Dit zomernummer van Pokrof brengt weer de wondere wereld(en) van het oosters christendom bij u. Griekenland staat de laatste maanden enorm in de belangstelling; prof Vassilios Makrides laat in zijn artikel over Europa vanuit Grieks-orthodox gezichtspunt zien hoe de kerk daar steeds een ambigue houding ten opzichte van de EU heeft aangenomen. Frank Bosman brengt ons in contact met de opmerkelijke betekenis die Byzantium speelde in het leven van de Duitse kunstenaar Hugo Ball. De kerken in Oekraïne begeven zich op het terrrein van de sociale verantwoordelijkheid, sommige al tientallen jaren; en er is ook een hoop te doen, aldus Grieks-katholie priester Roman Fihas. In een meditatief artikel gaat Frank Bestebreurtje in op het thema gedenken, zoals dat met name in kerkelijke kring in Rusland gebeurt. Dolf Bruinsma voert ons in het denken in van de Russische schrijver Sjestov, en Kees Hulsman gedenkt de Koptische paus Shenouda III die onlangs overleed en wiens betekenis de grenzen van zijn kerk ruim overschreed.
Het tijdschrift Pokrof (met jaargangen 1953-2022) was gewijd aan de wereld van het Oosters Christendom. Het blad werd gemaakt door de een onafhankelijke en oecumenisch samengestelde redactie. De redactie streefde ernaar diverse aspecten van het Oosters Christendom voor een breed publiek te presenteren. Behalve aan de spirituele kant van het Oosters Christendom (liturgie, iconen, muziek) besteedde Pokrof aandacht aan de geschiedenis van Oosterse Kerken, de orthodoxie in literatuur en kunst en aan de relatie tussen kerk en staat.
Het tijdschrift Pokrof ging in 1953 als initiatief van de paters Kapucijnen van start. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd het uitgegeven door Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken. Vanaf 2001 was het een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In 2022 werd het tijdschrift omgevormd tot het Platform Oosters Christendom, onderdeel van het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud Universiteit.