Ze vallen niet op. Spreken Nederlands, werken bij een gewone werkgever, of zijn een eigen bedrijfje gestart. Een echtpaar runt een snackbar in een dorp, een vrouw werkt in de thuiszorg, een man is ingenieur milieuveiligheid, iemand werkt op het gemeentehuis van een grote stad, weer een ander coördineert taken bij een grote aannemer.