We zijn de naam ‘christen’ eigenlijk niet waardig als we wegkijken bij geloofsvervolging of eraan voorbijgaan. Dat betoogde Geert van Dartel gisteren in Utrecht. De Tilburg School of Catholic Theology hield in Museum Catharijneconvent gisteren de jaarlijkse themadag, dit keer over het thema ‘Bloedgetuigen, martelaarschap door de eeuwen heen. Tot voor kort leek martelaarschap – voor velen vooral verbonden met de Rooms-Katholieke Kerk of met de wederdopers die op brandstapels werden gezet – iets uit een heel ver verleden. ‘In onze tijd sterven geen mensen meer voor hun geloof; dat gebeurde in de vroege kerk en tijdens de reformatie, niet vandaag’ was lang de gedachte. Inmiddels is het bijna wel algemeen bekend dat de werkelijkheid ander is: Syrië, Irak, Afghanistan, Pakistan, Noord-Korea, Eritrea, Somalië en Sudan. Het zijn allemaal landen waar mensen door geloofsvolging en terreur omkomen.
Maar lang bij niet iedereen dringen die berichten door, meent Geert van Dartel, secretaris van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. ,,Afgelopen zondag werd in Qamishli in het noordoosten van Syrië tegen de Turkse grens een zelfmoordaanslag gepleegd op de Syrisch-Orthodoxe Patriarch Arphrem II. Hij was daar voor een herdenkingsbijeenkomst van de Armeense genocide. De patriarch zelf bleef ongedeerd. Drie beveiligers kwamen om het leven, er vielen tientallen gewonden. Het bericht over de aanslag is nog niet echt doorgekomen in de Nederlandse media.”
Aandacht
De afgelopen decennia hebben vooral organisaties als Open Doors en Kerk in Nood voortdurend de aandacht van kerken en de politiek gevraagd voor de benarde positie van christenen in tal van landen, aldus Van Dartel. Eerst was er de ondersteuning van de kerken in Oost-Europa onder communistisch regime. ,,Vanaf de jaren zeventig verlegden zij hun aandacht ook naar andere delen van de wereld.” Open Doors is erg bekend door de ranglijst christenvervolging. Kerk in Noord organiseert ieder jaar een Nacht van de Martelaren.
De focus op vervolgde christenen werd in kerken, media en politiek in ons land lange tijd niet serieus genomen, meent Van Dartel. ,,In het archief van Trouw vond ik een artikel van eind 2004 waarin een vertegenwoordiger van Kerk in Actie radicaal afstand neemt van de campagnes van onder andere Open Doors en Kerk in Nood. Hij verwerpt de term ‘christenvervolging’ en spreekt liever van ‘achterstelling’. Door de nadruk te leggen op christenvervolging worden christenen tegen andersgelovigen uitgespeeld, aldus de toenmalige zegsman van Kerk in Actie. Dezelfde reserve bestond en bestaat overigens ook bij katholieke hulporganisaties. Het thema ‘christenvervolging’ is complex en vatbaar voor simplisme en propaganda.”
De laatste jaren is er echter iets veranderd. ,,Enigszins tot mijn eigen verrassing eigenlijk. Het thema christenvervolging is meer dan vroeger aanwezig in de media. In de Tweede Kamer zijn het vooral politici van christelijke partijen – ChristenUnie, SGP en CDA – die er aandacht voor vragen.’’ Ook vanuit de Nederlandse Raad van Kerken gaat nu regelmatig een brief naar de Nederlandse politiek waar de vervolging van christenen in het Midden-Oosten benoemd wordt. De recente publiekscampagne Hoop voor de Kerk in Syrië en Irak had ook een duidelijke functie die verder ging dan alleen kerken en christelijke organisaties.
Martelaarschap
Aan de hand van een vorig jaar gehouden lezing van kardinaal Kurt Koch (voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Eenheid van de christenen), liet Van Dartel zien dat martelaarschap en christendom nog altijd met elkaar verbonden zijn. ,,Bij de overgang van het tweede naar het derde millennium is er weer een Kerk van martelaren ontstaan. 80 procent van de mensen die omwille van hun geloof vervolgd worden of te lijden hebben van discriminatie zijn christen. Het christendom is vandaag de dag de meest vervolgde godsdienst.’
Het martelaarschap is vandaag oecumenisch, betoogde Koch destijds. ‘Christenen van vandaag worden niet vervolgd omdat ze katholiek of orthodox, protestant of pinksterchristen zijn, maar omdat ze christen zijn.’ Daarom moeten we eigenlijk spreken van de ‘Oecumene van de martelaren’ – aldus Koch – of van een ‘Oecumene van het bloed’, zoals paus Franciscus het zelfs noemde.
Het christelijk getuigenis in de wereld heeft een oecumenische sleutel nodig opdat de melodie van het christelijk getuigenis niet ,,kakofonisch maar symfonisch klinkt’’, aldus het bestuurslid van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. ,,Kernopdracht in deze seculiere tijd is om mensen het Godsgeheim nabij te brengen. Wij christenen hebben geen belangrijkere opdracht dan de levende God te verkondigen, de mensen het Godsgeheim als beschuttende schuilplaats naderbij te brengen.’’
Het martyrium is een gemeenschappelijke christelijke realiteit. ,,Als we dat ernstig nemen dan zullen we ook alle christenen die vandaag vanwege hun geloof vervolgd worden in onze gebeden gedenken, hen met hun lijden voor God brengen. Hen voor hun geloofsgetuigenis danken en onszelf door hun moedige en overtuigende christen-zijn laten inspireren.’’ Op die wijze is martelaarschap, niet alleen iets van huiver, maar ook van licht en hoop – door alle tragiek heen.
(Dit artikel verscheen op 24 juni 2016 in het Friesch Dagblad)
De lezing van kardinaal Koch Christenverfolgung und die Ökumene der Märtyrer vindt u hier
De lezing van Geert van Dartel vindt u hier hier