500 jaar na het begin van de Reformatie en 50 jaar na het begin van de officiële oecumenische dialoog zullen lutheranen en katholieken samen het begin van de Reformatie herdenken. Het studierapport From Conflict to Communion van de Commssie over Eenheid van de Lutherse Wereldfederatie en de Pauselijke Raad voor de Eenheid legt hiervoor de basis. Het studierapport is een gezamenlijke uitgave van de Evangelische Verlagsanstalt in Leipzig en het Bonifatius-Verlag in Paderborn. Hieronder vindt u een samenvatting van het rapport. Onderaan het artikel staat de link waarmee u het hele document kunt downloaden.
Het studierapport telt ca. 100 pagina’s en bestaat uit een voorwoord, een inleiding, zes hoofdstukken en enkele bijlagen. De herdenking van het begin van de Reformatie wordt in het voorwoord verbonden met het verlangen naar het herstel van de eenheid in het Westers christendom. In die zin bouwt het voort op de stappen die in de afgelopen vijftig jaar zijn gezet. Het leidend beginsel in dit document is de leer over de rechtvaardiging, die de boodschap van het Evangelie tot uitdrukking brengt en er daarom toe dient om de hele leer en praktijk van de kerken op Christus te richten. De ware eenheid van de kerk kan alleen maar bestaan als eenheid in de waarheid van het Evangelie van Jezus Christus.
Gezamenlijk herdenken
De inleiding opent met de belangrijke stelling dat lutheranen en katholieken de 500e verjaardag van de Reformatie gezamenlijk zullen herdenken. De groei in wederzijds begrip, de samenwerking en het respect alsook de erkenning dat er veel meer is wat ons bindt dan wat ons scheidt (het geloof in de Drie-ene God en overeenstemming over de rechtvaardiging) hebben daarvoor de basis gelegd. Ook eerdere jublea van de Luthers-Evangelische Kerk werden oecumenisch gevierd zoals 450 jaar Confessie van Augsburg in 1980 en het 500e geboortejaar van Maarten Luther in 1983. De komende herdenking daagt katholieken en lutheranen uit tot dialoog over de onderwerpen en gevolgen van de Reformatie. In het bijzonder dient daarbij ook de aandacht gericht te worden op leven en werk van Maarten Luther.
Gezamenlijk getuigenis
In het eerste hoofdstuk wordt de context geschetst van de herdenking van de Reformatie in 2017 waarmee in het bijzonder rekening gehouden moet worden: de herdenking vindt plaats in een tijdperk van oecumene en globarisering waarin er een noodzaak is om opnieuw te evangeliseren. We leven in een tijd waarin enerzijds nieuwe religieuze bewegingen opkomen en anderzijds het secularisme steeds dominanter wordt. De gezamenlijke herdenking biedt een kans en is een verplichting om gezamenlijk getuigenis te geven van het geloof.
Nieuwe visies op Luther
In het tweede hoofdstuk wordt een overzicht geschetst van de ontwikkelingen in het historisch onderzoek naar het ontstaan van de Reformatie. In het bijzonder wordt het belang van het katholieke Luther-onderzoek in de 20e eeuw naar voren gehaald waardoor een eenzijdige, negatieve beeldvorming over Luther is gecorrigeerd. Daardoor en dankzij de oecumenische toenadering en de katholieke vernieuwing door Vaticanum II wordt in de katholieke kerk op een andere manier over Luther gesproken. Zo erkende paus Benedictus bij zijn bezoek aan het Augustijnerklooster in Erfurt in 2011 dat persoon en theologie van Luther een spirituele en theologische uitdaging zijn voor de katholieke theologie. Voor Luther was theologie niet louter of op de eerste plaats een academische discpline. Bij hem ging het eerst en vooral om de vraag ‘Hoe krijg ik een genadige God?’ In het licht van de venieuwde katholieke theologie kunnen katholieken Luthers inzet voor hervorming waarderen en hem met een grotere openheid benaderen dan voorheen. Overigens zijn er ook aan Lutherse kant belangrijke ontwikkelingen geweest die in het rapport niet onvermeld blijven. Dialoog met katholieken heeft lutheranen vooral geholpen om eenzijdige confessionele visies te overwinnen.
De lutherse Reformatie en het katholieke antwoord
Het derde hoofdstuk biedt een historische schets van de Lutherse Reformatie die leidde tot Luthers veroordeling. Zakelijk worden de controversen over aflaten en het gezag van de Schrift verhelderd alsook het proces dat met het edict van Worms (1521) tot de veroordeling van Luther leidde. Daarna kwam de Reformatie met steun van de Duitse vorsten pas echt op gang. Pogingen om de verschillen alsnog te boven te komen zoals de Regensburger gesprekken (1541), hadden geen resultaat. In plaats daarvan brak oorlog uit, die met de vrede van Augsburg (1555) voorlopg werd beëindigd om aan het begin van de 17e eeuw met de dertig jarige oorlog (1618-1648) in volle hevigheid weer te ontbranden.
Het katholieke antwoord op de Lutherse Reformatie komt aan de orde in paragrafen over het Concilie van Trente (1545-1563) en het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Het Concilie van Trente was in belangrijke mate een antwoord op de protestantse Reformatie. Trente sprak overigens geen veroordelingen uit over personen, maar over leerstellingen. Een van de belangrijke consequenties van Trente was dat er een polemische verhouding tussen katholieken en protestanten groeide waarin identiteiten vanuit tegenstellingen worden gedefinieerd. Aan het einde van het Concilie van Trente werd ook duidelijk dat de eenheid van de Kerk in de Westerse wereld grondig verstoord was. De vorming van seculiere nationale staten met sterke confessionele bindingen bleef een last uit de periode van van de Reformatie. Pas ten tijde van het Tweede Vaticaans Concilie lukt het om de polemische verhoudingen te boven te komen en nieuwe relaties op grond van een affirmatie van elkaars geloof op te bouwen.
