In het kader van haar stage bij de Katholieke Vereniging voor Oecumene maakt Myrthe Lubbers, student Wereldreligies aan de KU Leuven, interviews met de sprekers op de Webinars over menselijke waardigheid in de Oosters-christelijke theologie. Hieronder vindt u het interview met Alfons Brüning. Zijn lezing ging over theosis toen en nu. Het Webinar van Alfons Brüning kunt u terugzien op het Youtube kanaal van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. De link vindt u onder dit interview.
Alfons Brüning is wetenschappelijk medewerker bij het Instituut voor Oosters Christendom (te Nijmegen) en bijzonder hoogleraar “Orthodoxie, mensenrechten, vredesopbouw” aan de Protestantse Theologische Universiteit (te Amsterdam). Hij is historicus en religiewetenschapper met een focus op Orthodox Christendom van de Byzantijnse traditie, vertegenwoordigd in Oost-Europa, waaronder Rusland, Oekraïne, Roemenië, Balkan en Griekenland. Zijn onderzoek heeft als zwaartepunten: kerk en religie in de vroege moderne tijd; Rusland en Oekraïne tijdens en na het Communisme; moderne ontwikkelingen van een Orthodoxe sociale leer, bijvoorbeeld met betrekking tot mensenrechten, kerk en staat, oorlog en vrede.
Hoe was u op het idee gekomen van deze reeks webinars?
Ik had eerdere studies ernaar gedaan in verband met de bijzondere leerstoel bij de PThU in Amsterdam. Dat gaat dan over de oosterse theologie en de mensenrechten. Mensenrechten zijn gebaseerd op de veronderstelling van menselijke waardigheid. Dat leidt dan naar een vak als theologische antropologie, dus de tak van de theologie die zich bezighoudt met de vraag naar wat de mens uitmaakt, dus het wezen van de mens. Het wordt snel duidelijk dat verschillende culturen, religies en takken binnen het christendom ieder een andere voorstelling hebben bij menselijke waardigheid. Het wijkt niet altijd af, soms heb je dat er met hetzelfde begonnen wordt en lijkt het op hetzelfde neer te komen, zoals de conceptie van “imago dei”, maar de richting die uiteindelijk genomen wordt is toch anders. Denk bijvoorbeeld aan andere zwaartepunten of nuances.
In ieder geval had ik het idee dat de verschillende interpretaties die gegeven worden door de verschillende takken binnen het christendom niet noodzakelijk in strijd met elkaar zijn. De oorsprong kan hetzelfde zijn en de takken kunnen elkaar onderling verrijken. Het is belangrijk dat er een discussie plaatsvindt. Ik vind het belangrijk dat de vragen gesteld worden: wat heeft menselijke waardigheid, bekeken vanuit religies, voor betekenis voor een wettelijk systeem in een seculiere staat en wat heeft het voor betekenis voor de cultuur van een samenleving? Dat impliceert ook dat het “vertaald” moet worden in bijvoorbeeld wetgeving. Die vertaling is soms een clash tussen juristen en theologen. Theologen willen meestal heel precies formuleren en details nagaan. Daarentegen willen juristen samenvatten en kort en krachtig formuleren. Ze begrijpen elkaar niet altijd even goed.
Mensenrechten zijn seculier, in ieder geval niet gebaseerd op een aparte religieuze context. Het wordt opengelaten. Belangrijk daarbij is de dimensie van tijd: voorlopig laten we het open, maar ondertussen blijven we discussiëren en op zoek. De toekomst zal uitwijzen “wie er een juiste en wie er een vertekende visie heeft op de mens”, aldus de Franse filosoof Jacques Maritain die medeauteur was van de Algemene Verklaring van de Mensenrechten. In ieder geval mag iedereen ervan maken wat hij of zij op basis van zijn levensbeschouwelijke achtergrond vindt. Voor religie is dit secularisme echter niet houdbaar. Binnen een religie kan niet zo snel gezegd worden: we laten het open. Voor een religie is het belangrijk dat daar op basis van haar eigen traditie en leer inhoud aan gegeven wordt, terwijl secularisme eerder wat onbeslist is. Het is een balans vinden tussen vrijheid enerzijds en verplichting anderzijds.
Tijdens het webinar ging u in op de verschillen tussen oosters en westers christendom als het gaat om het mensbeeld. Als ik het goed begrepen heb, zou je kunnen zeggen dat oosterse kerken in het algemeen een positievere kijk hebben op de mens dan de westerse kerken. In het westen ligt veel nadruk op de verstoorde relatie tussen mens en God, die genezen moet worden. Oosterse kerken leggen daarentegen meer nadruk op de vergoddelijking van de mens, de theosis, waarin een mens zichzelf verwezenlijkt, gelijkend worden in het beeld van God en daardoor ook meer zichzelf wordt. Ik vraag mij vervolgens af: hoe zie je het verschil in mensbeeld terug in het handelen?
