Van de Russische teksten van vóór de 19e eeuw is nog weinig vertaald; er verschijnt af en toe iets in de serie Slavische Cahiers van de Stichting Pegasus, en er is een vertaling van het Igorlied . En nu hebben we een werk van een flink grotere omvang, de Nestorkroniek, met als ondertitel: De oudste geschiedenis van het Kievse Rijk.
Het betreft 234 bladzijden vertaalde tekst, 32 bladzijden handschrift en illustraties, boeiend om naar te kijken, en tenslotte 46 bladzijden commentaren – in dit geval onmisbaar.
“Verhalen van de voorbije jaren”
De oudste redactie is van 1113. De kroniek werd allereerst door een aantal monniken van het Kievse Holenklooster geschreven. Mogelijk was daar een ‘Nestor’ bij, een andere dan een bekende hagiograaf van die naam, en traditioneel spreken we van de Nestorkroniek. Vladimir Monomach, onder wiens bewind het Kievse rijk een hoogtepunt bereikte, gaf de opdracht, mogelijk om zijn autoriteit te legitimeren. De “verhalen van de voorbije jaren” bestrijken de geschiedenis allereerst vanaf de Bijbelse Zondvloed, maar in het bijzonder van 852 tot 1117. De Roes, een Varjaagse, noordelijke stam, worden uitgenodigd te heersen over de Oost-Slavische stammen en de Finnen. Bekend is de discussie: waren dit de Noormannen en waren dit de eerste heersers, of zaten de Roes altijd al in deze streek, en bestuurden ze zichzelf? In ieder geval zit Rjoerik aan het begin van de geschiedenis; zijn opvolger Oleg maakt Kiev tot de hoofdstad; daarna volgen Igor, zoon van Rjoerik; Olga, zijn vrouw, die zich laat dopen; haar heidense zoon Svjatoslav, en diens jongste zoon Vladimir, die Rusland laat kerstenen en met een Byzantijnse prinses trouwt. Onder zijn zoon Jaroslav de Wijze heeft het rijk zijn eerste Russische metropoliet en wordt het eerste Russische recht geformuleerd. En de kroniek besluit met zijn zoon Vladimir Monomach.|
Strijd
In die jaren moet strijd worden geleverd tegen de Chazaren, een Turks steppenvolk, de Petsjenegen, een Turks nomadenvolk, de heidense Polovtsen, en er zijn bemoeienissen met het Byzantijnse rijk en met de Bulgaren. Minstens zo druk hebben de vorsten het met de strijd binnen de eigen familie. De Rjoerik-dynastie dijde uit, de erfrechten waren tegenstrijdig en gaven aanleiding tot voortdurende twisten. Het is niet gemakkelijk alle veldslagen te volgen. Er zijn drie Izjaslavs, drie Jaropolks, drie Jaroslavs, en vijf personen die de naam Svjatoslav dragen – om maar enkele namen te noemen. Ze zijn bijna allemaal familie van elkaar, bestrijden elkaar en sluiten verdragen, die dan weer aanleiding geven tot nieuwe twisten. Vladimir Monomach zegt op het eind van zijn leven dat hij 83 keer ten strijde is getrokken. Temeer: er zijn maar weinig politieke personages die echt tot de verbeelding spreken, en de gebeurtenissen zijn lineair weergegeven, zonder veel plots en dieper liggende verbanden. Een stamboom achterin het boek houdt de lezer bij de les. Handzaam zijn ook de twee kaartjes, een met de steden waarom strijd werd geleverd, en een met de stammen en volkeren die de eenheid van het Rijk bedreigden.
Politiek verhaal, legende en geestelijke beschouwingen
Er zijn drie soorten tekst:
[1] Allereerst de verslagen van de politieke gebeurtenissen.
[2] En dan zijn er de legenden. Over de apostel Andreas, broer van Petrus, die op weg naar Rome over de Dnjepr vaart en een heuvel ziet waar hij de toekomstige stad Kiev ziet verrijzen. De bouw van de stad Kiev, genoemd naar Kii, oudste van drie broers, de vorst van de stam der Poljanen. En natuurlijk vorstin Olga, uit Pskov, die als echtgenote naar Igor gebracht wordt. De Derevljanen, een Slavische stam, doden haar man en komen haar halen als vrouw voor hun vorst. De wraakneming van Olga is de moeite waard om te lezen. De Byzantijnse keizer Constantijn wil met haar trouwen; hij zegt immers tegen Olga dat ze waardig is “met ons” in zijn stad te heersen. Olga voelt nattigheid: “Doop me dan zelf, zo niet, dan laat ik me niet dopen.” De keizer doopt haar dan met de patriarch. Aldus de tekst. Maar omdat ze zich door de keizer heeft laten dopen, is een huwelijk kerkrechtelijk niet meer mogelijk. Slim is ze. Haar zoon Svjatoslav wil zich niet laten dopen. Toch houdt ze van hem, en staat hem bij tot hij volwassen is. Haar zoon verlaat Kiev, zij sterft drie dagen later, na een verbod van de heidense begrafenisfeesten, die er nog steeds zijn.
