Voor u ligt het tweede nummer van de 64e jaargang van Pokrof, tijdschrift over Oosterse christenen, kerken en culturen. Oosters christendom is een veelkleurige werkelijkheid. Er zijn allerlei Oosterse christenen: Orthodox, Oriëntaals-orthodox, geünieerd. Oost en West lopen steeds meer door elkaar. Het Oosten is nu ook in het Westen en het Westen is in het Oosten. Van deze veelkleurige werkelijkheid willen wij u steeds weer iets laten zien op een degelijke, toegankelijke en invoelende manier.
In dit nummer vindt u artikelen over de Russisch componist Trubatsjóv, het probleem van de liturgische taal, een artikel én iets verderop een meditatie over iconen, een artikel over de Russische religieuze denker Chomjakóv en een historische inleiding op de heksenketel van het Midden-Oosten. Het nummer eindigt als gebruikelijk met de rubriek ‘Byzantijnse liturgie’, dit keer over de dienst van de begrafenis.
Veel leesplezier,
Paul Baars,
hoofdredacteur a.i.
Het tijdschrift Pokrof (met jaargangen 1953-2022) was gewijd aan de wereld van het Oosters Christendom. Het blad werd gemaakt door de een onafhankelijke en oecumenisch samengestelde redactie. De redactie streefde ernaar diverse aspecten van het Oosters Christendom voor een breed publiek te presenteren. Behalve aan de spirituele kant van het Oosters Christendom (liturgie, iconen, muziek) besteedde Pokrof aandacht aan de geschiedenis van Oosterse Kerken, de orthodoxie in literatuur en kunst en aan de relatie tussen kerk en staat.
Het tijdschrift Pokrof ging in 1953 als initiatief van de paters Kapucijnen van start. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd het uitgegeven door Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken. Vanaf 2001 was het een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In 2022 werd het tijdschrift omgevormd tot het Platform Oosters Christendom, onderdeel van het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud Universiteit.