Een sluitend begrip hierbij is “zonde”. In het westen is er een tendens om daar juridisch naar te kijken: iemand heeft iets misdaan en dat heeft een straf tot gevolg. Wat je verkeerd hebt gedaan krijg je terug, er wordt een soort evenwicht hersteld. Bij de oosterse christenen gaat het er meer om zoals het woord ook in zijn oorsprong is: afgezonderd. Het gaat hen erom dat de mens het contact verliest met God. Het wordt niet gezien als een misdaad die een straf vereist, maar meer als een soort ziekte, zoals een tak aan de boom die droog begint te worden en kapot gaat, waardoor de verbinding niet kan worden hersteld. Daar moet een mens iets mee doen natuurlijk en dat is meer spiritueel dan juridisch.
Daarnaast kent het oosters christendom geen erfzondeleer. Het idee bij de erfzondeleer is dat de mens van nature niet zuiver is en dat de goddelijke genade er nog iets van maakt. Het gevolg van zo’n mensbeeld is dat er lastig rechten van af te leiden vallen. In het westen, waar deze opvatting leeft, zie je een soort tegenbeweging. Sinds de Renaissance en later in de Verlichting stond bijvoorbeeld de mens als imago dei en kroon van de schepping centraal. De mens is dan ook vrij en heeft rechten. Je ziet telkens zo’n slingerbeweging, het gaat heen en weer.
Dan heb je in het oosters christendom nog de vraag omtrent theosis: heeft de mens al waardigheid en is dat genoeg voor de rechten of moet het evenbeeld van God nog verwezenlijkt worden, voordat er een claim op rechten ontstaat? Vervolgens rijst de vraag: is dat een taak voor mezelf – bijvoorbeeld door te bidden en me moreel te gedragen – of gaat het er eerder om dat we elkaar helpen om het imago dei naar boven te halen? Moeten we elkaar helpen herinneren als iemand zich niet goed gedraagt? Anderzijds moeten ook de voorwaarden geschapen worden voor een waardig leven.
Belangrijk is om nog op te merken dat er niet altijd één leer is over menselijke waardigheid of één idee over het evenbeeld van God, zowel in het oosters als in het westers christendom. Aan beide kanten zijn er uiteenlopende en aanvullende standpunten. Dat is sterk pluralistisch. Daardoor kun je gedrag ook niet direct afleiden. Men kan niet één op één zeggen dat een opvatting bepaald gedrag tot gevolg heeft. Daartussen zijn vele tussenstapjes, bij iedere kruising kan weer links- of rechtsaf geslagen worden.
Wat zijn, vanuit het perspectief van het oosters christendom, hedendaagse bedreigingen van de menselijke waardigheid?
Ook dat hangt af van de definitie. Als iemand bij menselijke waardigheid denkt aan “een waardig leven’” zal diegene wellicht denken aan bedreigingen als honger, verlies van arbeid, geen toegang tot drinkwater, tot school of zelfs tot Wi-Fi. Een ander zal zeggen: een bedreiging is de consumptiecultuur waarin bepaalde traditionele waarden niet meer geacht worden, zoals gezin en naastenliefde. Het hangt er maar van af wie men vraagt, maar ook met wat voor mensbeeld je zelf rondloopt.
Een voorbeeld om te illustreren hoe divers dat is, is het voorbeeld van het homohuwelijk of LHBTI in het algemeen. De ene persoon zegt dan: dit is een bedreiging voor de menselijke waardigheid, want in de Bijbel wordt het gezien als een afwijking, het is dus een zonde. Iemand anders zou zeggen: juist de discriminatie van LHBTI is een bedreiging. Je vindt allerlei stemmen en verschillende posities binnen de Orthodoxie, evenals binnen westerse confessies. Kortom, daar wordt veel over gediscussieerd. Helaas werkt het zo dat je de standpunten het snelste hoort van mensen die het hardste roepen, maar die discussie is in feite veel breder.
Hoe is het denken over menselijke waardigheid binnen het oosters christendom gegroeid? Welk filosofisch stelsel ligt ten grondslag bij het denken over menselijke waardigheid?
