In de Sint Augustinuskerk aan de Oudegracht opende kardinaal Eijk op 21 juni officieel de Kerkennacht 2013 in Utrecht. Kort tevoren had hij het Vocaal Theologen Ensemble aan de lager gelegen kade verwelkomd, de koorleden waren daar in twee boten aan wal gekomen. Na de openingstoespraak van kardinaal Eijk gaf het koor vervolgens een concert in de Sint Augustinuskerk.
Oecumenisch vuur
Kardinaal Eijk plaatste de Kerkennacht binnen het kader van het streven naar de eenheid onder de christelijke kerken. “Door de samenwerking bij de totstandkoming en realisering van het programma van de Kerkennacht komen de kerken dichter bij elkaar. Vorig deden er 25 kerken mee, nu 40. Dit is een aanmerkelijke toename. Tevens wordt de kerkennacht in steeds meer plaatsen georganiseerd: vorig jaar in 25 plaatsen, dit jaar in 50 plaatsen. De Kerkennacht mag zich dus verheugen in een groeiende belangstelling,” aldus de Utrechtse aartsbisschop.
Het blijft volgens hem zaak het oecumenisch vuur brandend te houden. Hoewel in de loop der eeuwen enkelingen zijn geweest die hebben geprobeerd de eenheid tussen de christelijke kerken te herstellen, werd dit streven pas in de twintigste eeuw door een brede stroming gedragen. “Zeker in de jaren tijdens en vlak na het Tweede Vaticaans Concilie bestond er vooral een ons land een groot enthousiasme voor de oecumene. Sommigen koesterden daarbij de hoop dat de eenheid onder de kerken snel zou worden hersteld. Die verwachting is niet uitgekomen.”
‘Hart voor God openen’
Omdat het streven naar de eenheid tussen de kerken een taaie klus is die geduld en uithoudingsvermogen vergt, bekoelde het oecumenische enthousiasme sinds het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw, aldus kardinaal EIjk. “Van protestantse zijde ging veel energie zitten in het Samen-Op-Weg proces dat leidde tot de oprichting van de Protestantse Kerk in Nederland in 2004. Bovendien zijn veel kerken in hun strijd om te overleven geneigd om zich vooral op zichzelf te focussen. Het blijft echter zaak het oecumenisch vuur brandend te houden. Jezus had bij de stichting van de Kerk één kerk verspreid over de hele wereld voor ogen.”
Kardinaal Eijk noemde enkele ontmoetingen met leiders van andere kerken die paus Franciscus in zijn nog korte pontificaat al heeft gehad: met Tawadros II, de Koptische Paus en Patriarch van de zetel van Sint Marcus te Alexandrië en met Justin Welby, de nieuwe aartsbisschop van Canterbury. “Daarbij heeft paus Franciscus zich in niet mis te verstane bewoordingen uitgelaten over het belang van de oecumene.”
“Een van die activiteiten waarin wij samenwerken, is de Kerkennacht. De kerken hopen dat door de openstelling van hun kerkgebouwen en het aanbod van een speciaal programma ook mensen binnenlopen bij wie Christus en Zijn Kerk uit beeld zijn geraakt. De vlam van hun geloof kan altijd weer opflakkeren. Ook hopen we mensen te verwelkomen die met het christelijk geloof wellicht helemaal niet vertrouwd zijn, maar mogelijk door een kennismaking met de kerk hun hart voor God kunnen openen.”
Rijdende kerk
Donderdagmiddag 20 juni en vrijdagmiddag 21 juni werd de Kerkennacht al zichtbaar in de Utrechtse straten. Een kunstenaar bouwde in opdracht van de Stuurgroep Kerkennacht een rijdende kerk waarmee de aandacht werd gevestigd op het grote evenement van vrijdagavond. Op drukke plekken in de stad, zoals Domplein, Steenstraat en Neude, konden mensen de rijdende kerk tegenkomen en hun persoonlijke visie op kerk en religie kenbaar maken door een boodschap in/op deze kerk achter te laten. Kardinaal Eijk voegde daar bij het verlaten van de Augustinuskerk nog een wens aan toe.