De Jozefkerk van de Titus Brandsma parochie in Oss was met bijna 100 bezoekers goed gevuld, onder wie twee bisschoppen: de Rooms-katholieke bisschop Gerard de Korte van Den Bosch en de Syrisch-orthodoxe aartsbisschop, Mor Polycarpus. Aanleiding was het afscheid van drs. Leo van Leijsen als medewerker Oosterse Kerken van de Katholieke Vereniging voor Oecumene.
Na de opening door prof. Marcel Sarot, voorzitter van de vereniging, volgde een kort welkomstwoord door de pastoor van de parochie, pater Tom Buitendijk O. Carm., waarin hij pater Titus Brandsma in herinnering bracht, één van de initiatiefnemers van het “Apostolaat der Hereniging”, opgericht in 1927 en één van de voorlopers van de huidige vereniging. De lezingen, die volgden, werden afgewisseld door ingetogen klanken van het Kassia koor uit Nijmegen, dat enkele gezangen uit de Orthodoxe traditie ten gehore bracht: zowel in Byzantijnse en als in Russische stijl, in het Nederlands én het Kerkslavisch. Leo van Leijsen is lid van dat koor en gaf het ook het zijn naam. Kassia was een Byzantijnse moniale en hymnedichteres uit de 9-de eeuw.
Katholicisme en orthodoxie in Europa
De eerste lezing was van vader Theodoor van der Voort, aartspriester van de Russisch-orthodoxe parochie van Deventer. Hij kan putten uit een lange ervaring met oecumenische contacten. Voor het Tweede Vaticaans concilie zou je de verhouding tussen de Rooms-katholieke Kerk en de andere kerken kunnen beschrijven als die tussen een moederkloek, die haar wat afgedwaalde kuikens zoekt. Na het concilie veranderde dat. De Katholieke kerk zag de Oosterse kerken voortaan als zusterkerken. Ondanks oud zeer en vooroordelen verbeterden de relaties langzaam, maar zeker.
De toenadering van de kerken wordt volgens vader Theodoor de laatste tijd wel gehinderd door conflicten tussen de verschillende patriarchaten van de Orthodoxe kerk. Daarbij is hij bezorgd over een ontwikkeling in het Oecumenisch Patriarchaat, waarbij de unieke positie van de patriarch van Constantinopel sterk benadrukt wordt, terwijl paus Franciscus nu juist werkt aan een grotere conciliariteit om alle gelovigen bij de kerk te betrekken. Vooral Constantinopel en Moskou staan nu tegenover elkaar, maar proberen beiden goede contacten met Rome te onderhouden. In Nederland gaat het gelukkig meer dan gemiddeld goed. Katholieke en protestantse parochies helpen orthodoxe parochies met hun huisvesting. Er is samenwerking in de landelijke en plaatselijke Raden van Kerken en in het CIO, het overlegorgaan tussen de kerken en de overheid. De oriëntaalse kerken, die de laatste jaren in Nederland zijn gegroeid, moeten bij de oecumene niet vergeten worden. En tot slot zegt vader Theodoor tot Leo: “We houden contact! Van harte bedankt! Het ga je goed!”
Kerken in het Midden-Oosten
Herman Teule, emeritus hoogleraar Oosterse Kerken en Oosterse talen in Nijmegen en Leuven, neemt de toehoorders mee naar enkele steden in het Midden-Oosten die hij (soms ook met Leo) bezocht heeft. Dat wees Herman en later Leo de weg naar de bakermat van het Syrische Christendom in Mardin en Nisibis in het huidige Oost-Turkije, en in Aleppo in het huidige Syrië. Zo leerden ze een spiritualiteit en geloofsbeleving kennen, die net zo rijk is als het orthodoxe en het Westerse christendom, die meer poëtisch is en dichter staat bij het Oude Testament. Deze tradities hebben later een belangrijke bijdrage geleverd aan de culturen, de talen en de politiek van het Midden-Oosten, gedeeld door christenen en moslims. Maar het is niet altijd een vrolijk verhaal. Veel christenen zijn gedood of verdreven tijdens de genocide van 1915. De recente problemen in het Midden-Oosten hebben een nieuwe uittocht veroorzaakt.
