Moslimterreur komt door “een ontspoorde tegenculturele religieuze modernisering in de context van een conflict om participatie in economische moderniteit. Het fenomeen is niet middeleeuws, maar juist ultramodern”. Dat meent Fred van Iersel en hij schuift de katholieke sociale leer naar voren als voorbeeld voor de positionering van de islam in Europa. Hieronder publiceren we met toestemming van het blad Tertio, waarin deze beschouwing verschijnt, het eerste deel van het artikel. Wie het hele artikel wil lezen kan een gratis proefnummer aanvragen bij Tertio
Over de oorzaken van fundamentalistische terreur wordt dezer dagen veel gepubliceerd. In mijn overtuiging is het zo dat een belangrijke context hiervan wordt gevormd door de achterstand in de arbeidsparticipatie en woonsituaties van etnische groepen waarin de islam geïncultureerd is. Deze etnisch-religieuze groepen ondervinden vooral de nadelen van economische en technologische modernisering, en hebben daarom minder reden om zich met de modernisering te identificeren.
Het is allesbehalve toevallig dat juist de economische en culturele modernisering in Iran onder de sjah van Perzië in de jaren zeventig van de vorige eeuw de opkomst van islamitisch fundamentalisme heeft bevorderd.
Haves en have nots
De economische modernisering leidt immers tot verkleining van de machtsafstand tussen haves en have nots, laat de machtskloof overbrugbaar schijnen en maakt daardoor de beperkte economische participatie minder aanvaardbaar. In de crises en de conflicten die hierop volgen, valt men terug op de – veronderstelde en geromantiseerde – culturele en religieuze oriëntaties van voor de economische modernisering.
Deze logica van de reductie van de machtsafstand geldt momenteel voor de gehele moslimwereld. Die vervult dankzij de olievoorziening een centrale rol in de mondiale energiepolitiek, maar de moslimbevolking als geheel profiteert hier te weinig van. Het gevolg is toename van assertiviteit: de islam wordt een factor van hoop en woede, en de meest ongeduldigen onder de uitgeslotenen radicaliseren bij gebrek aan hoop: hun besef van eigenwaarde is toegenomen, maar de verwachtingen inzake participatiemogelijkheden houden hiermee geen gelijke tred. In deze visie wordt economische achtergrond serieus genomen, maar niet uitgespeeld tegen de culturele factoren in de radicalisering.
Moslimterreur is, zo bezien, niet “middeleeuws”, maar juist integendeel: ze is ultramodern. Ze betreft een ontspoorde tegenculturele religieuze modernisering in de context van een conflict om participatie in de economische moderniteit.
Wegen uit moslimterrorisme
……….
U kunt het hele artikel lezen door een gratis proefnummer te bestellen bij Tertio. Het gaat over het nummer 780 van 21 januari 2015