Afgelopen week bezocht mgr Nicolas Antiba uit Syrië ons land. Vrijdagmiddag 26 september was deze oosterse katholieke bisschop te gast bij de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Hij vertelde over de crisis in het Midden-Oosten en de penibele situatie van zijn bisdom daarbinnen.
“Onze kerk heet «Melkietisch Grieks-katholiek»”, zo begon bisschop Nicolas zijn relaas voor bestuursleden, medewerkers, Pokrofredactieleden en enkele andere gasten. “«Melkietisch» omdat wij bij de splitsingen in de 5e eeuw hoorden bij de Kerk van de byzantijnse keizer, in het Aramees ‘melko’ geheten; «Grieks» omdat onze kerkvaders Griekstalig waren; «katholiek» omdat we sinds de splitsing in de 18e eeuw van de kerk van Antiochië tussen orthodoxen en katholieken, bij de laatste horen, onder de paus”.
Hart onder de riem
Mgr Nicolas Antiba is van oorsprong kloosterling van de orde der ‘Basilianen van Aleppo’. Aleppo is ook de stad in Syrië waar hij werd geboren. Na verschillenden studies en werkzaamheden wereldwijd werd hij een jaar geleden benoemd tot bisschop van Bosra, Hauran en Jebel-el-Arab, in het zuiden van Syrië. Een land waar al tweeënhalf jaar een burgeroorlog woedt. Bisschop Nicolas spreekt over de moeilijke situatie van zijn 26 parochies daar, allemaal geleid door getrouwde oosterse katholieke priesters. Ze wonen er met hun vaak grote gezinnen. Die hebben het niet gemakkelijk. Onlangs kregen ze financiële steun van de paus in hun levensonderhoud; hun Grieks-orthodoxe collega’s in het gebied ontvingen steun van Russisch-orthodox patriarch Kyrill van Moskou. Dat die hulp zeer welkom, zo niet heel hard nodig is, bleek uit het vervolg van mgr Nicolas’ betoog.
Hoop ondanks donkere toekomst
Ondanks het feit dat IS zich in Zuid-Syrië niet roert, waren er aanvallen van wat de bisschop “de rebellen” noemt. Zijn gelovigen wonen in volledig grieks-katholieke dorpen of in gemengde dorpen: grieks-katholieke/grieks-orthodox, christen/moslim. De interreligieuze verhoudingen zijn doorgaans goed. Toch hebben vier grieks-katholieke dorpen het zwaar te verduren gehad, er vielen 74 doden; 2 personen werden vermoord omdat ze christen waren; één kerk werd helemaal verwoest, en andere gedeeltelijk. In een streek waar men grotendeels van de landbouw leeft, ook zijn gelovigen, is het leven hard, te meer nu afgelopen zomer door aanhoudende droogte de oogst weinig heeft opgebracht. Toch willen de meeste christenen in Syrië blijven: ze verzetten zich tegen de misvatting dat “Syrië niet van ons is”. “De toekomst voor de christenen in Syrië is donker, maar christenen zijn mensen van de hoop”, aldus de boodschap van bisschop Nicolas Antiba.
Uw hulp
De Katholieke Vereniging voor Oecumene heeft de bisschop aangeboden hem te helpen bij het vinden van fondsen om de noden van zijn bisdom te lenigen. Mgr Antiba was in Nederland te gast bij het bevriende theologen-echtpaar Lieve Troch en Huub Vogelaar. Zij gaven aan dat hij goed geholpen zou zijn met een electriciteitsagregator voor zijn diocesane centrum en met een waterinstallatie in dit droge gebied. Mgr Nicolas Antiba probeert in een situatie van geweld en voortdurende dreiging zijn mensen bij elkaar te houden en ook de onderlinge verhoudingen in de regio goed te houden. Mensen die deze oosterse bisschop en zijn diocees willen helpen met geldelijke steun, kunnen dit doen op IBAN:
NL73INGB0001087628
t.n.v. Katholieke Vereniging voor Oecumene te ’s-Hertogenbosch
o.v.v. Hulp bisdom Hauran.
Foto’s:
– Bisschop Nicolas Antiba (Foto: G. van Dartel)
– Groepsfoto, rechts van de bisschop op de foto mevr Lieve Troch en dhr Huub Vogelaar (Foto: G. Gerkema)