Het openingsartikel gaat over het vertalen van de Orthodoxe liturgie in het Nederlands, zijn noodzaak en onmogelijkheden. Het daarop volgend artikel is het tweede artikel over Cyrillus en Methodius – het eerste artikel verscheen in de vorige Pokrof. De paus is in maart jl. in Irak geweest. In een artikel wordt op dit belangrijke bezoek teruggekeken. De kruisicoon die op de voorkant van deze Pokrof staat, wordt door de schilderes ervan, Ioanna Bannink, zelf uitgelegd. Het artikel ‘Orthodox parochieleven’ is een recensie van het boek van aartspriester Sergei Ovsiannikov, “Vstan’ i idi”: “Sta op en wandel”. In Sofia (Bulgarije) is een boekwinkel, vernoemd naar de wereldlijke naam van paus Johannes XXIII, Angelo Roncalli; hier kan men in een land met ooit een atheistisch regiem kennis maken met de spirituele rijkdom van het christendom. In twee berichten worden de opvolging van Pokrof behandeld respectievelijk het afscheidssymposium van Leo van Leijsen als stafmedewerker van de Katholieke Vereniging voor Oecumene aangekondigd. De rubriek ‘Byzantijnse Liturgie’ handelt over het heilig Myron.

Pokrof

Het tijdschrift Pokrof (met jaargangen 1953-2022) was gewijd aan de wereld van het Oosters Christendom. Het blad werd gemaakt door de een onafhankelijke en oecumenisch samengestelde redactie. De redactie streefde ernaar diverse aspecten van het Oosters Christendom voor een breed publiek te presenteren. Behalve aan de spirituele kant van het Oosters Christendom (liturgie, iconen, muziek) besteedde Pokrof aandacht aan de geschiedenis van Oosterse Kerken, de orthodoxie in literatuur en kunst en aan de relatie tussen kerk en staat.

Het tijdschrift Pokrof ging in 1953 als initiatief van de paters Kapucijnen van start. Vanaf het midden van de jaren tachtig werd het uitgegeven door Aktie en Ontmoeting Oosterse Kerken. Vanaf 2001 was het een uitgave van de Katholieke Vereniging voor Oecumene. In 2022 werd het tijdschrift omgevormd tot het Platform Oosters Christendom, onderdeel van het Instituut voor Oosters Christendom (IvOC) aan de Radboud Universiteit.