De eerste Pokrof van deze 66e jaargang opent met een artikel over de invloed van de Orthodoxe traditie op het werk van de Griekse schrijver Nikos Kazantzakis. Daarop volgt een bijdrage over de kerkelijke situatie in Oekraïne. Hierna een artikel en een meditatie over de fascinerende legende van Barlaäm en Josafat. In ‘Gemeenschap en Andersheid’ vindt u een kennismaking met het werk van de Griekse theoloog Ioannis Zizioulas. In een recensie wordt het onlangs gepubliceerde ‘Handboek oosters christendom’ besproken. In het laatste artikel komen de benedictijnen die eeuwen lang op Athos verbleven ter sprake en in de rubriek ‘Byzantijnse Liturgie’ de zogeheten Dienst van de Typika.
Het tijdschrift Pokrof (met jaargangen 1953-2022) was gewijd aan de wereld van het Oosters Christendom. Het blad werd gemaakt door de een onafhankelijke en oecumenisch samengestelde redactie. De redactie streefde ernaar diverse aspecten van het Oosters Christendom voor een breed publiek te presenteren. Behalve aan de spirituele kant van het Oosters Christendom (liturgie, iconen, muziek) besteedde Pokrof aandacht aan de geschiedenis van Oosterse Kerken, de orthodoxie in literatuur en kunst en aan de relatie tussen kerk en staat.
Het tijdschrift Pokrof ging in 1953 als initiatief van de paters Kapucijnen van start. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd het uitgegeven door Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken. Vanaf 2001 was het een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In 2022 werd het tijdschrift omgevormd tot het Platform Oosters Christendom, onderdeel van het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud Universiteit.