Vandaag spreekt de synode van de Protestantse Kerk (PKN) over de toekomstverkenning Kerk naar 2025. Protestanten en katholieken staan voor dezelfde uitdagingen. Vernieuwing van de kerk zou voor beiden samen een zegen kunnen zijn.
Ecclesia semper reformanda, de kerk moet zich voortdurend hervormen. Deze uitspraak – veelal abusievelijk aan Luther toegeschreven, en vorig jaar door de paus nog aan de kerkvaders, maar afkomstig van de zeventiende-eeuwse gereformeerde Nederlandse theoloog Jodocus van Lodenstein – geldt voor alle christelijke kerken.
‘Ook de protestantse kerken zijn aan hervorming toe’, zei kardinaal Koch, de Oecumeneminister van het Vaticaan, onlangs met het oog op de 500e verjaardag van de Reformatie.
Nu, beter kon hij het niet krijgen. De PKN doet wat mij betreft in haar nota Kerk naar 2025: een verkenning zozeer haar best dat vele andere kerken – waaronder de mijne – er nog een puntje aan kunnen zuigen.
Ballast
Natuurlijk kan ik in de nota een paar paragrafen aanwijzen waar mijn katholieke wenkbrauwen een beetje fronsen. Maar afgezien van de bloedgroepverschillen die er tussen ons nu eenmaal bestaan, voel ik me erg thuis bij de bemoedigende toon van het document en de uitdagingen die het onder ogen durft te zien.
‘Wat is schip en wat is wellicht ‘ballast’?’, vraagt de nota zich af. Die ene, fundamentele zin deed me denken aan een vaststelling van paus Benedictus XVI. Hij was in 2011 op bezoek in Duitsland en ontmoette in Erfurt, in de voormalige kloosterkerk waar Luther ooit tot priester gewijd werd, afgevaardigden van de lutherse en gereformeerde kerken. Hij zei dat katholieken, lutheranen en gereformeerden samen ‘voor de vraag staan wat blijvend geldig is, en wat veranderen kan of moet’.
In de Nederlandse Rooms-Katholieke Kerk woedt op dit moment de discussie in hoeverre kerkgebouwen ook ballast zijn. Ook de PKN-nota spreekt over het huidige ‘netwerk van parochiale gemeenten dat heel Nederland “afdekt’’, en dat dit wellicht in de toekomst niet haalbaar blijft.
Uitkomst
In sommige gevallen zullen ‘huiskerken’ uitkomst bieden: ‘Naast plaatsen van samenkomen en vieren zal de kerk de vorm krijgen van leefgemeenschappen, van gelovigen die op verschillende wijzen dagelijks het leven met elkaar delen en zich eventueel houden aan regels die het samenzijn vorm geven.’
Ook de Katholieke Kerk staat voor deze uitdaging. Het zou goed zijn als we samen, protestanten en katholieken, erover durven na te denken of deze leefgemeenschappen – vooral op het platteland – in oecumenisch verband niet veel draagkrachtiger, levendiger, uitnodigender kunnen zijn. Zulke groepen zouden gesteund kunnen worden vanuit beide kerken.
‘Er is een breed gedeeld besef dat de inrichting van de kerk eenvoudiger en flexibeler moet worden, om zo energie vrij te maken voor de basics van kerkzijn’, zegt de nota verder. Paus Franciscus schreef zijn Evangelii Gaudium dat de parochie – of gemeente – als vorm van kerk-zijn niet kaduuk is, op voorwaarde dat ‘zij heel verschillende vormen kan aannemen’, en dat die vormen ‘de missionaire creativiteit van de herder en de gemeenschap vereisen’.
Vanuit katholiek oogpunt het meest in het oog springende punt is het voorstel een regionale ‘predikant met persoonlijk gezag en “bisschoppelijke gaven’’’ aan te stellen. Deze uitdrukking staat niet in de nota, maar werd door scriba Arjan Plaisier in het ND gebruikt.
Bisschop
Natuurlijk moeten we oppassen daar direct de term ‘bisschop’ op te plakken. Sommige protestanten zullen zich daarbij ongemakkelijk voelen. Bovendien denken velen daarbij dan ook direct aan de wijze waarop het bisschopsambt op dit moment in de Katholieke Kerk vorm krijgt. Daarom spreekt de nota over ‘toezicht’ (in het Grieks episkopè, waarvan het woord bisschop is afgeleid).
Maar in de geschiedenis heeft dit ambt vele vormen aangenomen. In het tweede millennium werd het bisschopsambt vooral ‘van bovenaf’ georganiseerd, maar in het eerste millenium gebeurde dat vooral ‘van onderop’.
De uitoefening van een persoonlijk en ministerieel gezag in een protestantse kerk kan niet alleen de PKN meer ‘smoel’ geven in een door media geregeerde samenleving, maar biedt tegelijkertijd oecumenische perspectieven. Reeds het Lima-rapport van de Wereldraad van Kerken uit 1982 riep alle kerken op bisschoppen aan te stellen.
Niet in marmer
Zover is het nog niet in de PKN. Maar wanneer de synodeleden vandaag over deze vraag gaan nadenken, doen ze er misschien goed aan te bedenken dat de reformatoren de kerk wilden hervormen naar het model van de vroege kerk.
Door nieuwe vormen voor dit toezichtsambt uit te vinden, wordt niet alleen de oecumene gediend.
Het herinnert katholieken ook eraan dat de huidige vorm van uitoefening van dit ambt niet in marmer gebeiteld is, en dat nieuwe vormen mogelijk en wellicht nodig zijn.
Staan we voor een periode van kruisbevruchting tussen katholieken en protestanten?
[Bovenstaande opiniebijdrage stond in het Nederlands Dagblad van donderdag 23 april 2015]