Heel wat mensen denken bij godsdienst meteen aan geweld en oorlog. De actualiteit van het islamitisch terrorisme geeft daar ook wel enige aanleiding toe. In de publieke opinie beperkt de huiver voor gewelddadige godsdienst zich echter niet tot de islam. Ook het christendom moet het ontgelden: is zijn geschiedenis niet evenzeer getekend door onverdraagzaamheid en bloedige godsdienstoorlogen? En het jodendom wordt er al gauw bij getrokken, want de politiek van de staat Israël wordt nu eenmaal niet in de eerste plaats gekenmerkt door vrede en verzoening. Langzaamaan wordt het gemeengoed om een verband te leggen tussen het monotheïsme van deze drie abrahamitische godsdiensten en de neiging tot gewelddadig optreden. Zijn niet juist de monotheïstische religies door hun waarheidsclaim vatbaar voor een agressieve houding jegens andersgelovigen?
Het katholieke tijdschrift Communio, dat in veertien talen verschijnt, wijdde aan deze problematiek een omvangrijk themanummer. De Nederlandstalige uitgave van dit nummer levert zeven waardevolle bijdragen bij het thema en daarnaast nog vijf artikelen met andere onderwerpen. Het geheel is een bepaald lezenswaardig boekje, dat vooral voor de doordenking van de vragen rondom godsdienst en geweld belangrijk materiaal verschaft.
Internationale Theologische Commissie
Het ‘pièce de résistance’ is het diepgravende artikel van Adelbert Denaux, emeritus-hoogleraar van Leuven. Het bevat een samenvatting van het document van de Internationale Theologische Commissie van de Rooms-Katholieke Kerk, die in de afgelopen vijf jaren speciaal studie heeft gemaakt van de verhouding tussen monotheïsme en geweld. In dit document wordt een ‘beargumenteerd getuigenis’ gegeven vanuit het christelijk geloof in de drie-ene God. Daarbij worden de gewelddadige aberraties in de geschiedenis van de kerk niet ontkend. Authentiek christelijk geloof kan echter geen aanleiding geven tot het aanwenden van geweld, aldus de theologische commissie. In de menswording van Christus laat God zich immers kennen als Degene die uit is op de verzoening van de mensen. En omdat Christus in zijn kruisdood het slachtoffer was van geweld, moet het geloof in zijn spoor de mensen wel leiden tot een houding van liefde in plaats van gewelddadig optreden. Juist in de kruisdood van Jezus Christus komt de radicale macht van Gods liefde aan het licht: Hij doorbreekt de bankring van het kwaad door zichzelf als offer aan te bieden. Van hieruit worden lijnen getrokken naar het getuigenis van de kerk voor verzoening met God en de ander. Mooiste zin: ‘Het geloof in de ene God ondersteunt de waardigheid van de uniciteit en de eenheid van elke menselijke persoon.’
Intrinsiek verband?
Naast dit principiële positief-christelijke betoog wordt ook inzicht gegeven in het ontstaan van het idee dat religie en geweld een intrinsiek verband hebben. Klassieke theorieën over de oorsprong van religie en cultuur (Freud, Girard, Burkert) worden geschetst. En ook is er aandacht voor de godsdienstoorlogen van de zestiende en zeventiende eeuw, die voor menigeen het historisch bewijs vormen voor de stelling dat christelijk geloof inherent gewelddadig is. Waren die oorlogen echter wel religieuze oorlogen? Daar blijkt nog wel wat op af te dingen te zijn.
Twee artikelen gaan expliciet in de op de gewelddadige tendensen in de islam waar wij tegenwoordig mee geconfronteerd worden. Heel boeiend is het artikel van de Oostenrijker Jan-Heiner Tück, dat door de internationale redactie van Communio werd aangeleverd. Hierin wordt met verve de claim van djihadisten onderuit gehaald dat zij die zelfmoordaanslagen begaan, ‘martelaren’ genoemd kunnen worden. De schrijver betoogt dat het eerder hun slachtoffers zijn die men als martelaar zou kunnen kenschetsen. Jan Peters sluit hierbij aan met een brede historische beschouwing over de verworteling van geweld in het islamitisch denken. Hij laat zien hoe de fixatie op geweld zich in de loop van de geschiedenis ontplooit, tot in het huidige salafisme toe. Maar hij toont ook de aanzetten van een tegenbeweging, die binnen de islamitische gemeenschap een ander, hoopgevend geluid laat horen.
Concept ‘Rechtvaardige oorlog’
Ook binnen het christendom is veel nagedacht over wat toelaatbaar geweld is. In een uiteenzetting over het concept van de ‘rechtvaardige oorlog’ wordt hierop ingegaan. En natuurlijk is er altijd weer het Bijbels materiaal dat een lange ontwikkeling laat zien in de opvattingen over geweld en oorlog. Hendrik Hoet schrijft er mooie dingen over. Soms alleen een beetje te mooi. Als de Bijbelboeken Jozua en Rechters worden getypeerd worden als ‘zij tonen hoe moeilijk de stammen te bewegen zijn tot nationale saamhorigheid’, wordt wel een zeer aanstootgevend element geïgnoreerd. Deze boeken geven immers ook het beeld dat het Gods wil zou zijn dat hele burgerbevolkingen, van klein tot groot, worden uitgemoord. Dergelijke ‘struikelteksten’ kunnen toch niet onbenoemd worden gelaten. Maar misschien is zo’n opmerking typerend voor de protestantse achtergrond van deze recensent. Het doet niets af aan zijn grote waardering voor het interessante themanummer van dit katholieke tijdschrift!