hij de lezing uit Luc. 10 over de zending van de 72 met het lot van gevluchte christenen. Hierin kijkt hij terug op de oecumenische bijeenkomst in het St. Efremkooster en geeft er een duiding aan.
Foto 1: Mor Polycarpus
Foto 2: Samer Laham
Foto 3: Rolof Mulder
Foto 4: vlnr Gerben Kuitert, Mor Polycarpus, Luke Korlaar, Herman Teule, Jelte van Wieren en Pieter Omtzigt