Mijn derde huwelijk in deze weken. De zoon van onze Abouna Slewa huwt. Dus we gaan allemaal naar Erbil. Ditmaal maak ik de hele rit mee: van Kirkuk naar Erbil en terug. Een afstand als van Amsterdam naar Den Bosch, ongeveer. 16.00 uur weg, in twee auto’s, want bisschop Yousif Thomas moet morgen retraite geven aan de seminaristen in Erbil, hij en Karam, zijn chauffeur, blijven daar. Bij de grens met Koerdistan, staan we precies een uur te wachten. Abouna Qais had daar niet op gerekend, hij is voor zijn doen opgewonden. Onze auto treft het lot, dat we moeten uitstappen om gefouilleerd te worden. Mannen ter plekke, vrouwen worden naar een kleine loods verwezen.
Binnen is het stikwarm. Er zit een omvangrijke dame op een pluche zitbank, in kleermakerszit, deken over haar schoot, asbak met sigaret naast zich; aan de andere zijde een poedel opgerold op de bank, en op de grond voerbakje en waterbak. Het lijkt of ik op de koffie kom. Maar nee. Of ik maar mijn tas wil geven voor inspectie. Zr. Safa ook. Zij wordt tevens gefouilleerd, daarvoor komt de dame niet van haar plek. Ik mag zonder fouilleren verder.
Gevaarlijke autorit
Ook ik denk nog te veel in kanalen en dijken. Hier ben ik in een woestijnwereld, en daar werkt alles anders. Ik had gedacht: strenge grenscontrole, dames helemaal weggestopt in een loods voor nadere inspectie, dus toch minstens een streng gezicht in uniform, en ontkleden. Nee dus. Als het gemoedelijk kan, waarom je inspannen? Geen man komt haar controleren…Het is net alsof de dames de spot drijven met de tot de tanden gewapende mannen buiten. Die zien er uit alsof ze allemaal een bomgordel dragen.
Abouna Qais heeft echt haast, hij geeft plank gas als we ons weer bij hem gevoegd hebben. Het is inmiddels donker, de weg is onverlicht. Rijden we ineens over een lelijke verkeersdrempel, we worden ongeveer gelanceerd. Het is dat de grens de auto’s druppelsgewijs doorlaat, anders waren we tegen een ander geknald. Qais weet het geweldig op te vangen, we maken drie forse slingers met onze pick-up maar dan rijden we weer gewoon.
Stel je toch voor, zit heel Nederland voor me te bidden, omdat ik in dat gevaarlijke Kirkuk ben; gaan we voor de veiligheid voor een huwelijksinzegening naar Erbil, zou ik daar door een ordinair autobotsinkje mijn poot breken. En dan als gipsvlucht terug naar Nederland, net als zulke mensen die gaan skiën in de alpen!
Erbil
Iets na half zeven zijn we bij de kathedraal van Erbil. Weer een wachtend paar bij het altaar, alle familie al present. Want Abouna Qais heeft de leiding. Niet dat het huwelijk al bij de start zou zijn vastgelopen. Ditmaal zijn er acht priesters present, bisschoppen meegerekend. Later komt nog een derde bisschop opdraven. Als ik nog moest huwen, zou ik het in Irak doen!
De inzegening duurt krap een half uur. Dan stappen we weer in de auto. Rit dwars door de stad, stoppen bij een privéhuis. Blijkt de tante van Qais te wonen. ze ligt op bed met een gekreukeld been door een valpartij. Ze wacht de hele dag al op zijn bezoek, weet dat hij naar Erbil zal komen. Het is even een innige ontmoeting. Dan weer verder. Dwars door de stad. Blijken we ineens voor het convent te staan waar ik net een week heb geleefd.