In het westen heb je in de middeleeuwen de scholastiek, vervolgens komt de renaissance, de Verlichting, dan de verklaringen van mensenrechten, gevolgd door de Amerikaanse en de Franse revolutie en uiteindelijk komen we in de moderne tijd. Als je kijkt naar de Verlichting, wordt Immanuel Kant vaak geciteerd met zijn idee dat wat autonoom en niet beschikbaar is een waarde heeft, terwijl een waar slechts een prijs kent. Volgens de gebruikelijke schoolboeken heeft het oosters christendom geen Verlichting gekend, maar bij nader inzien is er wel degelijk contact geweest met de westerse Verlichting en een reactie daarop. Oosterse christenen doen misschien een beroep op dezelfde bronnen als in het westen, hetzij op een andere manier. Daarnaast gebruiken ze andere bronnen, maar daaruit putten ze op een manier die niet veel verschilt van het westen. Ook komen de ideeën van zo iemand als de beroemde Renaissance-filosoof Giovanni Pico della Mirandola onder meer uit Byzantium. In de schoolboeken lees je vaak dat oost en west helemaal verschillend zijn, maar als men zich er meer in verdiept ziet men dat vooral nuances anders zijn. De uitleg kan verschillen, maar is niet noodzakelijk strijdig, er kan een wederzijds aanvulling zijn.
Wat is de gerichtheid van menselijke waardigheid binnen het oosters christendom? Is dat een wereldvlucht, gericht op goede werken, mystiek of de relatie tot anderen…?
Het imago dei wordt opgevat als een potentie om juist icoon van God te worden. Dat dit vaak neerkomt op een wereldvlucht (“spiritueel egoïsme”) was een punt in discussies in de 19e eeuw. Op het moment is dat geen wereldvlucht, maar gaat het juist om de wereld. Het gaat net zo goed om de tweede dimensie van de geboden: niet alleen God liefhebben, maar heb ook je naaste lief zoals jezelf. Het ene kan niet zonder het andere. De vraag is vervolgens: hoeveel aandacht geef je aan het eerste en hoeveel aan het tweede? Oosterse christenen hebben vastentijden, feestdagen en gaan regelmatig naar de liturgie. Dat is dan de liefde voor God. Tegelijkertijd vindt men in Rusland ook veel sociale projecten, bijvoorbeeld in gevangenissen en in weeshuizen. Kinderen in een weeshuis voed je niet alleen op en stuur je naar school, ze hebben ook rechten. Niet met als reden dat wij goede christenen zijn, maar omdat zij rechten hebben waaraan wij verschuldigd zijn. De wortels zijn altijd spiritueel. Zonder God gebeurt er niet zoveel, om het maar zo te zeggen. Echter, de interpretatie die we hieraan geven of de conclusies die eruit voortkomen kunnen verschillend zijn. Het hangt ook af van de positie in de samenleving, in de hiërarchie en in het bedrijfsleven. Een monnik verschilt van een moeder van twee kinderen.
Dus menselijke waardigheid is dan een opdracht die je waar moet maken en niet iets wat verloren kan gaan?
Het is een opdracht. Niet alleen wat mezelf betreft, maar ook voor anderen. In ieder mens is een kern die om verwezenlijking vraagt. Dat is het principe van theosis: gelijk aan God worden, niet gelijk met God, maar gelijk aan. Dat geldt ook voor mezelf. Wat dat precies betekent is – behalve een set van algemene regels – moeilijk te zeggen. De mens blijft altijd een raadsel. We don’t know each other, we don’t know ourselves, zei de bekende Engelse Orthodoxe theoloog metropoliet Kallistos Ware. Dat is ook de apofatische theologie, waaruit een apofatische antropologie kan worden afgeleid: we weten niet wie God is, hoe Gods evenbeeld is kunnen we daarom ook niet zo goed bepalen. Wat ik vandaag denk te weten, dat klopt morgen niet meer. Dat is ook een procedure en dat moet dynamisch worden opgevat.
Interessant, ook omdat ik uit de gedragswetenschappen kom. Soms vraag ik me af: wat weten we nou eigenlijk echt? Dan denk ik: ik kan er maar beter mee stoppen! (grapje)
Het is – met wetenschappen van de mens zoals psychologie of gedragswetenschappen – een beetje zoals de landkaart en het echte land. Je weet wel ongeveer waar de rivier is en waar bergen zijn, maar als je ze beklimt dan doe je allerlei ervaringen op die niet te vinden zijn op de landkaart. Zo is het op te vatten. Op basis van je echte avonturen moeten dan ook soms de landkaarten geüpdatet worden. Het is niet zinloos, gewoon doorgaan!