Deze Pokrof valt bij u in de bus tussen Pasen en Pasen, het westerse respectievelijk het oosterse. De meditatie gaat dan ook over de Balsemdraagsters, op weg naar het lege graf – over hun icoon. Dit nummer ópent ook met een icoon: de Moeder Gods van het Niet-verbrandende Braambos, een boeiende en veelgelaagde icoon. Verder artikelen over actuele zaken: de recente ontmoeting tussen paus Franciscus en patriarch Kirill, en de zorg in de Nijmeegse Sacramentskerk voor asielzoekers, moslims en christenen uit het nabijgelegen Heumensoord. Een recensie belicht Andrew Louth’s belangrijke boek over moderne Orthodoxe denkers. En een Macedonische Orthodoxe voorzanger, die een belangrijke schakel werd voor het doorgeven en vernieuwen van de Slavische Byzantijnse zang op de Balkan, treedt uit de nevelen van de woelige periode
waarin hij ruim 100 jaar gelden leefde en werkte. Deze Pokrof besluit met de rubriek Byzantijnse Liturgie, dit keer over de Geloofsbelijdenis. Een Gezegende Paastijd, aan u die er al in vertoeften ook alvast aan u voor wie het Feest der Feesten
nog komen gaat.
Het tijdschrift Pokrof (met jaargangen 1953-2022) was gewijd aan de wereld van het Oosters Christendom. Het blad werd gemaakt door de een onafhankelijke en oecumenisch samengestelde redactie. De redactie streefde ernaar diverse aspecten van het Oosters Christendom voor een breed publiek te presenteren. Behalve aan de spirituele kant van het Oosters Christendom (liturgie, iconen, muziek) besteedde Pokrof aandacht aan de geschiedenis van Oosterse Kerken, de orthodoxie in literatuur en kunst en aan de relatie tussen kerk en staat.
Het tijdschrift Pokrof ging in 1953 als initiatief van de paters Kapucijnen van start. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd het uitgegeven door Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken. Vanaf 2001 was het een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In 2022 werd het tijdschrift omgevormd tot het Platform Oosters Christendom, onderdeel van het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud Universiteit.