Zegt zr. Safa: „Er is vanmorgen weer een zuster overleden. ”Ik schrik. Dat vind ik heftig. Wéér! Hoe komen deze vrouwen ooit tot rust. We gaan meteen in de spreekkamer zitten, zr. Maria en Maria Theresa komen bij ons zitten, maar ik omhels ook de zusters die langslopen. Zwijgend, ik heb geen woorden, ook in het Nederlands zou ik ze niet hebben. Bij zoiets heb ik geen woorden meer. Gecondoleerd? Wat is dat voor lettergraaierij…betekenisloos als het een vaste formule is. Zwijgen, bijna mee huilen, even stil bij elkaar staan. Toch zie ik elke zuster die ik tegenkom als steviger dan twee weken geleden. Maar mijn God, wat een ervaringen. Ook deze zuster, Georgina, onverwacht, vanmorgen dood. Gister nog van harte mee gezongen. Een zuster die al in dit convent woonde. Wat hier minstens gebeurt, is dat niemand klaagt als ze zich niet goed voelt. Iedereen sjouwt door, wil niet tot last zijn. Als ik nog een keer kom, drie dagen, zit in de planning, zal ik maar een programma rouwverwerking doen geloof ik. Maar nu mag het maar kort. Ik wil nog naar de keuken, een paar zusters groeten; maar de heren vertrekken al. Dus ik moet mee. Op de stoep komt er nog koffie aan, zr. Safa en ik nemen het aan, de heren stappen niet meer uit. Verder!
Het is precies 22.00 uur als we terug zijn in Kirkuk. Eten warm maken, staat keurig gereed, en nog eten. Abouna Qais is bekaf. Wat ik goed kan volgen. Welterusten. LiläSaída!
Met zo’n grens maak je niet zo maar even de rit. Nog afgezien ervan dat de beperkte veiligheid maakt dat niemand zomaar een autorit bedenkt. En als je dus toch moet, dan meteen de gelegenheid gebruiken: kwartiertje een zieke tante, kwartiertje de zusters die weer een dode moesten begraven. Het is allemaal intens, allemaal snel opeenvolgend. Qais is een gevoelig man. Ook hij moet nodig bijkomen.
Veiligheid
Over die veiligheid begin ik nog iets te begrijpen. De scherpe bewaking is er sinds 2003. Die bewaking is intussen deel geworden van de sociotoop, ze is gesocialiseerd als een ritueel volgens mij. Het is (sluipenderwijs?) deel geworden van de sociale status om veiligheidsmaatregelen te nemen. Want terwijl de hele bruidsstoet zichzelf transporteert naar Erbil voor de veiligheid, was er dezelfde dag ’s morgens een Kerstprogramma in de theaterzaal van de kathedraal voor de christelijke scholen uit de omgeving. Zelfs de kleuterschool van Sikanian was er. Ik zag alle vluchtelingenkinderen die ik ken. Een zaal vol jeugd, 3-17 jaar en volwassen begeleiding. Samen zeker 300 mensen. Programma van tweeënhalf uur! Zonder extra veiligheidsmaatregelen. Als dat hier kan zonder angst, waarom kan dan niet een huwelijkssluiting van een half uur met 100 familieleden in de kathedraal naast die theaterzaal?
Of Sint Jozef, vieren we op de vierde adventszondag, met bisschop in vol ornaat, 300 mensen in de kerk, midden in Kirkuk.
Is de bewaking zo alledaags geworden, dat de sociale verschillen sluipenderwijs ook langs deze weg worden kenbaar gemaakt? Zoals de minister president die niet meer op de fiets naar het Binnenhof rijdt? De koningin die niet zomaar over de markt slentert? Het gewone volk komt gewoon bijeen, de middenstand verplaatst zich voor feesten naar veiliger oorden?
De soldaten zijn deel van onze sociotoop, ze lopen de keuken in en uit voor een kop koffie of zelfs even een praatje. Nooit lang, ze laten elkaar nooit lang alleen, zijn altijd met twee. Ze zijn ook onze portier geworden: openen de poort voor de auto’s.
Als bewaking gewoon geworden is, deel van het dagritueel…dan wordt ze ook deel van de sociale status. Vermoed ik.
En ik ben nu deel van de sociotoop. Of Ali en Ari, twee soldaten, met me op de foto mogen? Vragen zij aan mij! Mag.