Die traditie is dichter bij ons gekomen, door de vestiging van migranten van de Syrisch-orthodoxe, Armeense, Koptische en Eritreese tradities. Die kennis en ervaring heeft Leo ingebracht in het Leerhuis met de Syrische naam “Bet Drasha”, dat hij 16 jaar mede georganiseerd heeft en in zijn vele bezoeken aan de hier genoemde gemeenschappen in Nederland. Leo vond het belangrijk aan deze groepen een stem te geven.
Schoonheid van de Orthodoxie
Leo van Leijsen had als thema van zijn lezing gekozen: “Oecumene en schoonheid. Via liturgie, iconen en kerkvaders nader tot elkaar.” Het Hooglied in het Oude Testament kun je zo uitleggen dat de mens, de mensheid de bruid is van God en schoon als een lelie in het veld. Van Dostojewski is de uitdrukking bekend: “schoonheid zal de wereld redden.” Zal schoonheid ook de oecumene redden? Die vraag is niet zomaar te beantwoorden. In ieder geval speelt schoonheid wel een belangrijke rol in de Oosterse Kerken. Daarmee heeft Leo zich bijna 35 jaar mogen bezighouden in zijn werk voor de Katholieke Vereniging voor Oecumene. Bij het schrijven van artikelen, het werk als redactiesecretaris van het tijdschrift Pokrof en het geven van lezingen kwam die schoonheid ook vaak aan de orde.
De laatste 10 respectievelijk 16 jaar kwam dat ook aan de orde in de leerhuizen, die hij heeft georganiseerd bij de Brediusstichting in kasteel Hernen en samen met predikant Paul van de Waal in Den Bosch. Daar kwamen spirituele teksten aan de orde, hymnen, gebeden en religieuze zang, meestal uit een Oosterse kerk. Niet alleen de leiding van de cursus was oecumenisch, ook de samenstelling van de groep en de keuze van de teksten. Daardoor leerde men elkaars tradities beter kennen, kwamen allerlei vragen op en ontstond uitwisseling over het geloof. Er kwamen ook iconen aan de orde. Leo toonde de icoon van Christus en de Samaritaanse vrouw, bezongen door de Byzantijnse hymnedichter Romanos Melodos.
De Samaritaanse vatte moed en snelde naar de Samaritanen,
haar kruik liet ze achter en ze nam op de schouders
van haar hart Degene die het innerlijk en het hart toetst.
Zo kwam ze in de stad en verkondigde aan allen met duidelijke stem:
‘Grijsaards en kinderen, jongelingen en maagden,
haast u naar de bron.
Het water vloeide over en giet zich voor allen uit:
ik zag daar een man, die je geen man kunt noemen want Gods
werken volbrengt Hij;
alles voorspelt Hij en verkondigt Hij van tevoren,
Hij die iedereen wil redden en dit staat borg voor:
Gejubel en Verlossing!’
Onderscheiding
Na de lezingen en de muzikale intermezzo’s volgden er enkele toespraken. Geert van Dartel blikte in zijn toespraak terug op de jarenlange samenwerking met Leo van Leijsen. Ook sprak hij de hoop uit dat het werk van de Vereniging in dienst van goede relaties van de Rooms-katholieke Kerk met de Oosterse Kerken in de komende jaren mag doorgaan. Bij gelegenheid van het afscheid van Leo van Leijsen was een bijdrage gevraagd voor het Learning Centre in Caïro waar vluchtelingen uit Afrikaanse landen onderwijs krijgen. Voor dit project was tot 5 november bijna € 1.000,– binnengekomen. Van bestuur en collega’s ontving Leo van Leijsen een passend cadeau: een icoon van de ontmoeting van Thomas met de Verrezen Christus. Daarna sprak de Syrisch-orthodoxe aartsbisschop Mor Polycarpus. Hij bedankte Leo van Leijsen voor zijn jarenlange inzet voor de Oriëntaalse kerken. Hij prees zijn grote kundigheid en zijn respectvolle benadering. Als teken van waardering en vriendschap overhandigde Mor Polycarpus Leo een oorkonde en reikte hem een onderscheiding uit. De aanwezigen stemden hier met een warm applaus hartelijk mee in. Op de aansluitende receptie was er gelegenheid Leo van Leijsen te feliciteren en nog wat na te genieten van deze mooie bijeenkomst.
Lezingen
Welkomstwoord namens de Titus Brandsmaparochie door p. Tom Buitendijk O.Carm.
Toespraak van v. Theodoor van der Voort
Toespraak van prof. dr. Herman Teule
Toespraak van drs. Leo van Leijsen
Toespraak van drs. Geert van Dartel