Bericht uit Kirkuk – De tweelingculturen: Midden Oosten en Centraal Amerika

IMG 3152





Ik kan niet zeggen dat ik me de hele dag voel alsof ik in Latijns Amerika ben. Daarvoor is vooral de taal me te vreemd. Ik blijf steken in dat beetje goede morgen en goede avond, en enkele belangrijke termen rond de massage. Maar ook de sociale cultuur is heel anders. Zachter, vriendelijker en geslotener. Latijns-Amerika is passie, heftig, lichamelijk, emotioneel. dat lichamelijke in Latijns Amerika is ook wel schijn, het is vooral fixatie: mannen stevig de hakken klakken, vrouwen de heupen swingen.

In deze cultuur is veel ingetogenheid, ingehouden aanwezigheid. Toen ik een zesjarig jongetje na een korte massage vroeg hoe hij zich voelde, zei mijn vertaler: Dat kan hij niet. Wij leren niet zeggen hoe we ons voelen.Altijd iets meditatiefs in de houding, ontspannen beheerst. Zelfs nu lijken ze op het eerste gezicht ontspannen. Tot ik iemand onder mijn handen krijg. Hard werken om de kabels uit het lichaam te krijgen!

Er zijn wel allerlei details die me dat verwarrende gevoel geven alsof ik in Latijns Amerika ben. Helemaal dezelfde beelden. En ik denk nu te kunnen zeggen: vooral het volksniveau. Niet de bezittende of dominante klasse. Die straalt de eigen identiteitvan een Oriëntaalse cultuur uit.

Straatverkoop

Maar de overeenkomsten dus. Dat begint op straat. Langs de autoweg, zomaar ineens een reeks grote loodsen, open, en daarvoor hoog opgetuigd schuine kisten met groente en fruit. Alle waar goed zichtbaar uitgestald. Of een stok met een aantal halve schapen er aan voor de verkoop; “het kan per kilo mevrouw”.

In de stad hetzelfde, behalve in het sjieke centrum. Kleinere stalletjes allemaal, op de stoep, vaak voor winkels, die in de onderste etage van de huizen zitten. Ook kleine winkeltjes doorgaans. Of langs de straat een stevige hoop opgerolde tapijten voor de verkoop. Wat het meeste gelijkenis heeft: de waren zijn geconcentreerd. Tien of twaalf tapijthandelaren naast elkaar met ieder een andersoortig aanbod tapijtrollen langs de straat. Of acht stallen naast elkaar die schoenen repareren of ook helemaal zelf maken. De informele markt. Ook dan ineens in de straat een vrachtwagen die geladen is met groente en fruit dat snel wordt verkocht. Ook veel bazarachtige winkels: diep dus, volgepakt, smalle paadjes ertussen. Dezelfde piepkleine karretjes in de stad op de stoep die één soort lekkernij aanbieden, of één soort drank.

WonenHawler Castle

De huizen. Die van de welvarende burgers zijn van Oosterse snit, zoals we die kennen uit de toeristische boeken. Maar de huizen van de gewone burgers, in de buitenwijken, in oude armere stadsdelen, en langs de grote wegen. Het is net Midden Amerika. Dezelfde stijl, dezelfde felle kleuren vaak. De was hang je over je balkon te drogen. De bouwwijze: betonstaketsel, daartussen opvullen met grove grijze stenen. Dan stuc erover smeren. En een boel boomtakken als stijger.

De manier van afwassen: een spons in een bakje met zeep. Daarmee schoonboenen. Dan onder de kraan afspoelen, of in een bak met water die regelmatig wordt ververst. Zelfs het afwassen bij de Dominicanessen gebeurt precies zo als in het moederhuis van de Teresianas in Bogota; dezelfde manier van het organiseren om een grote hoop afwas met tien personen te verwerken.

Bij de thee in de middag: dat kan niet zonder dat er verschillende soorten koek of brood worden aangeboden, ieder het hare om te kiezen. De huiselijke assecoires. Een doos papieren zakboekjes wordt versierd met prachtige rozetjes

Verkeer

De straten die niet hoofdweg zijn. Neem het patriarchaat in Erbil. Prachtig gebouw, gaaf afgewerkt. Schitterend geheel met marmer aangelegd groot plein ervoor. Als je aangestampte aarde een weg noemt, dan leidt er een weg naar toe. Veel wegen zijn zo, met langs de kant van die weg een brede strook stoffig kiezelachtig gruis. Soms is de overgang zichtbaar, vaak is de overgang tussen weg en gruis niet echt helder. En waar geen huizen staan, hopen steengruis, of slingerend afval. Wel droog afval. Het stinkt niet. De cultuur is uitermate hygiënisch, dat zal wel een erfenis zijn uit de woestijn.

Langs de grote weg zie je wat de inzittenden van autos zo consumeren. De lege plastic tassen en de lege blikjes zijn de stille getuigen.

Dezelfde devotionaliteit in de kerken. Zeg maar, Spaansachtig: kaarsen, kruisteken slaan, diep knielen, handkus op religieuze afbeeldingen.

Zelfs de honden gedragen zich hetzelfde. Op weg naar Erbil zie ik ze: uitgestrekt liggen in dat gruis langs de weg, onverstoorbaar, rug naar het volk. De plattelandshonden dan. De weinige stadshonden die ik zie, leven op het dakterras. Een krap leven als het huis niet omvangrijk is. En je hoort een andere hond, maar ziet hem niet. De buren van de Dominicanessen in Erbil hebben een hond, die op de muur van het dakterras weet te springen (1 meter hoog) zonder eroverheen te storten. Hij weet zich als een kat op te werken, en wandelt over die muur: breedte zeg 20 centimeter. En het is een Husky! Dát kunstje heb ik ze in Latijns Amerika nog niet zien flikken. Ik ben hier in een oude beschaving. Kun je zien aan de honden, die hebben vele eeuwen meer gehad om zich aan te passen.

Om nou Bush na te zeggen dat er een clash van de culturen is? Ik zie het niet. Superkatholiek Latijns Amerika en supermoslim Midden Oosten zijn spiegelbeelden. Tenzij je olie roven uit andermans grond cultuur noemt. Dan is er een clash ja, sinds een eeuw dus. We zijn nu bij het dieptepunt, hopen we hier allemaal. Dieper kan toch eigenlijk niet.

(Bijschrift foto: Luchtfoto Wikimedia Commons uit 2008 van de stad Erbil met in het midden de citadel, bron: Kurdistan, Arbil. Irak -Hawler, auteur Jan Kurdistani)