De schrijvers van het boek Rebuilt geven ons een inkijk in het opbouwwerk van een Rooms Katholieke Parochie in Baltimore (VS). In mijn eigen Bisdom, Breda, wordt het boek in veel pastorale teams besproken. Pastores kijken met elkaar of ‘Rebuilt’ ook in onze situatie kan worden toegepast. Juist parochies die het boek willen implementeren zou ik willen aanraden om het boek ook op het punt van oecumene te bevragen.
Orthodox en open voor de wereld
De schrijvers verwoorden hun eerste ‘waarde’ als volgt: “Wij geloven in het orthodoxe christelijk geloof, zoals dat wordt geleerd door het leergezag van de Rooms-Katholieke Kerk. De eucharistieviering is de bron en het hoogtepunt van ons geloof, dat wij in ons leven op krachtige wijze proberen te beleven en te dienen.”
De focus ligt dus op de zondag, op de eucharistie. Dat klinkt in eerste instantie beperkend, maar het is een bewuste keuze. En de schrijvers tonen zich meesters binnen deze beperking. De beschreven parochie heeft een open karakter en een enorm bereik; juist ook onder voormalig onkerkelijken. Bovendien blijken uiteindelijk alle taken van een parochie in de wereld van vandaag vitaal aanwezig. Ik raad lezers overigens ook aan om de verschillende filmpjes op de website van deze parochie te bezoeken (bijv. www.rebuiltparish.com).
Ontkerkelijking
Het boek vertrekt vanuit een aantal problemen die de verschillende kerken met elkaar gemeenschappelijk hebben: de ontkerkelijking, vergrijzing, teruglopende inkomsten, verdeeldheid in het vrijwilligerskorps, de angst voor verandering enz.
De schrijvers analyseren de problemen van hun gemeenschap scherp, maar ook met humor. De problemen, in een kleine 100 pagina’s beschreven, zijn herkenbaar. Na deze schets van de problemen verlang je overigens ook naar een positief geluid.
Doet de kerk er toe?
Aansluitend bij deze zorg van alle kerken is de aandacht voor de meest fundamentele vragen: Wat is een kerk eigenlijk? Maakt het wat uit of onze gemeenschap in deze dorp of stad aanwezig is? Komt er iets tot stand?
Wat zijn de zwakke en sterke kanten van onze gemeenschap? Is onze gemeenschap inspirerend voor voorgangers en kerkgangers? Hoe ervaren niet-kerkenden onze gemeenschap als ze er toevallig binnenkomen? Kunnen we beleid maken tegen het consumentisme van betrokken kerkleden in?
Het boek stelt deze vragen indringend en antwoord met een duidelijke visie.
En wat voor alle kerken interessant is: De beschreven parochie kiest geen verdedigende weg, maar is bereid tot verandering, de verandering om van een uitgebluste gemeenschap tot een vurige gemeenschap te komen. Hier is de oproep tot nieuwe evangelisatie verstaan en vorm gegeven.
Evangelische invloed
Een opvallend oecumenisch element van dit boek is dat deze orthodox katholieke parochie in de leer is gegaan bij evangelische gemeenschappen. Enkele elementen die ik daarvan herken: de aandacht voor het gebed en het vertrouwen in Gods aanwezigheid in het proces van kerkopbouw. Er is bij de kerkleiders een groot vertrouwen dat God meebouwt aan Zijn huis.
Daarnaast komen we een grote aandacht tegen voor lofprijzing (praise) en dankzegging. De kerkmuziek heeft een evangelische kleur gekregen. Dat is geen cosmetische, maar een wezenlijke verandering. Ook wordt consequent ingezet op het commitment van de kerkleden. Kerkleden worden leerlingen en deze leerlingen worden gestimuleerd om dit leerlingschap door te geven. Allemaal elementen, vaak sterk aanwezig in evangelische kerken, maar zeker niet vreemd aan de katholieke kerkleer.
Werken aan herstel
De beschreven kerkopbouw schetst een voorbeeldige zorg voor vrijwilligers en kerkleden. Lange tijd miste ik echter het uitgaande, diaconale element. In hoofdstuk 12, met de mooie titel ‘werken aan herstel’ wordt dit gemis echter goed gemaakt. De diaconie in deze parochie is voorbeeldig.
Diaconie gaat gepaard met gebed, respect en concrete dienstbaarheid, passend binnen de algemene visie. In het verlengde daarvan ligt de oprecht zorg voor de gelijkwaardigheid van helper en geholpene, een gegeven dat net zo actueel als traditioneel. Ronduit ontroerend vind ik de passage over de handen die uit de mouwen worden gestoken nadat de orkaan Katrina heeft toegeslagen.
Samenwerking met andere kerken
Het is in dit twaalfde hoofdstuk dat uitdrukkelijk wordt ingegaan op de mogelijkheid van samenwerking met andere kerken. En inderdaad, ik heb in mijn eigen oecumenische praktijk gezien hoe in de diaconie de verschillen tussen kerken worden overwonnen.
Tegelijkertijd voel ik hier de beperking van het boek m.b.t. de oecumene. Wanneer je ‘Een handboek voor de spirituele oecumene’ van Kardinaal Walter Kasper (Kerkelijke Documentatie, 2016) erbij pakt, zie je vrij snel dat het model van Rebuilt veel meer oecumenische mogelijkheden in zich heeft dan in dit boek worden ontvouwd.
Rebuilt en Oecumene kunnen hand in hand gaan
Rebuilt kan Rooms Katholieke en Evangelische Kerken, maar ook andere kerken, dichter bij elkaar brengen. Kerken kunnen elkaar helpen om hun plaats en hun zending in de omringende samenleving beter te verstaan.
Wanneer Rooms Katholieken zien dat oecumene een integraal deel uitmaakt van de kerkelijke leer, liggen in dit boek de mogelijkheden van oecumenische toepassingen voor het oprapen. Het betekent echter wel dat mensen met een oecumenisch hart alert moeten zijn op de manier waarop dit boek in parochies wordt geïmplementeerd. Want, wanneer geprobeerd wordt om een Nederlands antwoord op het Amerikaanse Rebuilt te ontwikkelen, liggen er veel meer kansen voor de oecumene dan in dit boek worden prijsgegeven.