[3] Ten derde is er veel ruimte voor geestelijke beschouwingen: duidingen en vermaningen. In het begin al zien we dat het Russische land behoort tot het erfdeel van Jafeth, de zoon van Noach, dat dit volk na de toren van Babel de Slavische talen krijgen toebedeeld, waarna de apostel Andreas aan de kust van Pontus, de Zwarte Zee, zijn onderrichtingen geeft. De verdere gebeurtenissen zijn, naar Byzantijns voorbeeld, gedateerd volgens de wereldkalender vanaf de schepping in 5508 voor Christus. De geschiedenis van Roes begint in 6360: 852, en de kroniek is voltooid in 6624: 1116, door Silvester, de abt van het Michaëlsklooster, in Vydubitsji bij Kiev.
Christendom versus heidendom
Ook na de kerstening zijn de heidense goden nog springlevend. Maar de gebeurtenissen zijn opgeschreven door monniken. Er is een levendig geloof in engelen en duivels. Als de bojaren in Kiev in 983 de zoon van een bekende Varjaag aan de goden willen offeren, lezen we: “De duivel was hierom verheugd, maar wist niet dat zijn ondergang naderde. Hij deed veel moeite om het christelijk volk uit te roeien, maar toch werd hij door het Heilig Kruis uit deze landen verjaagd.” Verder is de Boze voortdurend aan het werk: hij zorgt ervoor dat de heidenen het Russische land bedreigen, dat familieleden elkaar bestrijden. En alle ellende en onheil die eruit voortkomt is een straf voor onze zonden. Het kan ook zijn dat engelen hier de hand in hebben. Zelfs de heidenen, Alexander de Grote al, worden geleid door engelen, en als er tegen ze gestreden wordt, hebben engelen daarvoor gezorgd.
Ook zijn er veel tekenen, veelal in de zon en de maan, die zich buiten de natuurlijke orde begeven; ze zijn zichtbaar in een bepaald land, maar niet in alle landen. De geschiedenis van het Kievse Rijk wordt ingebed in de heilsgeschiedenis. Het wereldbeeld is bipolair: goed staat tegenover kwaad, en de christenen tegenover de heidenen. De teneur is verder nationalistisch.
Nog veel discussie
In de tijd dat er met de Nestorkroniek werd begonnen waren de meeste geschriften vertalingen uit het Grieks in het Oost-Slavisch, met elementen uit het Oud-Kerkslavisch. Dit was waarschijnlijk niet de omgangstaal. De vertaler moet zich een weg banen door uitgaven van zes verschillende handschriften, waarvan het oudste uit 1337 stamt. Er is veel discussie over legende en waarheid; wie waren de eerste heersers?; hoe spreken we over ‘Russen’? – is de naam van de Varjaagse stam, de Roess, een verklaring? Hoe waar zijn de mooie verhalen over kerstening en doop? We weten dat er nogal wat betrekkingen waren met het Westen – maar daarover in de kroniek geen woord.
Rijk en informatief boek
De slotsom is dat we hier een rijk, interessant boek hebben. De kroniek leest op veel plekken niet als een literair juweel: de taal is meestal simpel, de gebeurtenissen zijn achter elkaar gezet, zonder veel causale verklaringen, slimme structuren of plots. De drie soorten tekst: verhaal, legende en geestelijke beschouwing gaan zonder veel systeem in elkaar over. De vertaler geeft zelf toe dat hij meer synoniemen gebruikt dan de tekst zelf biedt. Maar voor elke Rusland-belangstellende is het een belangrijke uitgave, rijk aan aanknopingspunten voor verdere studie. En zeer informatief ook door het uitgebreide nawoord, waarin wordt ingegaan op de historisch-culturele context en op de kwesties van auteurschap, redacties en bronnen.
Nestorkroniek. De oudste geschiedenis van het Kievse Rijk
Vertaling en nawoord: Hans Thuis.
303 + XXXII blz.,
Uitg. Vantilt,
Nijmegen 2015
Deze boekbespreking verscheen eerder in:
POKROF. Oosterse christenen, kerken en culturen, jaargang 63, nummer 1, januari-februari 2016, pp 17-18.