Luthers theologie in het licht van de dialogen
Het vierde hoofdstuk is het meest uitgebreide hoofdstuk van het studierapport. Hierin worden enkele fundamentele thema’s van Luthers theologie in het licht van de oecumenische dialoog tussen lutheranen en rooms-katholieken uiteengezet. Het is heel bijzonder dat katholieken en lutheranen gezamenlijk deze presentatie van Luthers denkbeelden kunnen geven. Weliswaar wordt daarbij opgemerkt dat dit niet betekent dat katholieken het met alles wat Luther heeft gezegd, zoals hier weergegeven, eens zijn. Oecumenische dialoog en werk aan wederzijds begrip blijven nodig. Maar toch zijn we zo ver gekomen op onze oecumenische reis dat ‘we in staat zijn om gezamenlijk deze presentatie te geven’.
Het hoofdstuk handelt over vier grote thema’s die in de dialogen tussen katholieken en lutheranen uitvoerig aan de orde zijn geweest: Rechtvaardiging, Eucharistie, Ambt en Schrift en Traditie. Het is een mooi opgebouwde tekst die steeds aanzet met de zienswijze van Luther op het thema. Vervolgens worden de katholieke concerns beschreven. Daarna worden de resultaten en vruchten van de oecumenische dialogen tussen lutheranen en katholieken van de afgelopen vijftig jaar samengevat.
In de conlusie van dit hoofdstuk wordt gesteld dat er tussen lutheranen en katholieken een duidelijke consensus is dat de leer over de rechtvaardiging en de leer over Kerk bij elkaar horen. Strikt gesproken geloven we overigens niet in de rechtvaardiging of in de Kerk, maar in de Drie-ene God; in de Vader, die barmhartig is en die ons verzamelt in de Kerk, in Christus, die ons rechtvaardigt en wiens lichaam de Kerk is en in de Heilige Geest, die ons heiligt en die woont in de Kerk. Op weg naar het herstel van gemeenschap is er veel voortgang geboekt, maar verdere oecumenische dialoog is nodig over de zichtbare en onzichtbare gestalte van de Kerk, over de verhouding tussen universele en locale Kerk, over de Kerk als sacrament, over de noodzaak van een sacramentele wijding in het leven van de Kerk en over het sacramentele karakter van de episcopale wijding. Dit werk is urgent omdat katholieken en lutheranen nooit opgehouden zijn het geloof te belijden in de ‘ene, heilige, katholieke en apostolische Kerk’.
Geroepen tot een gezamenlijke herdenking
In het vijfde hoofdstuk wordt een perspectief geschetst voor een gezamenlijke herdenking van de Reformatie. Het begint met een paragraaf over de betekenis van de doop voor de eenheid van de Kerk en de gezamenlijke herdenking. Omdat we allen door de doop in het ene lichaam van Christus zijn opgenomen, is er een basis voor een gezamenlijke herdenking van het begin van de Reformatie. Deze herdenking staat ook in het perspectief van het herwinnen van de volle katholiciteit van de Kerk en kan op geen manier staan in functie van het vieren van de verdeeldheid van de Kerk.
Vervolgens wordt een aantal aspecten van de herdenking belicht: er is op de eerste plaats gedeelde vreugde over het Evangelie, maar er zijn ook de pijn en het verdriet van mislukking en falen. Met name worden hier Luthers denigrerende en vijandige verklaringen over Joden genoemd, de vervolging door Lutherse overheden van de anabaptisten en het neerslaan van de boerenopstand. Hoewel Lutheranen ook vandaag gedeeltelijk met Luther instemmen met zijn kritiek op het pausschap, verwerpen ze Luther’s identificatie van de paus met de anti-christ.
Het gebed voor eenheid verdient een centrale plaats in de herdenking. Daarbij hoort een evaluatie van het verleden en zelf-kritische reflectie van katholieken en lutheranen op hun verantwoordelijkheid voor het ontstaan van verdeeldheid en scheiding.
Vijf oecumenische imperatieven
Het studiedocument sluit af met vijf waardevolle oecumenische imperatieven:
– Katholieken en lutheranen moeten steeds beginnen vanuit het perspectief van eenheid en niet vanuit het punt van verdeeldheid, om zo te versterken wat ze gezamenlijk hebben ook als verschillen gemakkelijker gezien en ervaren worden.
– Lutheranen en katholieken moeten zichzelf in de ontmoeting met elkaar en in het gezamenlijk getuigenis van het geloof laten omvormen.
– Katholieken en lutheranen moeten zich opnieuw inzetten voor het zoeken naar zichtbare eenheid, gezamenlijk uitwerken welke concrete stappen daartoe gezet kunnen worden, en met vasthoudendheid naar dit doel streven.
– Lutheranen en katholieken zouden samen de kracht van het Evangelie van Jezus Christus voor onze tijd moeten herontdekken
– Katholieken en lutheranen zouden gezamenlijk in verkondiging en in de dienst aan de wereld getuigenis moeten geven van de barmhartigheid van God.